ECLI:NL:RBMNE:2014:508
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen politierechter in strafzaak
In deze wrakingszaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 februari 2014 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van politierechter mr. P. Bender. Het verzoek werd ingediend door de verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. F. Visser, naar aanleiding van een zitting op 5 december 2013. Tijdens deze zitting werd de strafzaak tegen verzoekster behandeld, waarbij mr. Bender als politierechter optrad. De verzoekster en haar medeverdachte waren niet zelf aanwezig, maar werden vertegenwoordigd door mr. Visser. Tijdens de zitting heeft mr. Visser mr. Bender gewraakt, omdat hij de schijn van vooringenomenheid zou hebben gewekt door een oordeel te geven over de geloofwaardigheid van de verklaringen van verzoekster.
De wrakingsprocedure werd openbaar behandeld op 24 januari 2014, waarbij zowel mr. Visser als mr. Bender aanwezig waren. Mr. Visser heeft het wrakingsverzoek toegelicht, terwijl mr. Bender aangaf niet te berusten in de wraking. De wrakingskamer heeft de feiten en omstandigheden rondom het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De wrakingskamer concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de vrees voor een gebrek aan onpartijdigheid van mr. Bender objectief gerechtvaardigd maakten.
De rechtbank oordeelde dat de procesbeslissing van mr. Bender om bepaalde getuigen niet te horen, niet op vooringenomenheid duidde. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af, met de overweging dat de door mr. Visser aangevoerde gronden niet voldoende waren om aan te nemen dat mr. Bender niet onpartijdig was. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.