4.3.2Bewezenverklaring
Bewijsuitsluitingsverweren
Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen, hebben er ten aanzien van de verhoren (zowel in Duitsland als in Nederland) geen vormverzuimen plaatsgevonden. Voor zover in het bevel tot infiltratie van 6 augustus 2013 ten onrechte niet de naam van verdachte is genoemd, betreft het geen aanzienlijke schending van een belangrijk vormvoorschrift. De rechtbank volstaat met de constatering dat in zoverre is gehandeld in strijd met artikel 126h, derde lid, aanhef en onder a, Sv.
Ten aanzien van het verweer dat strekt tot bewijsuitsluiting van de processen-verbaal infiltratie, omdat deze niet juist zijn ondertekend, overweegt de rechtbank als volgt.
In het dossier bevindt zich een proces-verbaal waarin beschreven is dat de politiële infiltranten die hebben gewerkt onder de bevelen stelselmatige informatie-inwinning, pseudokoop en infiltratie opgeleide politieambtenaren zijn die zijn gehouden aan hun ambtseed/ambtsbelofte. De politiële infiltranten zijn gecodeerd ingeschreven bij het Team Operationele Support van de landelijke eenheid onder codenummers A-3529, A-3560, A-3585, A-3586, A-3592 en A-2128. Ook voor wat betreft de inzet van de buitenlandse infiltrant A-2128 werd door het Team Operationele Ondersteuning positief advies uitgebracht. De begeleiding van de politiële infiltranten is verzorgd door verbalisanten B-1949 en B-1952 (WOD-dossier, pagina 3 en 4).
Hetgeen de raadsman heeft aangevoerd, kan geen aanleiding zijn voor bewijsuitsluiting. Voor zover de verdediging heeft bedoeld dat de inhoud van deze processen-verbaal alleen bruikbaar zijn voor zover deze inhoud telkens wordt ondersteund door ander bewijs, merkt de rechtbank op dat die eis niet volgt uit artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5, Sv.
Algemene bewijsmiddelen
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen op grond van de volgende bewijsmiddelen.
Aanleiding onderzoek
Het onderzoek onder de codenaam Commodore is gestart naar aanleiding van toenemende (internationale) signalen over drugshandel via het internet. Door middel van gebruik van het beveiligd [naam]-netwerk ([naam]-netwerk) is het mogelijk op anonieme wijze verdovende middelen te kopen en te verkopen.
Identificatie verdachten
Uit onderzoek komt naar voren dat een persoon die gebruik maakt van de gebruikersnaam [gebruikersnaam] zich via online marktplaats [naam] (hierna ook te noemen: [naam]) schuldig maakt aan handel in verdovende middelen.
Door een opsporingsambtenaar is contact gezocht met [gebruikersnaam]. Dit heeft geleid tot een afspraak met de persoon die de gebruikersnaam [gebruikersnaam] hanteert op 6 maart 2013.
Door het observatieteam zijn op 6 maart 2013 foto’s gemaakt van de persoon die zich bekend maakte als gebruiker van de accountnaam [gebruikersnaam]. Na afloop van de ontmoeting tussen de opsporingsambtenaar en de gebruiker van de accountnaam [gebruikersnaam] is waargenomen dat deze persoon het adres [adres] te [woonplaats] binnen ging. Op dit adres staat ingeschreven [medeverdachte 4], geboren op [1967] te [geboorteplaats]. Teneinde de persoon te kunnen identificeren is bij de gemeente de meest recente pasfoto van [medeverdachte 4] opgevraagd. Dit leverde als resultaat op dat de persoon die de opsporingsambtenaar heeft ontmoet en die zich bekend maakte als de gebruiker van de accountnaam [gebruikersnaam] geïdentificeerd is als [medeverdachte 4], geboren op [1967] te [geboorteplaats].
Op 10 juni 2013 ontvangt [medeverdachte 4] een sms-bericht van het mobiele Duitse nummer [telefoonnummer] (hierna te noemen: *[telefoonnummer]) met de tekst
“Hey [medeverdachte 4], this is my new number [A]”.
