ECLI:NL:RBMNE:2014:6159

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 december 2014
Publicatiedatum
27 november 2014
Zaaknummer
2716195 UC EXPL 13-10512
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over afrekening van energiemaatschappij en ontbinding van overeenkomst

In deze zaak heeft eiser, [eiser], een geschil met de besloten vennootschap NutsService B.V., handelend onder de naam BudgetEnergie, over de afrekening van energieverbruik. Eiser heeft via de vergelijkingssite Easyswitch.nl een overeenkomst gesloten met BudgetEnergie voor de levering van elektriciteit en gas. Eiser heeft echter geklaagd over de te late opstelling van de jaarafrekening en het niet tijdig terugbetalen van teveel betaalde voorschotten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat BudgetEnergie de jaarafrekening niet binnen de wettelijke termijn van acht weken heeft opgesteld, wat leidt tot een veroordeling tot betaling van wettelijke rente over het te laat terugbetaalde bedrag. De kantonrechter oordeelt echter dat de vertraging in de afrekening geen grond vormt voor ontbinding van de overeenkomst, aangezien BudgetEnergie haar verplichtingen tot levering van energie is nagekomen. Eiser heeft ook vorderingen ingediend voor schadevergoeding en buitengerechtelijke kosten, maar deze zijn afgewezen omdat er geen rechtsgrond voor bestaat. De kantonrechter heeft de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 3 december 2014.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 2176195 UC EXPL 13-10512 asp/1189
Vonnis van 3 december 2014
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [eiser],
eisende partij,
gemachtigde: [eiser],
tegen:
de besloten vennootschap
NutsService B.V., tevens h.o.d.n. BudgetEnergie,
gevestigd te Amsterdam,
verder ook te noemen BudgetEnergie,
gedaagde partij,
verschenen bij [A] en [B], beiden werkzaam bij BudgetEnergie.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 april 2014
- de pleitzitting van 6 augustus 2014 en het daarvan opgemaakte proces-verbaal.
Tijdens de pleitzitting hebben [eiser] en BudgetEnergie aan de hand van overgelegde pleitnota’s het woord gevoerd. Ook hebben zij ieder enkele producties overgelegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft via de website Easyswitch.nl bij BudgetEnergie een aanvraag ingediend om bij BudgetEnergie elektriciteit en gas af te nemen. Easyswitch.nl, een zogenoemde vergelijkingssite, heeft (blijkens productie 1 bij dagvaarding en productie 1 bij conclusie van dupliek) op de door haar vermelde mogelijkheid om bij BudgetEnergie een overeenkomst af te sluiten vermeld:
“(…)
 Wij vermelden onafhankelijk alle leveranciers voor u.
(…)”
[eiser] heeft als zijn gegevens ingevuld:
“(Verbruik: Meter: Enkele meter
Elektriciteitsverbruik: 2000
Gasverbruik: 2000
(…)”
Onder het kopje “Product details ”staat het volgende:
“(…)
Elektriciteit Gas
Leverancier BudgetEnergie BudgetEnergie
Naam Budgetstroom 3 jaar vast Gas 3 jaar vast
Soort Groen Groen
Contractduur 36 maanden 36 maanden
Vaste prijs ja ja
Vrij opzegbaar nee nee
< 1jr: € 50,00 < 1jr: € 50,00
Boete bij 1-1,5 jr: €50,00 1-1,5 jr: €50,00
contractbreuk 1,5jr-2jr: € 75,00 1,5jr-2jr: € 75,00
2jr-2,5jr: € 100,00 2jr-2,5jr: € 100,00
>2,5jr: € 125,00 >2,5jr: € 125,00
Cashback €260 euro wordt ná 1 jaar automatisch verrekend. Indien u eerder dan het jaar het contract verbreekt vervalt de Cashback. De actie geldt alleen voor nieuwe klanten. De korting is al van het totaalbedrag afgetrokken. De prijs die u ziet in onze vergelijker is de prijs die u betaald
Combinatiekorting heeft over het eerste jaar nadat de korting verrekend is (gerekend met het verbruik van opgave). Wanneer het contract voortijdig wordt beëindigd, vervalt het recht op de korting.
