3.1.verzoekt het Internationaal Juridisch Instituut (I.J.I.) te Den Haag om antwoord te geven op de volgende vragen (onder voorbehoud van een conveniërende begroting (3.2-3.4)):
ten aanzien van de (toekomstige) belastingschade
1. a. Welke vereisten gelden er naar Engels recht voor het bestaan van causaal verband tussen een wanprestatie en door een gelaedeerde geleden schade?
b. Kan een vrijwillig doen of nalaten van de zijde van de gelaedeerde volgend op de wanprestatie (zoals i.c.: het nalaten om alsnog vóór 6 april 2008 de tot en met 5 april 2007 opgebouwde rente in Engeland in te voeren) het causaal verband beïnvloeden? Zo ja, onder welke omstandigheden en op welke wijze?
c. Is voor het antwoord onder b. relevant of er aan het vrijwillig doen of nalaten van de gelaedeerde risico’s of nadelen verbonden zijn?
Bv. het risico dat de gelaedeerde kosten voor professionele bijstand moet maken om het intreden van die schade te voorkomen, en het risico dat - ondanks het maken van die kosten - de schade alsnog intreedt of zelfs groter wordt.
Bv. het nadeel dat de gelaedeerde volledige openheid aan de Engelse belastingdienst moet geven met als (mogelijk) gevolg stress en verlies van tijd en privacy.
Zo ja, hoe groot moeten die risico’s/nadelen zijn om invloed te kunnen hebben op het bestaan van causaal verband?
De volgende vragen 2-12 alleen beantwoorden, indien naar uw mening naar Engels recht in een geval als het onderhavige mogelijk causaal verband tussen wanprestatie en schade bestaat:
2. a. Bestaat er naar Engels recht een plicht voor de gelaedeerde om schade te beperken of te matigen? Zo ja, hoe wordt die verplichting toegepast?
b. Kan deze plicht voor een geval als het onderhavige meebrengen dat een gelaedeerde als [eiser] (a) de tot en met 5 april 2007 opgebouwde rente in Engeland had moeten invoeren en/of (b) bij afzien van het tijdig (vóór 6 april 2008) invoeren van het ‘vervuilde’ rentebedrag, het bedrag buiten Engeland had moeten aanwenden, indien hem dat minder nadeel oplevert dan de belastingdruk bij invoer in Engeland na 6 april 2008?
c. Kunt u hierbij aangeven of, en zo ja in hoeverre, het bestaan en de omvang van de bij vraag 1 bedoelde risico’s een rol kunnen spelen bij het aannemen van een schadebeperkingsplicht?
3. Indien vraag 2 bevestigend wordt beantwoord: wat is het gevolg van het niet in acht nemen van deze plicht? Kan dit leiden tot het in het geheel niet dan wel slechts gedeeltelijk verhaalbaar zijn van de schade op de aansprakelijke persoon? Zo ja, op welke wijze wordt de toepasselijke sanctie bepaald en in het bijzonder de omvang van een eventuele vermindering van de schadevergoeding?
De volgende vragen 4-12 alleen beantwoorden, indien naar uw mening naar Engels recht in een geval als het onderhavige mogelijk schadeplichtigheid bestaat:
4. Op welke wijze wordt de omvang van toekomstige schade in een geval als het onderhavige vastgesteld? Mag de rechter daarbij een inschatting maken van de kans dat de toekomstige schade zal worden geleden? Zo ja, onder welke omstandigheden mag de rechter een dergelijke inschatting maken en op basis van welke criteria wordt deze toekomstige schade vastgesteld?
5. Kan een door een gelaedeerde door een wanprestatie genoten voordeel (in casu bestaande uit na de wanprestatie ontvangen rente) in mindering worden gebracht op (of anderszins in ogenschouw worden genomen bij het vaststellen van) de schadevergoedingsplicht? Zo ja, welke vereisten gelden hiervoor?
6. Kan een schadevergoedingsplicht worden gematigd op basis van één van de volgende door Tiscali aangevoerde omstandigheden:
1) dat [eiser] de schade had kunnen voorkomen door de ‘vervuilde’ rente vóór 6 april 2008 in Engeland in te voeren of deze had kunnen beperken door een deel van de hoofdsom in Engeland in te voeren,
2) dat [eiser] jarenlang rente heeft genoten van het ‘vervuilde’ rentebedrag,
3) dat [eiser] de rente niet in Engeland hoeft in te voeren en onzeker is of hij daartoe zal overgaan en
4) dat er slechts sprake was van een relatief onschuldige fout aan de zijde van Tiscali?
Zo ja, op welke wijze wordt de omvang van een dergelijke matiging vastgesteld?
7. Op welke partij rust naar Engels recht de stelplicht en de bewijslast terzake van de hiervoor genoemde kwesties?
ten aanzien van de kosten voor het afsluiten van een kredietfaciliteit
8. Stelt het Engelse recht vereisten aan het causaal verband tussen een schadepost bestaande uit gevolgschade (in casu: de kosten voor het afsluiten van een kredietfaciliteit) en een wanprestatie als het onderhavige? Zo ja, welke?
9. In hoeverre is voor de verhaalbaarheid van dergelijke gevolgschade van belang of de gelaedeerde de betreffende schade had kunnen voorkomen en de laedens de schadepost had kunnen voorzien?
ten aanzien van de kosten wegens juridische bijstand
10. Kunnen naar Engels recht de (volledige) kosten van juridische bijstand van een partij worden verhaald op de wederpartij? Zo ja, op welke gronden en welke omstandigheden zou een Engelse rechter daarbij in acht nemen?
10. Op welke wijze stelt de Engelse rechter vast of bepaalde onderdelen van de kosten verhaalbaar zijn op de wederpartij?
10. Wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen kosten van juridische bijstand die zijn gemaakt vóór of gedurende een aanhangige gerechtelijke procedure? Zo ja, op welke wijze?
ten aanzien van alle onderwerpen
13. Heeft u nog overige opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?