4.3Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Aangever [slachtoffer] heeft op 8 augustus 2014 -zakelijk weergegeven- het volgende
verklaard:
Op 7 augustus 2014 heb ik mijn auto geparkeerd op de carpoolplaats [A] bij
[plaats]. Ik zag toen dat er een donkere auto pal naast mij kwam staan aan de
bijrijderskant. Ik zag dat daar twee mannen in zaten. Ik zag dat ze bewegingen met hun
armen maakten en ik hoorde dat zij wat naar mij riepen. Ik zag dat de bestuurder van die
auto mij aankeek terwijl hij gebaren maakte. Ik kreeg meteen het gevoel dat het niet pluis
was. Ik zag dat de bestuurder uitstapte en achter mijn auto langsliep naar mij toe. Ik stapte
toen uit mijn auto.Ik zag dat de bestuurder zich toen heel breed maakte en tegen mij begon
te schreeuwen. Ik voelde dat hij mij uit het niets begon te slaan en te schoppen. Ik weet dat
hij met zijn gebalde vuisten op mijn gezicht in sloeg. Toen zag ik dat ook de bijrijder er bij
was komen staan. Ik hoorde dat hij zei: “Ik schiet je dood, ik schiet je dood, ik schiet je
dood, geef mij je sleutels of geld.” Ik zag toen dat de bijrijder mij een stoot in het gezicht
gaf op mijn linkeroog. Ik zag dat hij dit deed met een gebalde vuist. Ik werd door beide
mannen geslagen en geschopt. Ik weet niet meer hoe ze aan mijn sleutel zijn gekomen,
omdat ik mij aan het verweren was. Het lukte mij toen om de autosleutel te pakken te
krijgen, althans een deel van de autosleutel. Toen ben ik weggerend. Toen kwam de
bestuurder achter mij aan. Ik ben toen gevallen. De sleutel schoot toen uit mijn hand en
kwam op de grond terecht.
In de geneeskundige verklaring betreffende de heer [slachtoffer] en opgemaakt op 8 augustus
2014 wordt onder meer het volgende letsel vermeld:
- Hematomen;
- Cavum orale: elementen 21 en 22 iets los;
- oppervlakkige huidwond;
- Os nasale fractuur.
Op foto’s van [slachtoffer], die als bijlagen bij de geneeskundige verklaring zijn gevoegd, is te zien dat hij hematomen heeft in het gezicht, met name rondom het linker oog, en dat hij diverse huidwonden heeft die hebben gebloed.
Getuige [getuige] heeft -zakelijk weergegeven- het volgende verklaard:
Op 8 augustus 2014 was ik op de carpoolplaats. Ik zag dat een auto aan kwam rijden. Ik zag dat hierin twee personen zaten.De auto was een Opelachtig type. Ik zag dat de twee mannen richting een andere auto op de parkeerplaats reden, een Audi. Ik zag dat de bestuurder van de Audi uitstapte. Ik zag dat de twee mannen ook uitstapten. Ik zag dat ze hierna direct op de bestuurder van de Audi begonnen in te slaan. Ik zag dat beide mannen met gebalde vuisten op het gezicht van de man sloegen.
Ik zag dat één van de mannen werd aangehouden door wat politieagenten.
Verbalisant [verbalisant 2], agent van politie Eenheid Midden-Nederland, heeft verklaard:
Op 8 augustus 2014 omstreeks 00.33 uur waren wij ter plaatse op de carpoolplaats. Ik zag een Opel waarin twee mannen zaten. Na aanhouding van de bestuurder zag ik dat er onder de automat aan de bestuurderskant van de Opel twee sleutels en een autosleutel van het merk Audi liggen. Het slachtoffer herkende de sleutelbos als die van hem.
De verdachte heeft ter terechtzitting -zakelijk weergegeven- het volgende verklaard:
Ik heb [slachtoffer] op een parkeerplaats bij [plaats] geslagen. Ik was daar als bestuurder van een Opel. De persoon met wie ik samen was, heeft [slachtoffer] ook geslagen. Ik heb geroepen: “Geef je sleutel!” Ik heb toen zijn autosleutel gepakt. Ik wilde die sleutel hebben, omdat ik bang was dat hij achter mij aan zou komen met zijn auto.
Aangever [verbalisant 1] heeft -zakelijk weergegeven- het volgende verklaard:
Ik werk bij de politie bij de Eenheid Midden-Nederland. Op 8 augustus 2014 waren mijn collega [verbalisant 2] en ik op de carpoolplaats te [plaats]. Uitgestapt op de carpoolplaats zag ik een auto recht op mij af komen rijden. Ik keek de bestuurder recht in zijn ogen en ik schreeuwde dat hij moest stoppen. Ik zag dat het portier van deze auto nog open stond. Ik zag en hoorde dat de bestuurder extra gas gaf en dat het toerental van de motor omhoog ging. Ik zag de auto recht op mij afkomen.De snelheid waarmee het voertuig reed was tussen de twintig en dertig kilometer per uur.Door weg te springen kon ik voorkomen dat ik frontaal werd aangereden. Ik voelde wel dat ik licht werd geraakt door het openstaande portier.
Verbalisant [verbalisant 2] heeft -zakelijk weergegeven- het volgende gerelateerd:
Op 8 augustus 2014 waren verbalisant [verbalisant 1] en ik op de carpoolplaats [A]. Ik zag dat een man rende van het ene voertuig naar het andere, van de Audi richting de Opel. Ik zag dat de man in de Opel stapte en ging rijden. Ik zag dat [verbalisant 1] uit het dienstvoertuig stapte en richting de Audi en de Opel liep. Ik zag dat de Opel richting [verbalisant 1] reed. Ik zag dat de Opel versnelde en op [verbalisant 1] inreed. Ik zag dat [verbalisant 1] opzij moest springen om de Opel te ontwijken. Als [verbalisant 1] dit niet gedaan zou hebben, zou de Opel [verbalisant 1] hebben aangereden.
Ik zag dat de Opel de greppel inreed. Ik zag dat de Opel vast stond in de greppel. Daar zag ik [verbalisant 1] bovenop de verdachte zitten.
Getuige [getuige] heeft -zakelijk weergegeven- het volgende verklaard:
Op 8 augustus 2014 was ik op de carpoolplaats.De verlichting op de parkeerplaats was gewoon goed.
De verdachte heeft ter terechtzitting -zakelijk weergegeven- het volgende verklaard:
Nadat ik op 8 augustus 2014 op de carpoolplaats [A] de sleutels had afgepakt van [slachtoffer], ben ik terug gerend naar de auto. Ik ben gaan rijden. De deur ging niet dicht. Bij het wegrijden was mijn deur dus open. Het kan zijn dat ik de agent bij mijn vlucht heb geraakt met de deur van mijn auto.
De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden worden slechts gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.