Actievoorwaarden Budgetstroom 3 jaar Vast
Elektriciteit (per KWh) Gas (per m3) incl. regiotoeslag
Prijs excl. BTW € 0,0603 € 0,03252
BTW 19% € 0,0114+ € 0,0618+
Subtotaal € 0,0717 € 0,3869
Energiebelasting incl
19% BTW € 0,1334+ € 0,1950+
Totaal incl. BTW en
Energiebelasting € 0,2051 € 0,5819
(…)”
Vervolgens staat vermeld dat de totale kosten bedragen inclusief netwerkkosten en inclusief BTW en verminderd met een korting van € 86,66 per jaar € 1.628,85.
[eiser] heeft op basis van deze gegevens een aanvraag ingediend bij BudgetEnergie. Daarbij heeft hij onder meer “aangevinkt” dat hij per automatische incasso zal betalen en dat hij met de algemene voorwaarden van BudgetEnergie akkoord gaat.
2.2.
Bij e-mail van 4 december 2011 heeft Easyswitch.nl de aanvraag via haar website aan [eiser] bevestigd.
2.3.
Per e-mail van 23 december 2011 heeft BudgetEnergie vermeld:
“(…)
Je korting
De korting die je van BudgetEnergie ontvangt, wordt aan het eind van je contract verrekend. Je korting bedraagt: € 260,--.
(…)
Bedenktijd
Is deze e-mail niet voor je bedoeld, verkeerd geadresseerd of wil je de overstap alsnog annuleren? Laat dit dan binnen 7 dagen na dagtekening van deze e-mail aan ons weten.
(…)”
Bij deze e-mail was de “Leveringsovereenkomst Elektriciteit en Gas – particulier” (hierna: de overeenkomst) meegezonden. In de bijlage “Tarieven Elektriciteit 3 jaar Vast en Gas 3 jaar Vast – Particulier” staan voor elektriciteit en gas dezelfde eenheidsprijzen als de in punt 2.1 van dit vonnis zijn vermeld. Voorts is vermeld dat een vastrecht verschuldigd is van
€ 5,95 per jaar per aansluiting, waarvan de helft, € 35,70, in een keer bij aansluiting in rekening wordt gebracht en de andere helft per maand zal worden geïncasseerd, dus € 5,95 per maand voor beide aansluitingen tezamen. Verder is vermeld dat [eiser] kosten voor netbeheer verschuldigd is, te weten € 215,65 per jaar (€ 17,97 per maand) voor elektriciteit en € 162,14 per jaar (€ 13,51 per maand) voor gas.
Tevens is vermeld dat een voorschot zal worden berekend op basis van de opgaaf door [eiser] of gegevens van de netbeheerder en dat eenmaal per jaar een jaarafrekening wordt opgemaakt op basis van “door jou” opgegeven actuele meterstanden.
De in 2.1 weergegeven boetes bij contractbreuk staan ook vermeld..
2.4.
In december 2012 heeft BudgetEnergie [eiser] verzocht de meterstanden aan haar door te geven. Uit de e-mail van BudgetEnergie aan [eiser] van 14 januari 2013 blijkt:
“(…)
Wij hebben de volgende standen van u ontvangen.
Uw meterstanden
Meter 1 (enkel of hoog): 0 kWh
Meter 2 (of laag): 469 kWh
Gas: 1219 m3
Opnamedatum: 24-12-2012
(…)”
2.5.
Nadat BudgetEnergie per e-mail van 5 februari 2012 aan [eiser] onder meer had geschreven dat [eiser] de jaarnota binnen vijf weken kon verwachten, heeft [eiser] per e-mail van 26 februari 2012 aan BudgetEnergie laatstgenoemde in gebreke gesteld voor het niet verzenden van de jaarnota en het niet terugbetalen van het eventueel teveel betaalde. [eiser] geeft BudgetEnergie gelegenheid om uiterlijk 13 maart 2012 de jaarnota te sturen en het teveel betaalde terug te betalen.
2.6.
Op 4 juli 2013 heeft BudgetEnergie een jaarnota aan [eiser] gestuurd. Daarin is met betrekking tot de periode 15 december 2011 (de begindatum van de overeenkomst) tot 24 december 2012 (productie 1 bij conclusie van natwoord) vermeld dat
a. het elektriciteitsverbruik 469 kWh (hoog) bedraagt, wat tegen een tarief van € 0,0666 per kWh, vermeerderd met energiebelasting, vastrecht, netbeheerkosten en BTW, verminderd met heffingskorting neerkomt op € 28,94 over deze periode;
b. het gasverbruik 1.219 m3 bedroeg, omgerekend € 1.226,44 m3, met tarief van € 0,3252 per m3 en vermeerderd met energiebelasting, vastrecht en netbeerkosten en BTW neerkomt op een jaarbedrag van € 958,71,
c. [eiser] een bedrag van € 1.033,73 zal ontvangen, te weten de som van de verbruikskosten onder a en b, verminderd met de door hem betaalde voorschotten van € 2.021,40. Dit bedrag is door BudgetEnergie aan [eiser] betaald.
