Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Coöperatief Advocatenkantoor Varrolaan U.A.,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderde de curator van het faillissement van [A] B.V. een deelbetaling die door het Coöperatief Advocatenkantoor Varrolaan U.A. aan werknemers was gedaan, als schade voor de boedel. De curator stelde dat de deelbetaling paulianeus was, omdat deze was gedaan in de wetenschap dat het faillissement zou worden uitgesproken. De curator betoogde dat Varrolaan onrechtmatig had gehandeld door de deelbetaling door te voeren, terwijl zij wist dat dit in strijd was met de belangen van de gezamenlijke schuldeisers van [A]. Varrolaan verweerde zich door te stellen dat zij handelde op verzoek van haar cliënten, de werknemers, die in een noodsituatie verkeerden en dat zij hen had gewaarschuwd voor de mogelijke terugvordering van de deelbetalingen in geval van faillissement.
De kantonrechter oordeelde dat de curator ontvankelijk was in zijn vordering, ondanks het ontbreken van een machtiging van de rechter-commissaris. De rechter concludeerde dat Varrolaan niet onrechtmatig had gehandeld. De deelbetalingen waren gedaan op verzoek van de werknemers en Varrolaan had hen gewaarschuwd voor de risico's. Bovendien was het faillissement op het moment van de afdracht nog niet uitgesproken, en bestond er hoop dat [A] de volledige vordering zou voldoen. De curator had onvoldoende bewijs geleverd dat Varrolaan onrechtmatig had gehandeld. De vordering van de curator werd afgewezen, evenals de nevenvorderingen met betrekking tot wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De curator werd veroordeeld in de proceskosten van Varrolaan.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.G.F. van der Kraats, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken op 3 december 2014.