Op 12 juni 2013 wordt een sms gestuurd naar de gebruiker van telefoonnummer *[telefoonnummer] met de inhoud:
“(..) i want from you that you com here must talk with you”
Op 12 juni 2013 wordt een sms gestuurd door de gebruiker van telefoonnummer *[telefoonnummer] met de inhoud:
“is Friday ok. I stay till Saturday”
Uit het sms-verkeer maakt de politie op dat [medeverdachte 4] en de persoon die zich [A] noemt elkaar zullen ontmoeten in Woerden op vrijdag 14 juni 2013.
Op 14 juni 2013 omstreeks 12.40 uur neemt het observatieteam waar dat er een auto voorzien van Duitse kentekenplaten in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 4] staat. Dit betreft het kenteken [kenteken].Het voertuig staat op naam van [verdachte], geboren op [1992] en wonende te [adres] te [geboorteplaats].
Om de persoon die gebruik maakt van de naam [A] te identificeren is bij de Duitse opsporingsinstanties de meest recente pasfoto van [verdachte] opgevraagd. De persoon op de foto blijkt één en dezelfde persoon te zijn als de persoon die door het observatieteam is gezien.
[verdachte] heeft verklaard dat hij meerdere gebruikersnamen heeft op [naam] en dat één daarvan [A] is.
[medeverdachte 1] heeft met betrekking tot [naam] verklaard dat hij de vendor account [naam] van [medeverdachte 4], die hij [medeverdachte 4] noemt, heeft gekregen. [medeverdachte 1] had toegang tot de vendor account [naam] en ook had hij toegang tot de moderator account [naam].
Op 15 september 2013 maakt een politie-infiltrant samen met [medeverdachte 4] een afspraak met [A].Tijdens deze ontmoeting stelt een persoon zich voor als [A]. [medeverdachte 4] vertelt dat de persoon die zich voorstelde als [A], [A] was. [A] vertelde dat het verhaal van [medeverdachte 4] klopte.Op 19 september 2013 heeft dezelfde politie-infiltrant een ontmoeting met dezelfde persoon.[A] vertelde dat hij graag als [A] aangesproken wil worden.
In een logbestand op internetsite www.[naam].nl is een chatsessie aangetroffen tussen chatdeelnemers ‘[naam]’ en ‘[naam]’.[naam] vraagt in dit gesprek aan [naam]:
“can y give me your name on [naam] to verify :)”. [naam] antwoordt daarop:
“[A]”.
[verdachte] heeft verklaard dat hij betrokken is bij [naam] en [naam], net als [naam] respectievelijk [naam]. Het gaat om binnen de internetplatformen toegepaste bijnamen, die door een enkele persoon worden gebruikt. Het contact met [naam] kwam via [naam] tot stand. Nadat [medeverdachte 4] wegens drugssmokkel begin oktober 2013 werd gearresteerd, werd [naam] moderator van de Nederlandse sectie van [naam]. Met [naam] is [verdachte] via het [naam] forum in contact gekomen.
Uit de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 4] gebruik maakt van de naam [gebruikersnaam], dat [verdachte] gebruik maakt van de namen [A], [A], [A] en [naam] en dat [medeverdachte 1] gebruik maakt van de naam [naam].
Telefoonnummers
Op 14 maart 2013 geeft [medeverdachte 4] een mobiel telefoonnummer aan een medewerker van het team Werken onder Dekmantel. Dit telefoonnummer betreft het nummer [telefoonnummer] (hierna te noemen: *[telefoonnummer]).
Op 13 juni 2013 ontvangt A-3529 een sms-bericht van het nummer [telefoonnummer] (hierna te noemen: *[telefoonnummer]) met de tekst
“Mijn nieuwe nummer is [telefoonnummer] groet.[medeverdachte 4]”.
Op 4 oktober 2013 is onder [medeverdachte 4] een Samsung-telefoon in beslaggenomen.Deze telefoon bevatte een simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer].
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij een GSM heeft met het nummer [telefoonnummer] (hierna te noemen: *[telefoonnummer]).
Ten aanzien van de afgeluisterde telefoongesprekken op 3 juli 2013 te 16.40 uur (664), 5 juli 2013 te 00.51 en 00.15 uur (716 en 715), 9 juli 2013 te 18.14 uur (856) en 11 juli 2013 te 15.28 uur heeft [medeverdachte 2] verklaard dat dit gesprekken zijn tussen [medeverdachte 2] zelf en [medeverdachte 4] uit [woonplaats].