2.7.
Bij brief van 17 juli 2013 heeft BudgetEnergie het in 2.6 vermelde bedrag gewijzigd in € 1.037,33, welke aanpassing is veroorzaakt door een aanpassing van het te hanteren elektriciteitstarief in € 0,0603 per kWh exclusief BTW, overeenkomstig hetgeen in de overeenkomst is neergelegd.
2.8.
In de loop van 2013 is tussen partijen discussie ontstaan over de hoogte van het door [eiser] te betalen maandelijkse voorschot. Ook is tussen hen per e-mail gecorrespondeerd over de al dan niet juiste werking van de elektriciteitsmeter.
2.9.
Bij e-mail van 22 juni 2013 aan BudgetEnergie heeft [eiser] de overeenkomst ontbonden “op grond van de door BudgetEnergie geleverde wanprestatie”, vanwege het niet tijdig opstellen van de jaarafrekening en het niet tijdig terugbetalen van hetgeen [eiser] te veel heeft betaald aan voorschotten.
2.10.
[eiser] heeft aansluitend aan de overeenkomst met BudgetEnergie een overeenkomst gesloten met Energiedirect.nl voor het leveren van elektriciteit en gas.
2.11.
Bij diverse brieven heeft BudgetEnergie aan [eiser] de eindafrekening verstrekt. Het betrof de periode 24 december 2012 tot en met 3 juli 2013, de einddatum van de overeenkomst. Na twee onjuiste berekeningen heeft BudgetEnergie op 9 september 2013 de definitieve afrekening aan [eiser] gezonden op basis van dezelfde methodiek en prijzen als in de jaarafrekening is vastgesteld dat het elektriciteitsverbruik € 13,65 bedroeg, het gasverbruik € 641,47, en het totaal van de betaalde voorschotten € 1.104,00. Het door [eiser] terug te ontvangen bedrag bedroeg € 318,88. Dit bedrag is door [eiser] betaald.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] heeft aanvankelijk een provisionele eis (genummerd I) ingediend. Deze heeft hij nadien ingetrokken, zodat die eis verder onvermeld blijft.
[eiser] vordert na meerdere eiswijzigingen dat de kantonrechter bij uitvoerbaar te verklaren vonnis op een groot aantal punten uitspraak zal doen over de inhoud van de overeenkomst tussen partijen en in het kielzog daarvan voorts uitspraken zal doen over de wijze waarop BudgetEnergie volgens [eiser] wanprestatie heeft gepleegd ten opzichte van hem. Verder wenst [eiser] uitgesproken te hebben dat hij door de wanprestatie van BudgetEnergie gedwongen is met een andere energieleverancier een overeenkomst te sluiten (een dekkingskoop), hetgeen hem hoge(re) kosten heeft bezorgd. Tot slot wil [eiser] dat BudgetEnergie wordt veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten en tot de kosten van de procedure.
De kantonrechter ziet er vanaf om de vorderingen van [eiser] integraal over te nemen in dit vonnis. Voor zover nodig zal de kantonrechter hierna (delen van) de vordering vermelden.
3.2.
BudgetEnergie heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen hebben ieder een goot aantal producties overgelegd over de totstandkoming van de overeenkomst en over de wijze van totstandkoming van de afrekeningen, de voorschotten en de betalingen. Een voor dit vonnis relevantie selectie daarvan is onder de feiten opgenomen. Op basis van deze feiten oordeelt de kantonrechter als volgt.
4.2.
De overeenkomst is tot stand gekomen nadat [eiser] de vergelijking van diverse energieleveranciers had geraadpleegd via Easyswitch.nl. Easyswitch.nl is niet de contractant van [eiser], maar geeft als het ware een advies aan [eiser] op basis van door [eiser] op de website van Easyswitch.nl ingevulde gegevens. Naar aanleiding van het advies van Easyswitch.nl heeft [eiser] ervoor gekozen een aanvraag in te dienen bij BudgetEnergie. Uit de overeenkomst volgt dat die is gesloten onder de voorwaarden zoals deze door Easyswitch.nl aan [eiser] waren verstrekt. De kantonrechter verwijst kortheidshalve naar de onder 2.1 en 2.3 vastgestelde feiten.
