ECLI:NL:RBMNE:2014:6642

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 augustus 2014
Publicatiedatum
12 december 2014
Zaaknummer
2662870 UC EXPL 14-3
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Loonsverhogingen en eenmalige uitkeringen niet toegepast door werkgever in strijd met CAO

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 13 augustus 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en de vennootschap onder firma Elek Secure. [eiser] vorderde betaling van achterstallig salaris en eenmalige uitkeringen die volgens de toepasselijke CAO's niet door Elek Secure waren toegepast. De procedure begon met een comparitie van partijen op 16 juli 2014, na een tussenvonnis van 19 maart 2014 waarin een wijziging van eis was toegestaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] op 1 november 2007 in dienst trad bij Elek Secure en dat er geen CAO in de arbeidsovereenkomst was opgenomen. Echter, verschillende CAO's voor de Metaal en Techniek waren algemeen verbindend verklaard gedurende de periode van [eiser]'s dienstverband. De kantonrechter oordeelde dat Elek Secure verplicht was om de loonsverhogingen en eenmalige uitkeringen uit deze CAO's toe te passen, ook al was het aanvangssalaris van [eiser] hoger dan het CAO-minimum. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] recht had op een totaalbedrag van € 12.160,35 aan achterstallig salaris en vakantiegeld, en heeft Elek Secure veroordeeld om dit bedrag te betalen, inclusief wettelijke rente. Daarnaast werd Elek Secure veroordeeld om afschriften van salarisspecificaties en jaaropgaven te verstrekken, op straffe van een dwangsom. De proceskosten werden eveneens toegewezen aan [eiser].

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 2662870 UC EXPL 14-3 k/1093
Vonnis van 13 augustus 2014
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [eiser],
eisende partij,
gemachtigde: mr. J.F.H. Teunissen,
tegen:
1. de vennootschap onder firma
De vennootschap onder firma Elek Secure,
gevestigd te Utrecht
2.
[gedaagde 1], vennoot,
wonende te [woonplaats]
3.
[gedaagde 2], vennoot,
wonende te [woonplaats],
4.
[gedaagde 3], vennoot,
wonende te [woonplaats],
5.
[gedaagde 4], vennoot,
wonende te [woonplaats],
verder ook gezamenlijk in enkelvoud te noemen Elek Secure,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. D.F. van Zon van DAS Nederlandse Rechtsbijstand N.V..

1.De procedure

Bij tussenvonnis van 19 maart 2014 is een comparitie van partijen gelast.
Voorafgaand aan de comparitie heeft [eiser] nog een akte wijziging van eis genomen en hebben beide partijen nog producties overgelegd ([eiser]: 9 t/m 11, Elek Secure: 13 en 14).
De comparitie heeft plaatsgevonden op 16 juli 2014. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is op 1 november 2007 bij Elek Secure in dienst getreden in de functie van (elektro)monteur. Zijn brutosalaris bedroeg bij aanvang € 1.100,00 per maand op basis van een 20-urige werkweek. In de arbeidsovereenkomst – die thans geldt voor onbepaalde tijd – is geen CAO geïncorporeerd.
2.2.
De CAO Metaal en Techniek Metaalbewerkingsbedrijf 2006/2008 is algemeen verbindend verklaard in de periode van 11 april 2006 tot 1 februari 2008.
2.3.
De CAO Metaal en Techniek Technisch Installatiebedrijf 2008/2009 is algemeen verbindend verklaard in de periode van 12 december 2008 tot 30 november 2009. In artikel 41 van die CAO is opgenomen dat het salaris per 1 april 2008 met 3,5% en per 1 februari 2009 met 3% werd verhoogd. In artikel 41a van die CAO is opgenomen dat in de maand november 2009 eenmalig € 400,00 werd uitgekeerd. Elek Secure heeft de loonsverhogingen niet toegepast en de eenmalige uitkering niet gedaan.
2.4.