Op 19 september 2013 ontmoet A-3560 [A]/[A]/[A]. [A] vertelt dat hij een Nederlandse prepaid telefoon gebruik voor zijn zaken en dat het telefoonnummer daarvan is [telefoonnummer] (hierna te noemen: *[telefoonnummer]).
Op 10 juni 2013 ontvangt [medeverdachte 4] een sms-bericht van het mobiele Duitse nummer [telefoonnummer] met de tekst
“Hey [medeverdachte 4], this is my new number [A]”.
Feit 1
Het bewijs
14 juli 2013
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij meermalen met [medeverdachte 4] naar Duitsland is gereden en dat hij weet dat [medeverdachte 4] een drugsdealer is.
Op 9 juli 2013 te 16.49.52 stuurt [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) een sms-bericht naar [medeverdachte 2] (*[telefoonnummer]) met de tekst “
Kan je donderdag naar koln?”.
Op 11 juli 2013 te 13.31 uur ontvangt [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) een sms-bericht van [verdachte] (*[telefoonnummer]) met de tekst:
Heb je mijn mail gehad? heb keta en wiet nodig:) (..) LC
Op 11 juli 2013 te 15.28 uur belt [medeverdachte 2] (*[telefoonnummer]) naar [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]). Het gesprek houdt het volgende in:
[medeverdachte 4] vraag(t) welke dag [B] kan. [B] vraagt of dat om dat ritje gaat. Ja zegt
[medeverdachte 4].
[B] zegt dat hij vrijdag, zaterdag en zondag kan.
Zaterdag heb ik pas die handel.
Op 13 juli 2013 vindt het volgende sms-contact plaats tussen [medeverdachte 2] (*[telefoonnummer]) en [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]):
13-7-2013 17.55.28
Alles gaat door hoor morgen kan je rond
13-7-2013 18.13.37
Hoe laat bij jou?
13-7-2013 18.37.17
Uurtje of 11
13-7-2013 18.37.53
Ben ik er
13-7-2013 18.38.51
Top man
Op 14 juli 2013 te 0:05:36 uur belt [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) met een onbekende man (*[telefoonnummer]). Het gesprek houdt het volgende in.
001 [medeverdachte 4] ([medeverdachte 4]) [medeverdachte 4] (sh) belt uit met 011 NN-man (sh)
Begroeting
001: Hoeveel van die kleintjes heb jij meegenomen?
011: Wat zegt die?
001: Hoeveel van die kleintjes heb jij meegenomen?
011: 3.000.
001: Net-sterril (fon)
011: Hé?
001:Hoeveel zitten er in een zakje dan?
011: Wat zeg je nou?
001: Hoeveel zitten er in zon zak?
011: In zon zak?
001: Ja in zo’n zakje, het zijn allemaal kleine zakkies he.
011: Oh oh honderd, honderd.
001:100, ja nee dan kom ik te kort jonge.
011: Ja
001: Ja
011: Hoeveel zijn het er dan?
001 begint te tellen: 2, 4, 6 .... euh dan klopt het wel.
Op 14 juli 2013 te 00.24 uur wordt [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) gebeld door een onbekende man (*[telefoonnummer]). Het gesprek houdt het volgende in:
006 heeft slecht nieuws, 006 heeft maar 1 gekregen en de rest komt morgenochtend
10 uur.
001 wil dat wel zeker weten.
006 heeft die 1 al bij hem.
(..)
006: Ja mattie we zijn een team, maar moet ik die hele nu brengen naar je of
niet?
001: Ja doe maar. Kan ik al vast vacuum (fon) trekken.
001 zegt dat het niet uit maakt want het gaat toch om die tering Duitser en als
het niet goed is, dan kankert die lekker op. En euh wil die het niet, fuck-it
Op 14 juli 2013 vindt het volgende sms-contact plaats tussen [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) en [verdachte] (*[telefoonnummer]):
9:03:58
wanneer ontmoeten we elkaar 15 uur of eerder nog lc
9:29:03
Tussen 12 en 1400 was mijn plan als dit [zo] blijft ik laat
9:32:38
Oke en wil je a.u.b. de 100g wiet ‘vac’ zodat ik die simpelweg in een doos kan stoppen en versturen. Zie je straks.