Uit deze feiten blijkt dat de zogenoemde vaste prijzen bestaan uit een vast bedrag per kubieke meter afgenomen gas en per kilowattuur (kWh) afgenomen elektriciteit. De door Easyswitch.nl en daarna door BudgetEnergie genoemde jaarbedragen zijn gebaseerd op de bij de aanvraag door [eiser] vermelde te verwachten gebruiksgegevens van 2000 kWh elektriciteit en 2000 m3 gas per jaar. Hieruit volgt niet dat de genoemde jaarbedragen ook de daadwerkelijke jaarbedragen zijn. Die hangen immers af van het feitelijk verbruik. Uit de hier besproken feiten blijkt voorts dat de prijs niet alleen wordt bepaald door de energieprijs zelf, maar dat diverse andere bedragen die beïnvloeden. Dat betreft de energiebelasting, de kosten van netbeheer, de BTW en de aansluitkosten. Uit deze feiten volgt voorts dat [eiser] een korting zou krijgen van € 260,--, de cashbackkorting. Ook blijkt eruit dat er een enkele meter was voor het meten van de afgenomen elektriciteit.
4.3.
Het is gebruik in de energiebranche dat (particuliere) afnemers hun energieverbruik via voorschotten gedurende een gebruiksjaar aan de leverancier betalen. Aan het eind van het gebruiksjaar (of een gedeelte daarvan) wordt een afrekening opgemaakt door de meterstanden aan het begin van die periode. Het eindbedrag wordt dan normaliter verrekend met de door de afnemer betaalde voorschotten. Indien de afnemer minder heeft betaald aan voorschotten dan het totaal van het verbruik moet hij aan de leverancier bij betalen. In het andere geval moet de leverancier aan de afnemer het teveel betaalde terugstorten.
4.4.
Bij de afrekening wordt het totaal van de verbruikte elektriciteit, uitgedrukt in kWh, vermenigvuldigd met het contractuele tarief en vermeerderd met de in 2.3 vermelde bedragen.
Het aantal verbruikte kubieke meters gas wordt omgerekend tot de zogenoemde calorische waarde. Het is een feit van algemene bekendheid dat de calorische waarde van een kubieke meter (aard)gas wisselt. Deze waarde wordt periodiek vastgesteld aan de hand van onderzoek naar die waarde. Alle energieleveranciers dienen die waarde als uitgangspunt te nemen bij de berekening van waarde van het aantal gebruikte kubieke meters gas. Dit leidt in veel gevallen, zoals ook hier, tot een ander aantal berekende kubieke meters dan op de meter is af te lezen. [eiser] heeft deze berekeningsmethodiek op zichzelf ook niet bestreden, zodat de kantonrechter er ook om die reden van uitgaat.
4.5.
Op grond van de processtukken oordeelt de kantonrechter dat BudgetEnergie uiteindelijk de jaarafrekening en de eindafrekening heeft opgesteld aan de hand van de contractueel bepaalde prijzen, voorwaarden en bijkomende kosten. Er bestaat geen grond om aan de beide definitieve afrekeningen te twijfelen, ook niet met betrekking tot het toepassen van het enkeltarief, omdat uit de definitieve afrekeningen blijkt dat dat, overeengekomen, tarief is toegepast. De hierop betrekking hebbende vorderingen worden afgewezen.
4.6.
De afrekening dient te geschieden bij voorkeur op basis van het werkelijke verbruik. BudgetEnergie heeft in dat verband in december 2012 aan [eiser] verzocht de meterstanden door te geven. [eiser] heeft dat op 24 december 2012 gedaan. Volgens de stellingen van BudgetEnergie gaat op zo’n moment een termijn van acht weken lopen waarbinnen de leverancier een jaarafrekening moet opstellen. Deze termijn is neergelegd in artikel 2 van de Beleidsregels factureringstermijnen energie. BudgetEnergie heeft zich niet aan deze termijn gehouden.
4.7.