De CAO Metaal en Techniek Technisch Installatiebedrijf 2010/2011 is algemeen verbindend verklaard in de periode van 19 maart 2010 tot 31 maart 2011. In artikel 41 van die CAO is opgenomen dat het salaris per 1 februari 2011 met 1,5% werd verhoogd. Deze loonsverhoging heeft Elek Secure niet toegepast. Zij heeft wel 1 januari 2011 het salaris verhoogd van € 2.215,06 bruto per maand naar € 2.295,40 bruto per maand.
2.5.
De CAO Metaal en Techniek Technisch Installatiebedrijf 2011/2013 is algemeen verbindend verklaard in de periode van 29 augustus 2011 tot 1 mei 2013. In artikel 41 van die CAO is opgenomen dat het salaris per 1 oktober 2011 met 1% werd verhoogd, per 1 februari 2012 met 1,15%, per 1 augustus 2012 met 1,15% en per 1 februari 2013 met 1,15%. Deze loonsverhogingen heeft Elek Secure niet toegepast.
2.6.
Op 10 juni 2014 heeft het UWV Elek Secure toestemming gegeven om de arbeidsovereenkomst met [eiser] op te zeggen wegens bedrijfseconomische redenen. Elek Secure heeft de arbeidsovereenkomst met [eiser] opgezegd tegen 1 augustus 2014.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] heeft – na eiswijziging en de wijziging ter comparitie – gevorderd dat de kantonrechter gedaagden hoofdelijk zal veroordelen – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad – om binnen drie dagen na het wijzen van het vonnis (a) aan [eiser] te betalen € 29.140,08 ter zake van achterstallig salaris over de periode 1 januari 2009 tot en met 1 augustus 2014 (inclusief 8% vakantiebijslag en wettelijke verhoging), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de data van opeisbaarheid, (b) aan [eiser] zal verstrekken afschriften van de salarisspecificaties vanaf 1 augustus 2013 alsmede de jaaropgaven over 2013 en 2014 op straffe van een dwangsom en (c) met veroordeling in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten.
3.2.
Elek Secure heeft verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] maakt aanspraak op loonsverhogingen en eenmalige uitkeringen uit hoofde van de CAO’s vanaf 1 januari 2009 tot 1 augustus 2014. Gelet op die periode kan het verweer van Elek Secure dat de vordering tot 18 november 2008 is verjaard, buiten beschouwing blijven.
4.2.
Elek Secure heeft erkent dat aannemelijk is dat zij onder de werkingssfeer van de hiervoor onder de feiten genoemde CAO’s viel. Daarmee staat vast dat Elek Secure gedurende de periodes dat de CAO’s algemeen verbindend waren, diende na te leven.
4.3.
[eiser] heeft betoogd dat Elek Secure zich ook aan de CAO’s diende te houden gedurende de periode dat de CAO’s niet algemeen verbindend waren op grond van nawerking en goed werkgeverschap. Elek Secure heeft dit betwist. De kantonrechter stelt voorop dat – nu de CAO niet in de arbeidsovereenkomst is geïncorporeerd en [eiser] noch Elek Secure gebonden zijn aan de CAO sluitende partijen – als uitgangspunt heeft te gelden dat zij uitsluitend gehouden zijn de CAO na te leven wanneer deze algemeen verbindend is verklaard (zie oa HR 28 januari 1994, NJ 1994/420). Nawerking van een CAO is geen regel maar uitzondering. De Hoge Raad heeft een uitzondering aanvaard voor algemeen verbindend verklaarde bepalingen waarbij rechten worden toegekend die beperkt zijn tot een bepaald tijdvak, zoals het recht op aanvulling van een arbeidsongeschiktheidsuitkering voor een periode van twee jaar (HR 7 juni 2002, JAR 2002/154). Loonsverhogingen en eenmalige uitkeringen vallen aldus niet onder die uitzondering. Waarom desalniettemin nawerking zou moeten worden toegekend, is door [eiser] niet gemotiveerd. Evenmin heeft [eiser] gemotiveerd waarom het beperken van de toepasselijkheid van de CAO’s tot de periode waarom die algemeen verbindend is verklaard, in strijd met goed werkgeverschap zou zijn. Het enkele feit dat die periode s dat de CAO’s niet algemeen verbindend waren, beperkt van omvang is, acht de kantonrechter daarvoor onvoldoende. Aldus was Elek Secure naar het oordeel van de kantonrechter alleen gehouden de CAO’s toe te passen in de periodes dat deze algemeen verbindend waren verklaard.
