Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1],
1.De procedure
2.De feiten
SCHULDBEKENTENIS EN AKTE VAN GELDLENING
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 januari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, [eiser sub 1] en [eiseres sub 2], en gedaagde, [gedaagde], over een geldlening. De eisers vorderden betaling van een bedrag van € 42.358,70, vermeerderd met contractuele rente, op basis van een schuldbekentenis en akte van geldlening die op 26 maart 2007 was ondertekend. Gedaagde betwistte de ontvangst van het geleende bedrag en stelde dat zij onder dwang had getekend. De rechtbank oordeelde dat gedaagde onvoldoende had betwist dat zij de schuldbekentenis had ondertekend en dat zij het geld had ontvangen. De rechtbank matigde de rente van 8% per maand, die in de overeenkomst was vastgelegd, tot de wettelijke rente, omdat de hoge rente naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar werd geacht. Het verstekvonnis dat eerder was gewezen, werd vernietigd en gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de hoofdsom en de wettelijke rente, evenals de proceskosten van zowel de eerste procedure als het verzet.