ECLI:NL:RBMNE:2014:4638

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 september 2014
Publicatiedatum
2 oktober 2014
Zaaknummer
07.660077-12 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor bezit van anabole steroïden, xtc-pillen en een stroomstootwapen

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 30 september 2014 uitspraak gedaan tegen een verdachte die een aanzienlijke hoeveelheid anabole steroïden en xtc-pillen in zijn bezit had, evenals een stroomstootwapen. De verdachte, geboren in Irak en thans verblijvende in Koeweit, werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder het opzettelijk in voorraad hebben van anabole steroïden zonder handelsvergunning, het bezit van xtc-pillen en het voorhanden hebben van een stroomstootwapen. Tijdens de terechtzitting op 16 september 2014 was de verdachte niet aanwezig, maar werd hij vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. F.H. Kappelhof.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie, mr. M. Kamper, heeft gevorderd dat de verdachte voor de ten laste gelegde feiten zou worden veroordeeld. De verdediging heeft betoogd dat niet alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen konden worden. De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en heeft hem vrijgesproken van enkele van de ten laste gelegde feiten.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 6 maart 2012 in zijn woning een grote hoeveelheid anabole steroïden en 138 xtc-pillen had, en dat hij ook een stroomstootwapen in zijn bezit had. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de bewijsstukken, waaronder rapporten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het Nederlands Forensisch Instituut, in haar overwegingen betrokken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de bewezenverklaarde feiten, maar heeft niet kunnen vaststellen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de risico's die verbonden zijn aan het bezit van dergelijke middelen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummer: 07.660077-12 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 30 september 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1979] te [geboorteplaats](Irak),
thans verblijvende te Koeweit.

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter openbare terechtzitting van 16 september 2014, waarbij de verdachte niet is verschenen. Ter terechtzitting is verschenen mr. F.H. Kappelhof, advocaat te Delfzijl, die heeft verklaard door de verdachte uitdrukkelijk te zijn gemachtigd om deze ter terechtzitting te verdedigen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M. Kamper en van de standpunten door de raadsman van verdachte naar voren gebracht.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 september 2011 tot en met 06 maart 2012 in de gemeente [woonplaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen althans eenmaal, (telkens) opzettelijk in voorraad heeft/hebben gehad en/of verkocht en/of afgeleverd en/of ter hand gesteld en/of ingevoerd en/of anderszins binnen of buiten het Nederlands grondgebied gebracht, een (zeer) grote hoeveelheid anabole steroïden (telkens verpakt/gedoseerd in ampullen en/of pillenstrips en/of flesjes en/of doosjes en/of potjes), zijnde een geneesmiddel, waarvoor geen handelsvergunning geldt;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 september 2011 tot en met 06 maart 2012 in de gemeente [woonplaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad,
(ongeveer) 138 XTC pillen/eenheden, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van
een materiaal bevattende MDMA,
zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op of omstreeks 06 maart 2012 in de gemeente [woonplaats], althans in Nederland, (een) wapen(s) van categorie II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2006 tot en met 06 maart 2012, in de gemeente [woonplaats], althans in Nederland, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte (telkens) - van onderstaand(e) voorwerp(en) (telkens) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld, dan wel verborgen en/of verhuld wie de
rechthebbende(n) op die/dat voorwerp(en) was/waren en/of die/dat voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of - onderstaand(e) voorwerp(en) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet of van genoemd(e) voorwerp(en) gebruik gemaakt, te weten:
- een geldbedrag van (totaal) 11.446,93 euro (aangetroffen tijdens de doorzoeking van de woning) en/of
- een geldbedrag van 25.000,-- euro (ter betaling van een auto (BMW X5, kenteken [kenteken],) en/of
- een of meer dozen met anabole steroïden (op de verpakking voorzien van een etiket met een andere inhoud ("Hairstyle Products")) voorhanden had, terwijl hij wist dat die/dat voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit het misdrijf.

3.DE VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Zij heeft ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde gevorderd verdachte vrij te spreken van de ten laste gelegde periode en enkel het voorhanden hebben op 6 maart 2012 te bewijzen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft - blijkens een aan de rechtbank overgelegde pleitnota - bepleit dat het onder 1 ten laste gelegde aanwezig hebben van de anabolen steroïden wettig en overtuigend kan worden bewezen, maar dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de overige onder 1 ten laste gelegde handelingen. De raadsman heeft ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde (gewoonte)witwassen bepleit dat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. De raadsman heeft zich voor wat betreft het onder 2 en 3 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode in [woonplaats] een grote hoeveelheid middelen bevattende anabole steroïden in voorraad heeft gehad. Zij overweegt daartoe het navolgende.