4.4.
Ten aanzien van de periodes dat de CAO’s algemeen verbindend waren verklaard overweegt de kantonrechter als volgt. De voornoemde CAO’s zijn zogenaamde minimum CAO’s, die slechts de ondergrens bepalen en waarvan de werkgever in voor werknemer positieve zin mag afwijken. Het stond partijen dus vrij om een hoger loon bij aanvang af te spreken dan de CAO voorschreef. Het feit dat het loon van [eiser] bij aanvang van het dienstverband en gedurende (een gedeelte van) het dienstverband hoger was – ondanks dat de loonsverhogingen uit de algemeen verbindend verklaarde CAO’s niet werden toegepast – is geen legitieme reden voor Elek Secure om de loonsverhogingen in de periodes dat de CAO’s algemeen verbindend waren verklaard niet toe te passen. Het overeengekomen salaris dient te worden aangemerkt als het geldende salaris waarover de loonsverhoging die de CAO voorschrijft, dient te worden toegepast (zie bijvoorbeeld Kantonrechter Alkmaar, 22 november 2010, LJN: BO7906). De CAO’s bieden bovendien een minimumgarantie op loonsverhoging, daargelaten de hoogte van het salaris. Derhalve dienen de in de algemeen verbindend verklaarde CAO’s voorgeschreven loonsverhogingen te worden toegepast, ongeacht of (en dus bovenop) de salarisverhogingen die Elek Secure daarnaast nog heeft toegepast. Het hoge(re) aanvangssalaris is dus ook geen reden om de voorgeschreven loonsverhogingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar te achten, evenmin als het feit dat tussen [eiser] en een vennoot van Elek Secure een familiaire relatie bestond.
4.5.
Het voorgaande betekent dat [eiser] recht had op een eenmalige uitkering in de maand november 2009 van € 400,00 bruto en op de volgende loonsverhogingen:
  • per 1 februari 2009 3%;
  • per 1 februari 2011 1,5%;
  • per 1 oktober 2011 1%;
  • per 1 februari 2012 1,15%;
  • per 1 augustus 2012 1,15%;
  • per 1 februari 2013 1,15%.
4.6.
Blijkens de overgelegde loonstroken bedroeg het loon over januari 2009 € 2.211,58 bruto. De kantonrechter is van oordeel dat de loonsverhoging van februari 2009 over dit bedrag dient te worden berekend en niet – zoals [eiser] heeft betoogd – over het salaris inclusief de niet doorgevoerde maar wel door de CAO voorgeschreven loonsverhogingen over 2008. Immers, de vordering over die voorgaande periode is verjaard. De uitzondering van nawerking gaat – zoals ook reeds hiervoor is overwogen – niet op. De ratio van verjaring is dat daarmee de rechtszekerheid is gebaat. Tegen die achtergrond kan het niet zo zijn dat slechts de rechtsvordering ter verkrijging van die loonsverhoging over 2008 is verjaard, maar dat daarop wel kan worden voorgebouwd bij latere, nog wel te vorderen, loonsverhogingen. Daarmee zou de rechtszekerheid immers in het gedrang komen.
Dit betekent dat het salaris vanaf februari 2009 had moeten worden verhoogd naar € 2.277,93. Aldus gaat het om een verschil van € 66,35 bruto. Dit is het verschil tot 1 januari 2010, wanneer het uitbetaalde salaris € 2.215,06 bruto werd. Dus 11 maanden x € 66,35 is € 729,85 bruto.
In het hele jaar 2010 was het salaris € 2.215,06 bruto. Over die loonsverhoging moet nog gewoon de verhoging van 3% worden berekend, zodat betaald had moeten worden
€ 2281,51. Dit betekent dat er een verschil per maand bestond van € 66,45, zijnde € 797,40 bruto gedurende het jaar 2010.
4.7.
