ECLI:NL:RBMNE:2014:5455
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. de Laat
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid en toepasselijkheid van het recht in een incassoprocedure met een buitenlandse rechtspersoon
In deze zaak vorderde de Gemeentelijk Autonoom Parkeerbedrijf Antwerpen (GAPA) een bedrag van € 76,14 van de gedaagde, die zonder geldig parkeerbewijs had geparkeerd in Antwerpen. De kantonrechter diende te beoordelen of de Nederlandse rechter bevoegd was om van de zaak kennis te nemen, gezien de gedaagde in Nederland woonachtig was en de overtreding in België had plaatsgevonden. De kantonrechter onderzocht de toepasselijkheid van de EEX-Verordening, die bepaalt dat deze van toepassing is in burgerlijke en handelszaken, maar niet in administratiefrechtelijke zaken. GAPA stelde dat het hier ging om een incasso van een retributie, maar de kantonrechter oordeelde dat dit administratiefrechtelijk van aard was en dus buiten de EEX-Verordening viel. Hierdoor werd de rechtsmacht van de Nederlandse rechter bepaald door het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat de rechter bevoegd is als de gedaagde in Nederland woont. Aangezien de gedaagde in Nederland woonde, was de Nederlandse rechter bevoegd om van de vordering kennis te nemen.
Daarnaast diende de kantonrechter te bepalen welk recht van toepassing was. De kantonrechter verwees naar de Rome II-verordening, die van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen. Aangezien GAPA in haar vordering was uitgegaan van de toepasselijkheid van Nederlands recht, werd zij in de gelegenheid gesteld haar stellingen aan te passen aan de toepasselijkheid van Belgisch recht, aangezien de schade zich in België had voorgedaan. De kantonrechter hield verdere beslissingen aan en verwees de zaak naar de rolzitting van 19 november 2014, waar GAPA haar stellingen kon aanpassen en de gedaagde schriftelijk kon reageren.