De vrouw heeft - kort en zakelijk weergegeven - het navolgende verweer gevoerd.
De door de man aangevoerde omstandigheden zijn door hem ook aangevoerd in de procedure die heeft geleid tot de beschikking van het 9 januari 2014.
De vrouw heeft beslag gelegd op het restant van de verkoopopbrengst van het pand aan de Nieuwendijk ter verzekering van haar vordering in de aanhangige procedure omtrent de boedelscheiding. De vrouw is bereid het beslag op te heffen, indien de man akkoord gaat met verdeling bij helfte van de verkoopopbrengst van het pand aan de Nieuwendijk. Ook is de vrouw bereid akkoord te gaan met uitbetaling van het loon van de man, indien hiermee de partneralimentatie wordt verrekend.
De vrouw heeft betwist dat Nieuwendijk Monumenten B.V. na de verkoop van het pand aan de Nieuwendijk geen inkomsten meer genereert.
Het restaurant [B] is niet geëxploiteerd door de neef van de man. Het betreft een commanditaire vennootschap, waarvan mevrouw [A], de huidige partner van de man, de beherend vennoot is. De neef van de man is slechts een stille vennoot.
De vrouw betwist voorts dat de man geen andere bron van inkomsten/vermogen heeft. De man heeft in alle procedures herhaaldelijk tegenstrijdige verklaringen over zijn inkomsten en vermogen ingenomen en geweigerd inzicht te geven in zijn inkomens- en vermogenspositie.
Ook in deze procedure weigert de man dit.
Nu stelt de man ineens een loonvordering te hebben op Nieuwendijk Monumenten B.V.. In de procedure die heeft geleid tot het vonnis in kort geding van 27 augustus 2013 heeft de man gesteld dat hij vanaf 1 juni 2013 geen arbeidsovereenkomst meer had met Nieuwendijk Monumenten B.V. De man heeft in eerdere procedures ook aangevoerd dat hij geen inkomen (meer) ontvangt en dit is geen reden geweest om de partneralimentatie te verlagen dan wel op nihil te stellen.
De man heeft alle goederen van partijen, met uitzondering van de voormalige echtelijke woning en een appartement in Den Haag, aan de gemeenschap onttrokken door verkoop aan zijn familieleden en/of zijn huidige partner zonder met de vrouw af te rekenen.
De huurbeëindigingsovereenkomsten ter zake van het pand aan de Nieuwendijk zijn schijnovereenkomsten en slechts opgezet met het oogmerk de verkoopopbrengst van het pand buiten het bereik van de vrouw te houden.
De man is bestuurder van Residence Amsterdam B.V. Volgens de verkoopovereenkomst ter zake van het pand aan de Nieuwendijk zou Residence een uitkoopsom van € 1.000.000,00 ontvangen. Ter zake van de vergoeding voor werkzaamheden van de man als bestuurder mag een redelijke vergoeding worden vastgesteld.
Het pand van partijen in Rijswijk is verhuurd geweest tegen een huurprijs van € 11.000,00 per maand. De man weigert inzichtelijk te maken wat hij met de opbrengsten heeft gedaan. De man kan met de exploitatieopbrengsten de alimentatie voldoen.
De man heeft drie appartementen in Spanje, die tot de boedel behoren, verkocht voor in totaal € 249.431,68. Het is niet duidelijk wat de man met deze verkoopopbrengsten heeft gedaan. Er zijn nog drie appartementen in Spanje, die tot de boedel behoren. De man heeft niet aangetoond dat deze appartementen niet worden verhuurd en ook niet gesteld wat hij heeft gedaan om de appartementen verhuurd te krijgen.
Met de exploitatie- en/of verkoopopbrengsten kan de man aan zijn alimentatieverplichting voldoen.
Blijkens de Belastingaangifte over 2010 heeft de man een vordering op Nieuwendijk Monumenten B.V. van € 50.000,00. Tot op heden is niet aangetoond dat deze vordering niet te verhalen is.
De man rijdt nog altijd in een dure auto, waarvoor hij privé een bijtelling moet voldoen, en woont in een luxe watervilla.
Niet is gebleken dat de man heeft gesolliciteerd om elders inkomsten uit arbeid te genereren. Hij heeft veel ervaring in de horeca en in vastgoed. De omstandigheid dat de man zijn verdiencapaciteit niet volledig benut, dient voor zijn rekening en risico te komen.