9:38:18
Doe maar rond 15 en 16 uur in het hotel
10:51:42
We hebben ongeveer 1:5 uur nodig om daar te komen, net zoals jij
12:02:27
Oke, om 15 uur zijn we daar, ga je zien vriend
Op 14 juli 2013 te 12.00 uur wordt [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) gebeld door een Duits sprekende man (*[telefoonnummer]) en zegt [medeverdachte 4] dat hij denkt om 15.15 uur in Keulen (Duitsland) te zijn.
27 juli 2013
Op 21 juli 2013 te 00.29 uur ontvangt [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) een sms-bericht van [verdachte] (*[telefoonnummer]) met de tekst:
Mijn nederlandse nummer. Mijn duitse doet het ook. LC
Op 21 juli 2013 te 22.42 uur stuurt [verdachte] (*[telefoonnummer]) een sms-bericht aan [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) met de tekst:
Het is fantastisch ik heb de 100xtc al bijna verkocht:) heb al 20BTC gekregen op ‘sr’ op
bestellingen.
Op 22 juli 2013 te 19.00 uur stuurt [verdachte] (*[telefoonnummer]) een sms-bericht aan [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) met de tekst:
Hee vriend, mijn xtc raakt momenteel op. nog 44 over maar ik heb aanvragen voor in totaal 2000. Dus kun jij aan nog andere/meer pillen van 200mg komen. Zoals die ‘mario st
(…)
ars of nintendo? Ik zou in dat geval een omvangrijke bestelling doen. Xtc, Keta en coke. Kun je ook aan LSD komen?
Op 23 juli 2013 te 19.01 uur wordt [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) gebeld door [medeverdachte 2] (*[telefoonnummer]). Het gesprek heeft de volgende inhoud:
001 [medeverdachte 4] wgd 009 [B] (beide SH)
[medeverdachte 4] vraagt of [B] van de week nog zin heeft in een ritje Keulen.
[B] vraagt of hij alleen gaat of met [medeverdachte 4]. [medeverdachte 4] gaat mee zegt hij.
[B] zegt dat het zaterdag kan.
[medeverdachte 4] moet het nog verder afregelen. De rest doen ze via de chat.
Op 24 juli 2013 te 01.25 uur wordt [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) gebeld door [medeverdachte 2] (*[telefoonnummer]). Het gesprek heeft de volgende inhoud:
[medeverdachte 4] zegt tussen 11 en 1, morgen of donderdag gaat [medeverdachte 4] die spullen halen. [medeverdachte 4]
zegt dat ze zaterdag om 10 uur bij hem weg moeten rijden. [B] zegt dat hij
dan om half 9 op weg gaat naar [medeverdachte 4].
Op 26 juli 2013 om 23.50 uur stuurt [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) aan [verdachte] (*[telefoonnummer]) een sms-bericht met de tekst “ik heb 1speed 3x en 62 c en 7 hash”.
Om 23.52 en 23.53 uur volgen de volgende berichten van [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) aan [verdachte] (*[telefoonnummer]):
62 coke
En 7 hash gratis
1 speed,
3000 pills.
Op 27 juli 2013 10:16 stuurt [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) aan [verdachte] (*[telefoonnummer]) een sms-bericht met de tekst
“We zijn onderweg”.
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij op 14 juli 2013 met [medeverdachte 4] naar Keulen is gereden. [medeverdachte 4] had een tas bij zich en [medeverdachte 2] ging er wel vanuit dat er in de tas drugs zaten. Hij kreeg van [medeverdachte 4] per rit naar Duitsland 500 euro betaald. [medeverdachte 2] hoefde daarvoor alleen maar te rijden, dat was naar Keulen.
[medeverdachte 2] herkent de foto van [verdachte] als zijnde de man die hij heeft gezien in Keulen.
4 oktober 2013
[medeverdachte 4] wordt op 4 oktober 2013 te 21.25 uur op de afrit ter hoogte van de gemeente Woudenberg aan de A12 aangehouden.In de auto waar hij bestuurder van was, worden verschillende hoeveelheden van vermoedelijk verdovende middelen aangetroffen.
De pakketten die aangetroffen zijn in de auto zijn onderzocht en voorzien van SIN-nummers. Uit onderzoek blijkt dat het betreft 41,8 gram cocaïne, 1231,1 gram MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), 3040 gram amfetamine en 158,3 gram hasjiesj.
Op 4 oktober 2013 om 16:53 belt [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) en zegt tegen zijn gesprekspartner:
“(..) ik moet vandaag naar Duitsland, ik moet met een paar uurtjes al weg.”
