ECLI:NL:RBMNE:2014:697
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter mr. A.M. Verhoef in civiele procedure
In deze wrakingszaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. B.W.M. Zegers, een verzoek tot wraking ingediend tegen rechter mr. A.M. Verhoef. Dit verzoek volgde na een kort geding dat op 17 januari 2014 had plaatsgevonden, waarin verzoeker een vordering van € 10.537,86 had ingesteld tegen de Raad voor Rechtsbijstand en [deurwaarder c.s.] B.V. Tijdens de zitting deed mr. Verhoef een opmerking die verzoeker als onbegrijpelijk en partijdig ervoer, wat leidde tot het wrakingsverzoek.
De rechtbank heeft op 4 februari 2014 de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek gehouden, waarbij zowel verzoeker als mr. Verhoef aanwezig waren. Verzoeker stelde dat de uitlating van mr. Verhoef, waarin zij aangaf niet te zien dat verzoeker schade had geleden, een indicatie was van haar gebrek aan onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Mr. Verhoef ontkende deze beschuldiging en stelde dat haar opmerkingen bedoeld waren om de situatie te verhelderen en dat zij geen vooringenomenheid jegens verzoeker had.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden die verzoeker aanvoerde, beoordeeld aan de hand van de criteria voor onpartijdigheid zoals vastgelegd in de wet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor een gebrek aan onpartijdigheid van mr. Verhoef. De rechtbank wees het wrakingsverzoek af, oordelend dat de vrees van verzoeker voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was.
De beslissing werd op 18 februari 2014 openbaar uitgesproken door de wrakingskamer, bestaande uit mr. J. Sap, mr. drs. S.M. van Lieshout en mr. drs. R. in ’t Veld, met mr. M.S.D. de Weerd als griffier. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.