In januari 2011 is het salaris van [eiser] gestegen naar € 2.295,40 per maand, hetgeen vanaf dat moment tot en met juni 2013 zo gebleven is. Bij gebreke van salarisstroken na die tijd gaat de kantonrechter ervan uit dat het salaris tot op heden gelijk is gebleven.
In januari 2011 diende nog de loonsverhoging van 3% (van februari 2009) te worden toegepast. Aldus had het loon die maand € 2.364,26 bruto moeten bedragen. Het verschil is dus € 68,86 bruto.
4.8.
In februari 2011 diende een loonsverhoging van 1,5% te worden toegepast. Dit moet worden berekend over het bedrag dat Elek Secure de maand daarvoor aan [eiser] had moeten voldoen, zijnde € 2.364,26 bruto. Het salaris van februari 2011 tot 1 oktober 2011 (de volgende loonsverhoging) had derhalve moeten zijn € 2.399,72 bruto. Dit betekent dat [eiser] in die periode € 834,56 bruto te weinig heeft ontvangen (8 maanden x een verschil van € 104,32 bruto per maand (€ 2.399,72 - € 2.295,40)).
4.9.
Per 1 oktober 2011 diende een loonstijging te worden toegepast van 1%. Dit moet worden berekend over het bedrag dat Elek Secure de maand daarvoor aan [eiser] had moeten voldoen, zijnde € 2.399,72 bruto. Het salaris van 1 oktober 2011 tot 1 februari 2012 (de volgende loonsverhoging) had derhalve moeten zijn € 2.423,71 bruto. Dit betekent dat [eiser] in die periode € 513,24 bruto te weinig heeft ontvangen (4 maanden x een verschil van € 128,31 bruto per maand (€ 2.423,71 - € 2.295,40)).
4.10.
Per 1 februari 2012 diende een loonstijging te worden toegepast van 1,15%. Dit moet worden berekend over het bedrag dat Elek Secure de maand daarvoor aan [eiser] had moeten voldoen, zijnde € 2.423,71 bruto. Het salaris van 1 februari 2012 tot 1 augustus 2012 (de volgende loonsverhoging) had derhalve moeten zijn € 2.451,58 bruto. Dit betekent dat [eiser] in die periode € 937,08 bruto te weinig heeft ontvangen (6 maanden x een verschil van € 156,18 bruto per maand (€ 2.451,58 - € 2.295,40)).
4.11.
Per 1 augustus 2012 diende een loonstijging te worden toegepast van 1,15%. Dit moet worden berekend over het bedrag dat Elek Secure de maand daarvoor aan [eiser] had moeten voldoen, zijnde € 2.451,58 bruto. Het salaris van 1 augustus 2012 tot 1 februari 2013 (de volgende loonsverhoging) had derhalve moeten zijn € 2.479,77 bruto. Dit betekent dat [eiser] in die periode € 1.106,22 bruto te weinig heeft ontvangen (6 maanden x een verschil van € 184,37 bruto per maand (€ 2.479,77 - € 2.295,40)).
4.12.
Per 1 februari 2013 diende een loonstijging te worden toegepast van 1,15%. Dit moet worden berekend over het bedrag dat Elek Secure de maand daarvoor aan [eiser] had moeten voldoen, zijnde € 2.479,77 bruto. Het salaris van 1 februari 2013 tot 1 augustus 2014 (einde dienstverband) had derhalve moeten zijn € 2.508,29 bruto. Dit betekent dat [eiser] in die periode € 3.832,02 bruto te weinig heeft ontvangen (18 maanden x een verschil van € 212,89 bruto per maand (€ 2.508,29 - € 2.295,40)).
4.13.
Het voorgaande betekent dat [eiser] nog recht heeft op een bedrag van € 9.219,23 bruto aan achterstallig salaris en eenmalige uitkering (€ 400,00 + € 729,85 + € 797,40 + € 68,86 + € 834,56 + € 513,24 + € 937,08 + € 1.106,22 + € 3.832,02). Daar dient nog 8% vakantiebijslag bij te worden opgeteld, zodat het totaal komt op een bedrag van € 9.956,77 bruto. Daar komt dan nog bij het vakantiegeld over 2014 ad € 2.203,58 bruto, dat door Elek Secure niet is betwist. Hiermee komst het totaalbedrag dat zal worden toegewezen op € 12.160,35 bruto. Voor zover [eiser] ook nog heeft aangegeven dat hem ten onrechte geen vakantiegeld over 2013 is uitgekeerd omdat dit is verrekend met een pretense schuld, oordeelt de kantonrechter dat dit onvoldoende is onderbouwd en overigens ook niet voldoende duidelijk onderdeel uitmaakt van het totaal gevorderde bedrag.