Op 6 maart 2012 heeft naar aanleiding van het strafrechtelijk onderzoek ‘TGO-32’ een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van de verdachte aan de [adres]. In de tuin van de woning, in een schuur, is een grote hoeveelheid dozen met medicijnen, ampullen en injectienaalden aangetroffen. [1]
Uit het proces-verbaal van de inspecteur van de Inspectie voor de Gezondheidszorg [inspecteur] blijkt dat in totaal 427.637 doseereenheden van diverse geneesmiddelen aanwezig waren in de in beslag genomen dozen, aangetroffen in de woning aan de [adres]. De hiervoor genoemde medicijnen voldoen aan het kenmerk “geneesmiddel” ex artikel 1, kleine letter b sub 3 van de Geneesmiddelenwet en tevens aan het kenmerk “geneesmiddel” ingevolge Richtlijn 2001/83/EG. Voor alle middelen geldt dat door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen nimmer een vergunning is afgegeven. De middelen mogen derhalve niet in voorraad gehouden worden. De middelen behoren in hoofdzaak tot de groep spierversterkende middelen, ook wel anabole steroïden genoemd. Voorts is een aantal middelen afkomstig van farmaceutische producenten uit verscheidene landen. [2] Voornoemde bevindingen van de heer [inspecteur] worden ondersteund door het NFI, dat een gedeelte van de middelen heeft onderzocht. Het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) heeft geconcludeerd dat een groot aantal van de aangetroffen tabletten en vloeistoffen anabole steroïden bevatten. Ook de tabletten die niet waren geëtiketteerd bevatten voornoemde stoffen. [3] Voorts blijkt dat op het adres [adres] geen vergunning is verleend voor het voorhanden hebben van geneesmiddelen. Een dergelijke vergunning is nimmer aangevraagd. [4]
De verdachte heeft verklaard dat de in zijn woning aangetroffen anabolen zijn eigendom zijn en dat hij deze voor eigen gebruik aanwezig had. [5]
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 6 maart 2012 een grote hoeveelheid middelen bevattende anabole steroïden in voorraad heeft gehad. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verkopen, afleveren, ter hand stellen en invoeren van voornoemde middelen en spreekt hem daarvan vrij. Weliswaar heeft verdachte verklaard dat hij de anabole steroïden via de post ontving nadat hij deze in het buitenland had besteld, maar buiten deze verklaring bevinden zich geen stukken in het dossier waaruit blijkt dat verdachte in de ten laste gelegde periode voornoemde anabole steroïden heeft ingevoerd. Eveneens bevinden zich, buiten de verklaring van de getuige Beukenkamp (die enkel bezoekers heeft gezien bij de woning van verdachte) geen stukken in het dossier waaruit volgt dat verdachte de anabole steroïden heeft verkocht, afgeleverd of ter hand heeft gesteld. Dat de verdachte een zeer grote voorraad anabole steroïden in bezit had maakt dat niet anders.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 6 maart 2012 in [woonplaats] 185 xtc-pillen voorhanden heeft gehad.
Verdachte heeft tijdens zijn verhoor bij de politie verklaard dat de in zijn woning aangetroffen xtc-pillen zijn eigendom waren.
Hierdoor volstaat de rechtbank op grond van het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, met een opgave van de bewijsmiddelen.
Voor het bewijs verwijst de rechtbank naar het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen [6] , het NFI rapport identificatie drugs en precursoren [7] , en de bekennende verklaring van verdachte afgelegd bij de politie [8] .
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde:
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte 6 maart 2012 in [woonplaats] een stroomstootwapen voorhanden heeft gehad.
Verdachte heeft tijdens zijn verhoor bij de politie verklaard dat het in zijn woning aangetroffen stroomstootwapen zijn eigendom was.
Hierdoor volstaat de rechtbank op grond van het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, met een opgave van de bewijsmiddelen.
Voor het bewijs verwijst de rechtbank naar het proces-verbaal van bevindingen van categorisering [9] en de bekennende verklaring van verdachte afgelegd bij de politie [10] .
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde:
De rechtbank is van oordeel dat het onder 4 ten laste gelegde (gewoonte)witwassen niet wettig en overtuigend is bewezen. Zij overweegt daartoe als volgt.
