Op 18 december 2014 heeft de Rechtbank Midden-Nederland het faillissement uitgesproken van Spyker Events & Branding B.V., Spyker N.V. en Spyker Automobielen B.V. Dit volgde op een verzoek van de bewindvoerder, Mr. H. Pasman, die eerder surseance van betaling had aangevraagd voor deze vennootschappen. De rechtbank had op 28 oktober 2014 en 2 december 2014 voorlopige surseance van betaling verleend aan de betrokken vennootschappen. De bewindvoerder heeft op 15 december 2014 aan de rechter-commissaris meegedeeld dat hij de surseance wenste in te trekken, wat op 18 december 2014 ter zitting werd behandeld.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de activiteiten van de vennootschappen al geruime tijd stil lagen en dat de werknemers werkloos thuis zaten. De bewindvoerder stelde dat de vennootschappen technisch failliet waren en dat het intrekken van de surseance noodzakelijk was om verdere oplopende boedelschulden te voorkomen. De bestuurders van Spyker, [A] en [B], waren aanwezig en gaven aan dat er nog steeds onderhandelingen gaande waren met investeerders, maar dat er tot op dat moment geen betalingen waren gedaan.
De rechtbank oordeelde dat de surseance van betaling moest worden ingetrokken, omdat de vennootschappen niet in staat waren om aan hun betalingsverplichtingen te voldoen. De rechtbank benoemde Mr. R.F. van Aalst tot rechter-commissaris en Mr. H. Pasman tot curator. De beslissing werd genomen met inachtneming van de relevante artikelen van de Faillissementswet, waarbij de belangen van de gezamenlijke crediteuren voorop stonden. De rechtbank concludeerde dat de vennootschappen in staat van faillissement moesten worden verklaard, gezien hun toestand van niet kunnen betalen.