A-3560 en A-3529 krijgen in het kader van het onderzoek tegen verdachte [verdachte] van het team Werken Onder Dekmantel de opdracht om [A] te ontmoeten op het vliegveld in Düsseldorf.
Op vrijdag 11 oktober 2013 ontmoeten A-3560 en A-3529 [A], die zich eerder had voorgesteld als [A]. [A] vertelde dat hij ervan baalde dat [medeverdachte 4] was aangehouden. [A] vertelde voorts dat een deel van de drugs die [medeverdachte 4] bij zich had voor hem bestemd was. [A] baalde, want hij had aan [medeverdachte 4] vooraf 10.000 euro gegeven voor de aanschaf van de drugs. De drugs zou [A] doorverkopen voor 16.000 euro. De rest van de lading drugs van [medeverdachte 4] was bestemd voor een klant van [medeverdachte 4], [naam], welke in de omgeving van München woont.
Bewijsoverwegingen
Gelet op de hiervoorweergegeven bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich tezamen en in vereniging met anderen schuldig heeft gemaakt aan uitvoer van verdovende middelen.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat tussen de verdachten meermalen contact is geweest over verdovende middelen en het transport daarvan naar Duitsland. Ook blijkt dat verdachte niet alleen betaalde voor de verdovende middelen, maar ook voor het vervoer en dat er afspraken zijn gemaakt over de ontmoetingen in Duitsland, die ook daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. [medeverdachte 4] was ook met drugs onderweg naar Duitsland op 4 oktober 2013. Gelet op de samenwerking tussen de verschillende medeverdachten, die ook daadwerkelijk afnemers hadden voor hun drugs, en de periode die die samenwerking heeft geduurd, kan het niet anders zijn dan dat ook daadwerkelijk drugs zijn vervoerd en niet wat anders.
Gelet op de inhoud van de hiervoor weergegeven telecommunicatie ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van verdachte [medeverdachte 2] over de transporten naar Duitsland.
Op 14 juli 2013 om 0:05:36 uur voert verdachte [medeverdachte 4] een telefoongesprek met een onbekende man. Uit de inhoud van dat gesprek blijkt dat er 3.000 kleintjes zijn geleverd. Wanneer de zakjes door [medeverdachte 4] worden nageteld, blijkt dit te kloppen. Gelet op de latere sms’jes van [verdachte] dat zijn voorraad xtc-pillen bijna op is, en gelet op het bewijs dat hierna is weergegeven met betrekking tot het transport op 4 oktober 2013, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat het ging om een transport van 3000 xtc-pillen, bevattende MDMA.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten en gelet op de aard van de contacten was de opzet van de verdachten ook daadwerkelijk gericht op het uitvoeren van verdovende middelen.
Feit 2
De inhoud van de forums behorende bij [naam] wordt beheerd door de moderators. Deze moderators dragen meer verantwoordelijkheid. Van een moderator wordt verwacht dat deze zich redelijk gedraagt, reageert op vragen van andere gebruikers en zich in het algemeen diplomatiek uitdrukt bij het geven van commentaar, antwoorden en waarschuwingen. Deze moderators hebben de mogelijkheid om berichten van anderen aan te passen of te verwijderen. Daarnaast kunnen zij gebruikers de toegang tot de forums ontzeggen.
De gebruiker [gebruikersnaam] biedt verdovende middelen aan door middel van advertenties op [naam].
Op 6 maart 2013 ontmoet A-3529 [gebruikersnaam] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 4]). [medeverdachte 4] vertelt dat hij op [naam] moderator is en de nickname [gebruikersnaam] gebruikt. Hij heeft ook een verkoop account met de naam [gebruikersnaam]. Er zijn vier moderators op [naam], die [medeverdachte 4] persoonlijk kent. De eigenaar van [naam] is [naam]. Als moderator houdt [medeverdachte 4] het gehele forum in de gaten en hij mag mensen die zich niet aan de regels houden blokkeren.
Op 9 april 2013 zegt [medeverdachte 4] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 4]) tegen A-3529 dat moderators op [naam] op een apart gedeelte van het [naam] forum elkaar berichten sturen en overleg hebben over het reilen en zeilen van de website.
