Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
wonende te [woonplaats],
eiseres,
gemachtigde mr. A.A. Camonier,
MOOD FOR MAGAZINES B.V.,
gevestigd te Naarden,
gedaagde,
gemachtigde J.A. Tersteeg en mr. N.A. de Leeuw.
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 juli 2014 met producties 1 tot en met 11 zijdens [eiseres];
- de brief van 5 augustus 2014 van mr. N.A. de Leeuw met producties 1 tot en met 12 zijdens MFM;
- de brief van 6 augustus 2014 van mr. A.A. Camonier met aanvullende producties 12 tot en met 25 zijdens [eiseres];
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van mr. Camonier;
- de pleitnota van mr. Tersteeg.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
met een assistent heeft gewerkt” en dat
“er ook twee stagiairs waren”, te minder daar [eiseres] onweersproken ter zitting heeft verklaard dat zij haar directe collega slechts adviseerde en dat zij het aan haar leidinggevende voorlegde als zij merkte dat haar collega meer opleiding nodig had. Een leidinggevende positie impliceert dat de assistent en de stagiairs verantwoording aan [eiseres] moesten afleggen en dat zij orders van [eiseres] dienden op te volgen, terwijl op basis van het bovenstaande aannemelijker is dat [eiseres] de rol had van een collega die andere collega’s inwerkte. Ook het, overigens onweersproken, gegeven dat MFM een andere doelgroep heeft en een ander type klanten bedient, leidt voorshands nog niet tot de conclusie dat daarmee sprake is van wezenlijk andere vaardigheden en verantwoordelijkheden. De aard van de werkzaamheden is immers ongewijzigd gebleven.
400,--