Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
heeft gemaakt van het verspreiden van kinderpornografisch materiaal.
3.Voorvragen
‘niemand andermaal kan worden vervolgd voor een feit waarvoor te zijnen aanzien bij gewijsde van de rechter in Nederland (…) onherroepelijk is beslist’. Verdachte is bij vonnis van de meervoudige strafkamer van deze rechtbank op 22 september 2011 veroordeeld voor –onder andere– het verspreiden, vervaardigen en het in bezit hebben van afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken. Op al deze afbeeldingen was hetzelfde slachtoffer als in onderhavige zaak, te weten [slachtoffer ], te zien. De periode waarop de veroordeling van 22 september 2011 ziet is 1 augustus 2006 tot en met 10 september 2009. Dit vonnis is op 7 oktober 2011 onherroepelijk geworden.
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Het beslag
10.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op.
11.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
12.Toepasselijke wettelijke voorschriften
13.Beslissing
10 (tien) maanden;
5 (vijf) maanden, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2(twee) jarennavolgende voorwaarde niet is nagekomen:
4 (vier) maandengevangenisstraf;