4.14.
Het voornoemde door de kantonrechter toe te wijzen bedrag kan door de kantonrechter niet worden gematigd. Wettelijke verhoging leent zich wel voor matiging en in het onderhavige geval ziet de kantonrechter aanleiding om de wettelijke verhoging te matigen tot nihil vanwege de financiële situatie van Elek Secure – die zij genoegzaam heeft aangetoond – en het feit dat [eiser] niet eerder dan na het rijzen van een conflict is begonnen over voornoemde bedragen. Wel zal over het toe te wijzen bedrag de wettelijke rente worden toegewezen vanaf de afzonderlijke data van opeisbaarheid. De kantonrechter kan geen betaling in termijnen opleggen. Hiervoor dient Elek Secure met [eiser] in overleg te treden.
4.15.
Nu Elek Secure niet heeft onderbouwd dat vanaf augustus 2013 nog salarisspecificaties of jaaropgaves zijn overgelegd, zal de vordering tot het overleggen daarvan worden toegewezen – met een iets ruimere termijn – op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag met een maximum van € 2.000,00.
4.16.
Elek Secure zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van [eiser]. De kantonrechter ziet geen reden hierover anders te oordelen, omdat Elek Secure al eerder had aangeboden een bedrag te willen betalen. Het aangeboden bedrag is immers niet betaald en was ook (aanzienlijk) lager dan het toe te wijzen bedrag. Bij de berekening van de proceskosten zal de kantonrechter uitgaan van het toe te wijzen bedrag en geen punt toekennen voor de dagvaarding gelet op de beperkte inhoud daarvan. De kantonrechter merkt op dat [eiser] in zijn processtukken op geen enkele wijze inzichtelijk heeft gemaakt hoe zijn vordering is opgebouwd. Weliswaar is een Excel-bestand met bedragen overgelegd (als productie 8c), maar [eiser] heeft nagelaten te onderbouwen op welke CAO-bepalingen zijn vordering is gegrond. Het is Elek Secure die dit bij conclusie van antwoord inzichtelijk(er) heeft gemaakt. De kosten aan de zijde van [eiser] worden aldus begroot op:
- dagvaarding € 92,82
- griffierecht € 462,00
- salaris gemachtigde €
300,00(1 punt x tarief € 300,00)
Totaal € 854,82
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.
De nakosten zullen worden toegewezen als hierna vermeld.
De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt Elek Secure hoofdelijk, in die zin, dat wanneer de een betaalt, de ander tot de hoogte van die betaling zal zijn bevrijd, om binnen drie dagen na heden aan [eiser] tegen bewijs van kwijting te betalen € 12.160,35 met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de respectieve data van opeisbaarheid tot de voldoening;
veroordeelt Elek Secure hoofdelijk, in die zin, dat wanneer de een betaalt, de ander tot de hoogte van die betaling zal zijn bevrijd, om binnen veertien dagen na heden aan [eiser] te verstrekken afschriften van de salarisspecificaties vanaf 1 augustus 2013 alsmede de jaaropgaven over 2013 en 2014 op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag of dagdeel dat Elek Secure niet aan de veroordeling voldoet met een maximum van € 2.000,00;
veroordeelt Elek Secure hoofdelijk, in die zin, dat wanneer de een betaalt, de ander tot de hoogte van die betaling zal zijn bevrijd, tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiser], tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 854,82, (waarin begrepen € 300,00 aan salaris gemachtigde), te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt Elek Secure hoofdelijk, in die zin, dat wanneer de een betaalt, de ander tot de hoogte van die betaling zal zijn bevrijd, onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door [eiser] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 100,00 aan salaris gemachtigde;
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.G.F. van der Kraats, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2014.