Op 23 april 2013 ontmoet A-3529 [medeverdachte 4] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 4]). [medeverdachte 4] vertelde dat hij de verkoop via [naam] even in de vakantie modus heeft gezet, omdat hij zijn bestellingen eerst wil wegwerken voor er nieuwe bij komen. [medeverdachte 4] zegt dat hij over twee weken weer gaat verkopen op [naam].
Op 31 mei 2013 vertelt [medeverdachte 4] aan A-3529 en A-3560 dat hij het niet erg vindt om met A-3560 zijn moderator account op [naam] te delen.
Op 18 december 2013 ontmoet A-2128 [A] (de rechtbank begrijpt: [verdachte]). “[A]” vertelde tijdens de rit naar Amsterdam dat de site [naam] over vijf dagen ging sluiten. De belasting van de server was te hoog geworden. Bij 30.000 geregistreerde klanten was de server al overbelast. Het team van vier moderators moest elke dag ongeveer 1.000 aanvragen beantwoorden. Het moderator-team was met name bezig om betalingen te doen van klanten die nog online bitcoins in hun account hadden staan. [A] vertelde verder dat er eigenlijk maar twee eigenaren van [naam] zijn, namelijk [A] en een partner. Verder kent [A] vanuit [naam] [medeverdachte 4], maar die zit op dat moment in de gevangenis. [A] vertelde dat hij ongeveer drie jaar geleden was begonnen met [naam] en later moderator is geworden. Sinds een jaar is hij admin. Zijn inkomsten heeft hij nu uit de commissies op transacties op [naam]. [A] heeft de mogelijkheid om als [naam] in te loggen en omdat [naam] het de laatste tijd te druk heeft, heeft [A] een gedeelte van het werk van [naam] overgenomen.
Op 19 september 2013 ontmoet A-3560 [A]/[A]/[A]. [A] vertelt dat hij de rechterhand van [naam] is en betaald krijgt als administrator, en wel 5% van de winstopbrengst van [naam].
[verdachte] heeft verklaard dat hij voor 50% eigenaar is van [naam], dat wil zeggen dat hij recht heeft op 50% van de via [naam] gegenereerde inkomsten. Op de overige 50% heeft [naam] respectievelijk [naam] recht. Dit gaat om bijnamen die op de internetplatformen worden gebruikt. [verdachte] heeft voorts verklaard dat het contact met [naam] tot stand is gekomen via [naam]. Nadat [medeverdachte 4] wegens drugssmokkel begin oktober 2013 werd gearresteerd, werd [naam] moderator van de Nederlandse sectie van [naam]. [verdachte] nam het Duitse gedeelte voor zijn rekening. [verdachte] heeft via het [naam] forum contact gekregen met [naam] en zij hebben afgesproken een internetplatform in navolging van [naam] op te zetten.
[naam] was de eigenaar van [naam] en [naam] betaalde [verdachte] voor zijn werkzaamheden als administrator resp. moderator. Gedurende de laatste drie maanden voor de sluiting (de rechtbank begrijpt: van [naam]) heeft [verdachte] ongeveer 50.000 tot 60.000 euro ontvangen aan bitcoins.
[verdachte] heeft aan [naam] begin januari 2014 bitcoins ter waarde van 12.500 euro overgemaakt, zodat hij twee servers voor [naam] kon kopen. Ze hebben twee servers gekocht. [naam] is voor de programmering van het platform en de opbouw van de pagina’s en servers verantwoordelijk. De taak van [verdachte] is het beheren van klanten. Via [naam] werden volgens [verdachte] tot dusverre circa 2.700 drugsdeals aangeboden.
[naam] is (de rechtbank begrijpt: op 11 februari 2014) sinds ongeveer een week actief en heeft ongeveer 12.000 users
[naam] is (de rechtbank begrijpt: op 11 februari 2014) sinds ongeveer een week actief en heeft ongeveer 12.000 users. Bij [naam] waren er circa 90.000 permanente users. Maandelijks had [naam] circa negen miljoen dollar omzet.
Op 28 december 2013 plaatst [naam] op het forum van [naam] een bericht dat hij bezig is met een nieuwe marktplaats. Hierbij wordt een link geplaatst. Deze link leidt naar het forum van [naam], een nieuwe marktplaats. Ook deze website is te bereiken via een [naam]-netwerk.
