ECLI:NL:RBMNE:2014:4696
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- A. van Holten
- S. van Lieshout
- A.C. van den Boogaard
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechters in civiele zaak
In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 13 augustus 2014, hebben verzoekers, vertegenwoordigd door mr. drs. B.Y. Pije, een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. D. Wachter, rechter in de afdeling civiel recht. Dit verzoek volgde op een eerdere procedure waarbij mr. T.H. Geukes Foppen namens [A] een vordering had ingesteld tegen de verzoekers. De verzoekers voerden aan dat de beslissing om de zitting te plannen ondanks hun opgegeven verhinderdata, hen deed vrezen dat de rechters niet onpartijdig zouden zijn. De wrakingskamer, bestaande uit mrs. K.J. Veenstra, G. Perrick en P.S. Elkhuizen, heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen objectieve feiten of omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid konden rechtvaardigen. De rechtbank benadrukte dat een processuele beslissing, zoals het vaststellen van een zittingsdatum, in het algemeen geen grond voor wraking oplevert, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn. De rechtbank concludeerde dat de verzoekers niet voldoende onderbouwd hadden waarom de zitting pas na 1 september 2014 had moeten plaatsvinden. Bovendien werd vastgesteld dat verzoekers in dezelfde zaak eerder een wrakingsverzoek hadden ingediend op nagenoeg dezelfde gronden, wat door de rechtbank werd beschouwd als misbruik van de bevoegdheid tot het indienen van een wrakingsverzoek. De rechtbank besloot dat verdere wrakingsverzoeken van verzoekers tegen leden van de rechtbank niet in behandeling zouden worden genomen.