In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 30 april 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument, [eiser], en de Autogroothandel, vertegenwoordigd door gedaagden. [Eiser] had op 13 april 2013 een Chevrolet Captiva gekocht voor € 9.900,00, maar ontdekte na aankoop dat de distributiekettingen ernstig versleten waren. Dit gebrek werd geconstateerd tijdens een onderhoudsbeurt op 12 juni 2013. [Eiser] heeft de Autogroothandel op 5 juli 2013 telefonisch geïnformeerd over het probleem, maar heeft geen schriftelijke aanmaning gestuurd om het gebrek te herstellen. [Eiser] vorderde schadevergoeding van de Autogroothandel, inclusief herstelkosten en buitengerechtelijke kosten.
De kantonrechter oordeelde dat de Autogroothandel aansprakelijk was voor het gebrek, maar dat [eiser] niet aan de eis van een schriftelijke aanmaning had voldaan. De rechter overwoog dat de Autogroothandel niet in zijn belang was geschaad, omdat het gebrek al telefonisch was gemeld. De kantonrechter besloot dat de Autogroothandel tot vergoeding van de herstelkosten moest worden veroordeeld, maar slechts tot het bedrag dat de Autogroothandel zelf had moeten maken als hij de gelegenheid had gekregen om het gebrek te herstellen. De kantonrechter kende een bedrag van € 1.000,00 toe voor de herstelkosten en € 93,78 voor de kosten van de constatering van het gebrek door een derde partij.
De rechter compenseerde de proceskosten, waardoor elke partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.