Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
Ten aanzien van [gedaagde 2]
wordtvooraf betaald (…)” (cursivering kantonrechter). Dit duidt op een overeengekomen betalingstermijn. Als [gedaagde 1] zich aan die termijn niet houdt, dient hij een boete van € 100,00 te betalen bovenop de huurprijs. Een andere uitleg is niet aannemelijk. Niet valt in te zien immers op grond waarvan [gedaagde 1] € 100,00 meer zou moeten betalen voor exact hetzelfde huurobject. De bepaling dat [gedaagde 1] een hogere huurprijs verschuldigd is als hij de huur niet vóór de eerste van de betreffende maand betaalt, kwalificeert daarom als een (verkapt) boetebeding.
NJ2004, 50). Daarbij houdt de rechter rekening met alle omstandigheden van het geval. [gedaagde 1] betwist dat [eiseres] kosten heeft gemaakt, omdat hij de werkzaamheden zelf heeft verricht. [eiseres] heeft geen nota’s en/of betalingsbewijzen in het geding gebracht waaruit blijkt dat dit anders is en waaruit kan worden opgemaakt dat hij voor het herstel van het chalet en voor het afvoeren van de achtergelaten rommel een bedrag van € 1.075,00 heeft betaald. Evenmin heeft hij een specificatie in het geding gebracht waaruit blijkt welke herstelwerkzaamheden precies zijn verricht en welke kosten met die verschillende werkzaamheden zijn gemoeid. De overgelegde foto’s en de verstrekte specificatie (€ 325,00 schoonmaakkosten, € 275,00 kosten afvoer spullen, € 475,00 herstelwerkzaamheden interieur) volstaan in dit verband niet. De gevorderde schadevergoeding wegens niet correcte oplevering moet daarom, reeds wegens gebrek aan voldoende onderbouwing, worden afgewezen.
- € 219,00 vastrecht;
- € 93,80 explootkosten;
- € 1,63 informatiekosten;
- € 300,00 salaris gemachtigde (2 punten x het tarief van € 150,00).