BudgetEnergie heeft als reden van deze termijnoverschrijding aangevoerd dat er onduidelijkheid bestond over de juistheid van de gegevens van het elektriciteitsverbruik. [eiser] had immers een stand van 0 kWh en een stand van 469 kWh doorgegeven. De verwarring bij BudgetEnergie ontstond omdat uit de gegevens van de netbeheerder zou blijken (BudgetEnergie heeft dit verweer niet onderbouwd) dat bij [eiser] een dubbele meter was geïnstalleerd, zodat de opgegeven metserstand volgens BudgetEnergie niet kon kloppen. Deze verklaring kan BudgetEnergie niet baten. Overeengekomen is immers dat [eiser] via een enkele meter elektriciteit zou afnemen, zodat BudgetEnergie wist en in elk geval kon weten dat er slechts via één meter elektriciteit zou worden afgenomen, hetgeen ook feitelijk is gebeurd. Het door [eiser] opgegeven elektriciteitsgebruik bleek ook juist te zijn. Indien BudgetEnergie meende dat de opgave niet juist zou zijn, ligt het op haar weg een onderzoek in te stellen. De kantonrechter verwijst nog naar artikel 12.2 van de algemene voorwaarden van BudgetEnergie, waarin is vastgelegd dat iedere partij een onderzoek kan (laten) instellen naar de juiste werking van een meetinrichting. De termijnoverschrijding is dan ook alleen toe te rekenen aan BudgetEnergie.
4.8.
Deze vaststelling is van belang voor het volgende. Uit de jaarafrekening over de periode 15 december 2011 tot 24 december 2012 blijkt dat [eiser] een te hoog voorschot heeft betaald, dat hij uiteindelijk pas in augustus 2012 terugbetaald heeft gekregen in plaats van acht weken na 24 december 2012, zijnde 25 februari 2013. [eiser] heeft BudgetEnergie hierover gemaand en aanvankelijk heeft BudgetEnergie in haar e-mail van 4 februari 2012 toegezegd dat de jaarafrekening binnen drie weken gereed zou zijn. Daaraan heeft zij zich niet gehouden. Het is redelijk dat BudgetEnergie aan [eiser] de wettelijke rente over het teveel betaalde bedrag vergoedt als vertragingsschade. De kantonrechter wijst deze wettelijke rente toe over de periode vanaf 14 maart 2013, de dag nadat BudgetEnergie volgens [eiser] in verzuim was (zie 6.3 van de akte uitlating producties tevens wijziging van eis op de rol van 19 maart 2014) met betrekking tot de jaarafrekening tot aan de dag van de betaling, dit op de wijze zoals hierna te vermelden.
4.9.
[eiser] vordert ook wettelijke rente over te hoge voorschotten. Die vordering wordt afgewezen omdat [eiser] niet eerder dan in de loop van 2012 heeft verzocht om een lager voorschot en het eerste voorschot is vastgesteld aan de hand van zijn eigen geschatte verbruik. Daarover treft BudgetEnergie geen verwijt.
4.10.
Met betrekking tot de eindafrekening oordeelt de kantonrechter dat die nagenoeg binnen de termijn acht weken is vastgesteld, zoals blijkt uit punt 2.11 van dit vonnis. Wel heeft BudgetEnergie het bedrag aan te veel betaalde voorschotten eerst op 29 november 2013 betaald, zonder dat BudgetEnergie daarvoor enige reden heeft gegeven, dit terwijl BudgetEnergie op de definitieve eindafrekening heeft gezegd dat zij dat bedrag na veertien dagen zou betalen, dus, aldus de kantonrechter op 23 september 2013. Aan [eiser] komt dan ook de wettelijke rente over het bedrag van € 318,88 toe vanaf 24 september 2013 tot 29 november 2013. Tot zover wordt de vordering toegewezen en voor het overige afgewezen.
4.11.
[eiser] heeft de overeenkomst ontbonden op de grond dat BudgetEnergie was tekortgeschoten in de nakoming van een tijdige afrekening over het eerste verbruiksjaar en daardoor met de vertraagde terugbetaling van teveel betaalde voorschotten. Hij vordert een verklaring voor recht dat hij dit op goede gronden heeft gedaan. Dat heeft hij echter niet gedaan. Hoewel de vertraagde afhandeling van de jaarrekening aan BudgetEnergie is te verwijten (de vertraagde betaling na de eindafrekening speelt hier geen rol), rechtvaardigt dat geen ontbinding van de overeenkomst. Immers, BudgetEnergie is gedurende de gehele periode dat de overeenkomst heeft voortgeduurd haar primaire verplichting tot het leveren van elektriciteit en gas nagekomen. De vertraging van de afrekening heeft geleid tot een relatief kleine vermogensrechtelijke schade van minder dan € 100,-- die via de toewijzing van de wettelijke rente wordt vergoed. Een dergelijke geringe niet-nakoming rechtvaardigt geen ontbinding van de overeenkomst. Het staat [eiser] vanzelfsprekend vrij over te stappen naar een andere energieleverancier, maar de eventuele nadelige financiële gevolgen dienen voor rekening van [eiser] te blijven en kunnen dus niet ten laste van BudgetEnergie worden gebracht.
