ECLI:NL:RBMNE:2014:4715
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen mr. J.F. Haeck in strafzaak
In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 3 september 2014, heeft verzoeker, verblijvende in de Oostvaarderskliniek, mr. J.F. Haeck gewraakt, die als voorzitter van de meervoudige strafkamer fungeerde. Verzoeker stelde dat hij tijdens de mondelinge behandeling op 26 augustus 2014 het woord was ontnomen en dat mr. Haeck de vertegenwoordiger van de Oostvaarderskliniek meer gelegenheid gaf om zijn visie te delen. Mr. Haeck heeft echter aangegeven niet in het wrakingsverzoek te berusten.
De rechtbank beoordeelt het wrakingsverzoek aan de hand van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het uitgangspunt is dat een verdachte recht heeft op een behandeling door een onpartijdige rechter. De rechtbank stelt vast dat de door verzoeker aangevoerde gronden niet voldoende zijn om te concluderen dat er sprake is van een gebrek aan onpartijdigheid. De rechtbank concludeert dat de rechter, op basis van zijn aanstelling, vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
De rechtbank wijst het verzoek tot wraking af, omdat de aangevoerde gronden niet wijzen op een schending van de onpartijdigheid. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De strafzaak tegen verzoeker zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.