Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[moeder],
[pleegmoeder],
1.Verloop van de procedure
- de vader en zijn advocaat, mr. R.F.P. Scheele,
- de heer [B], vertegenwoordiger namens de WSJ,
- de heer [D] namens de Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen: de Raad,
- mr. M. Erkens, advocaat van de pleegmoeder.
2.De feiten
- [minderjarige] slaapt niet bij vader.
- [minderjarige] douchet niet bij vader.
- [minderjarige] is niet op andere momenten bij vader dan bovenstaand.
- [minderjarige] wordt niet door vader gehaald of gebracht naar school.
- Vader is in het bijzijn van [minderjarige] in het zicht van volwassenen.
- [minderjarige] is niet alleen met vader.
- [minderjarige] wordt niet aan/of uitgekleed door vader, dus activiteiten zoals zwemmen kunnen niet worden ondernomen.
- [minderjarige] wordt op een leeftijdsadequate manier aangesproken en er worden kindvriendelijke activiteiten met haar ondernomen.
- Er worden geen geheimen of leugens verteld aan [minderjarige].
- [minderjarige] wordt niet gemanipuleerd.
- De broer van vader, [A], mag alleen met bezoeken aanwezig zijn bij [minderjarige] mits hij geen alcohol heeft gedronken.
- [minderjarige] is geen getuige van ruzies of agressie in welke vorm dan ook.”.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
ofde zondag met zich mee brengt, is dan ook niet in het belang van [minderjarige]. Dit is ter zitting ook namens de Raad onderschreven.