Op 3 februari 2014 is de website [naam] voor klanten opengesteld. Tot 11 februari 2014, de dag waarop de website is ontmanteld door de politie, stonden er op [naam] ongeveer 2.700 advertenties met verdovende middelen, vier advertenties met wapens en negen advertenties met munitie. Ook werden creditcardgegevens aangeboden op [naam].
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij de website [naam] heeft opgezet voor [naam] alias [A]. [medeverdachte 1] heeft [medeverdachte 3](de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3]) gevraagd om te helpen, omdat hij kan programmeren. De server, zijnde het testplatform, stond bij [medeverdachte 1] thuis, zodat [A] de site ook kon benaderen en kon aangeven hoe hij de site wilde hebben. [medeverdachte 3]heeft de bitcoindeamon aangemaakt.
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1]) hem heeft gevraagd of hij een marktplaats voor hem wilde maken. [medeverdachte 1] vroeg steeds meer en het bleef maar doorgaan. Op een gegeven moment vond [medeverdachte 3] het niet meer legitiem. Hij zag wat er gebeurde op het forum en toen de site semi-online ging.
In het begin dacht [medeverdachte 3]: dit kan niet, maar [medeverdachte 1] zei dat hij alleen maar het BTC (de rechtbank begrijpt: bitcoin) verhaal hoefde in te bouwen en dat hij 1500 euro zou krijgen. [medeverdachte 1] had zelf al een website gebouwd in plain PHP. [medeverdachte 1] vertelde [medeverdachte 3] over [naam].
[medeverdachte 3] heeft voorts verklaard dat [naam] heeft geholpen met de financiering van de servers door 20 bitcoins over te maken naar een account van hem en [medeverdachte 1].
[medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] waren betrokken bij de ontwikkeling van [naam]. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] hadden contact via de [naam]-chat en vervolgens ging [medeverdachte 3] de to do lists uitwerken.
Op de computer die onder [medeverdachte 1] in beslag is genomen wordt een Skype chatgesprek aangetroffen van 17 december 2013 tussen gebruikers [medeverdachte 3] en trueid1. Er wordt gezegd:
je wil daar geen [naam] runnen hehe
nee
opzich niet, maar was leuk om even technisch het te testen
zag ook al hoe je een deamon via [naam] netwerk kan laten lopen
maar is niet zo boeiend
als de RPC maar aan te roepen is
yep idd
hehe
zit echt veeeeeeeeel fking geld in
hehe
en daar moet gewoon even van geprofiteerd worden
idd
is 1 keer geld maken en dan livin la vida loca
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat trueid1 een concept is dat hij bedacht heeft.
Als gebruikers van [naam] bitcoins overmaakten, werden deze opgeslagen in de wallet van de website. Uit deze wallet werden ook de uitbetalingen van de website gedaan. De overboeking werd gedaan naar één van twee bitcoinadressen. Eén adres was van [medeverdachte 1], één adres stond op de Mac van [medeverdachte 3].Bij onderzoek in de data van een inbeslaggenomen laptop van [medeverdachte 3] werd een wallet-bestand aangetroffen. Het aantal bitcoins dat het bitcoinadres bevatte was: 88,924. Bij onderzoek in de data van een inbeslaggenomen computer van [medeverdachte 1] werd een multibit-wallet aangetroffen. Het aantal bitcoins dat het bitcoinadres bevatte was: 39,686.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is, gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen in samenhang met de onder feit 1 genoemde bewijsmiddelen, van oordeel dat het onder feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
[naam] en [naam] zijn marktplaatsen op internet die door middel van een [naam]-netwerk te bereiken zijn. Op deze marktplaatsen worden onder meer verdovende middelen verhandeld. Ten aanzien van [naam] geldt dat verdachte programmeurs heeft betaald voor het bouwen van de site. Verdachte was voor 50% eigenaar van de site. Ten aanzien van [naam] geldt dat verdachte als moderator fungeerde, een beheerder op het aan de site gekoppelde forum, die de mogelijkheid had om berichten van anderen aan te passen of te verwijderen of bezoekers de toegang te ontzeggen. De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich tezamen en in vereniging met anderen schuldig heeft gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen in de zin van de Opiumwet door zijn aandeel in deze marktplaats. Door zijn aandeel in de website heeft verdachte de handel in verdovende middelen gefaciliteerd en bevorderd.
De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden worden slechts gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.