De vorderingen van [eiser] strekkende tot een verklaring voor recht dat BudgetEnergie wanprestatie heeft gepleegd moeten, behoudens de toewijzing van de wettelijke rente over de vertraging in de afhandeling van de jaarafrekening en de eindafrekening, worden afgewezen. Bij een verklaring voor recht dat BudgetEnergie wanprestatie heeft gepleegd heeft [eiser] geen zelfstandig belang.
4.12.
Het zojuist verwoorde oordeel treft de vorderingen van [eiser] die richten op vergoeding van diverse posten die verband houden met zijn overstap naar Energiedirect.nl. Al die onderdelen van zijn vordering zullen worden afgewezen, omdat er geen rechtsgrond voor bestaat.
4.13.
Er is evenmin sprake van enig onrechtmatig handelen door BudgetEnergie, doordat BudgetEnergie het voorschot niet na drie maanden heeft verlaagd. Niet gebleken is dat [eiser] daar om heeft gevraagd. Ook blijkt niet dat BudgetEnergie eigener beweging had behoren vast te stellen dat het voorschot te hoog was. De opslag van € 5,95 per maand is gebaseerd op de contractuele bepaling over de afsluitkosten. De kantonrechter verwijst naar 2.3 van dit vonnis.
4.14.
Het komt er, samengevat, op neer dat er slechts grond is de wettelijke rente over het te laat betaalde bedrag van de jaarafrekening en de eindafrekening toe te wijzen. Dit betreft de toewijzing van de wettelijke rente over € 1.037,33 (zie punt 2.7 van dit vonnis) vanaf 14 maart 2012 tot 1 augustus 2012 betreffende € 809,33 (de eerste betaling van het teveel betaalde voorschot) en over € 100,-- tot 13 augustus 2012 (de tweede betaling) en over
€ 128,00 (het niet betaalde deel) tot de dag van de betaling. Uit de opmerking van BudgetEnergie in punt 60 van haar conclusie van dupliek leidt de kantonrechter af dat laatstgenoemd bedrag niet is betaald, zodat BudgetEnergie nog tot betaling van dat bedrag is gehouden. Voorts dient BudgetEnergie de wettelijke rente over € 318,88 vanaf 24 september 2013 tot 29 november 2013 te betalen. Alle andere vorderingen van [eiser] moeten worden afgewezen, ook die omtrent de buitengerechtelijke kosten. Immers, gesteld noch gebleken is dat [eiser] daadwerkelijk kosten heeft gemaakt.
4.15.
De kantonrechter ziet termen om de proceskosten tussen partijen te compenseren. Het uiteindelijk toe te wijzen deel van de vorderingen van [eiser] rechtvaardigen op zichzelf dat hij in de kosten van de procedure wordt veroordeeld, maar dan zou geen acht worden geslagen op de omstandigheid dat BudgetEnergie een aanzienlijk aandeel heeft gehad in het ontstaan van de problemen door niet tijdig de jaarafrekening op te maken, zonder dat daarvoor een goede grond bestond en dan ook nog eens die jaarafrekening eerst onjuist op te maken en in strijd met de contractueel vastgestelde tarieven. Dat gold ook de eindafrekening, die immers ook eerst op basis van onjuiste gegevens was opgemaakt. Dit heeft geleid tot een (onnodige) verharding van de standpunten, waarbij de enigszins vasthoudende opstelling van [eiser] zeker ook een rol heeft gespeeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt BudgetEnergie om aan [eiser] te betalen € 128,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 maart 2012 tot aan de betaling;
5.2.
veroordeelt BudgetEnergie om aan [eiser] te betalen de wettelijke rente over
€ 1.037,33 vanaf 13 maart 2012 tot 1 augustus 2012 en over € 100,-- vanaf 13 maart 2012 tot 13 augustus 2012;
5.3.
veroordeelt BudgetEnergie om aan [eiser] te betalen de wettelijke rente over
€ 318,88 vanaf 24 september 2013 tot 29 november 2013;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
compenseert de proceskosten, zodanig dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.6.
wijst hetgeen meer of anders is gevorderd af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.S. Penders, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2014.