Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Verloop van de procedure
2.Vaststaande feiten
[minderjarige], op [2009] te [geboorteplaats] (hierna: [minderjarige]).
3.Beoordeling
4.Beslissing
[minderjarige], geboren op [2009] te Utrecht:
Rechtbank Midden-Nederland
In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, is op 6 oktober 2014 een verzoek behandeld van de officier van justitie om een bijzondere curator te benoemen voor de minderjarige [minderjarige]. De aanleiding voor dit verzoek is de verdenking van mishandeling van de minderjarige door de moeder, die samen met haar (ex)vriend [A] als verdachte in een strafzaak is aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder alleen het ouderlijk gezag over [minderjarige] heeft, maar dat haar belangen in de strafzaak tegenstrijdig zijn aan die van de minderjarige. Hierdoor kan de moeder niet de belangen van [minderjarige] behartigen in de strafprocedures waarin [minderjarige] als slachtoffer wordt aangemerkt.
Tijdens de zitting op 22 september 2014 heeft de officier van justitie, mr. Z. Trokic, het verzoek gedaan, waarbij de moeder instemde met de benoeming van een bijzondere curator. Stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht was ook aanwezig en verzet zich niet tegen de benoeming. De rechtbank oordeelt dat het noodzakelijk is om een bijzondere curator te benoemen, aangezien er niemand is die de belangen van [minderjarige] kan vertegenwoordigen in de strafzaken. De rechtbank heeft [B] bereid gevonden om deze rol op zich te nemen.
De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie toegewezen op grond van artikel 1:250 BW en benoemt [B] tot bijzondere curator van de minderjarige. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de griffier is opgedragen om een kopie van de gedingstukken aan [B] te zenden. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. T.M.M.P. Westbroek, griffier.