Geldbedragen
Uit het dossier volgt dat bij de doorzoeking op 6 maart 2012 in de woning van verdachte te [woonplaats] een bedrag van 11.446,93 euro is aangetroffen. Voorts blijkt dat verdachte op 10 december 2007 een BMW X5 heeft gekocht voor 25.000,- euro in contanten. Eveneens blijkt uit het dossier dat verdachte tot 2 december 2009 een eenmanszaak heeft gehad genaamd ‘[bedrijf]’ en tot 26 september 2012 een eenmanszaak had genaamd ‘[bedrijf]’. Uit gegevens van de FIOD is daarbij gebleken dat verdachte in de periode 2005 tot en met 2011 67.154,- euro aan aangegeven inkomsten heeft ontvangen en dat hij in de periode 1 januari 2005 tot en met 29 februari 2012 118.545,- euro aan contant geld op zijn bankrekening heeft gestort waarvan hij een bedrag van 11.082,47 euro weer contant heeft opgenomen. Tenslotte zijn volgens de bevindingen van de politie voor een bedrag van 280.443,50 euro aan anabolen steroïden bij de verdachte aangetroffen.
Verdachte heeft ten aanzien van zijn inkomsten verklaard dat hij individuele sporters begeleidt. Tevens verkoopt hij voedingssupplementen en eiwitten. Verdachte heeft daarbij verklaard dat hij wordt gesponsord door twee bedrijven, Evogen en Performance. Hij verdient jaarlijks ongeveer 50.000 euro met deze sponsoring en hij heeft hiervoor geen contracten afgesloten. Verdachte heeft verklaard dat hij zijn inkomsten soms opgaf bij de belastingdienst en dat hij zijn prijzengeld nooit opgaf. Dit prijzengeld bedroeg volgens verdachte soms 10.000 US dollar. Hij heeft daarbij verklaard dat hij al zijn financiële administratie doorgaf aan zijn boekhouder. Voorts heeft hij verklaard dat de in beslag genomen anabole steroïden een bedrag van rond de 30.000 euro vertegenwoordigden.
De rechtbank overweegt dat bij de verdachte weliswaar een groot geldbedrag is aangetroffen en dat hij in 2007 voor een groot geldbedrag een auto heeft gekocht, maar dat de door de verdachte gegeven verklaring over de herkomst van deze geldbedragen niet zo onwaarschijnlijk is dat zij bij de vorming van het bewijsoordeel zonder meer terzijde behoort te worden gesteld. De rechtbank overweegt daarbij dat er tussen de aankoop van de BMW in 2007 en het aantreffen van de anabole steroïden en het geldbedrag op 6 maart 2012 een lange periode zit, waardoor een link met enig misdrijf, indien daarvan al sprake zou zijn, niet zonder meer kan worden vastgesteld. De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat niet gezegd kan worden dat het op grond van de feiten en omstandigheden die uit het beschikbare bewijsmateriaal kunnen worden afgeleid, niet anders kan zijn dan dat beide geldbedragen uit enig misdrijf afkomstig zijn. De rechtbank zal de verdachte derhalve vrijspreken van het witwassen van beide geldbedragen zoals genoemd onder de eerste twee aandachtsstreepjes.
Hairstyle products
Ten laste gelegd is dat de verdachte een of meer dozen met anabole steroïden (op de verpakking voorzien van een etiket met een andere inhoud ("Hairstyle Products")) voorhanden heeft gehad terwijl deze afkomstig waren uit een misdrijf.
De rechtbank overweegt dat in de woning van verdachte op 6 maart 2012 een groot aantal anabole steroïden zijn aangetroffen. Uit de bevindingen van de inspecteur bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg, [inspecteur], blijkt tevens dat enkele uit Bulgarije afkomstige dozen zijn aangetroffen die waren gericht aan het adres van verdachte. Uit het proces-verbaal van de heer [inspecteur] volgt:
‘ik zag dat op twee overdozen, vol met kleine doosjes Clenbuterol, een kleefetiket was aangebracht. (…) ik zag dat beiden dozen verzonden waren vanuit Bulgarije op respectievelijk 20 december 2011 en 5 januari 2012. (…) Ik zag dat de inhoud van tenminste een doos op het etiket werd omschreven als ‘Hairstyle products’.De rechtbank overweegt voorts dat uit de rapportage van het NFI blijkt dat onderzoek is gedaan naar twintig tabletten met als opschrift ‘Clenbuterol GS’. Als resultaat heeft het NFI beschreven dat voornoemde tabletten enkel Clenbuterol bevatten. De rechtbank overweegt daarbij dat het NFI bij een willekeurig ander middel, te weten twintig tabletten met het opschrift ‘Methandrostenolone GS’, heeft beschreven dat dit middel Methandrostenolon bevat, zijnde een anabole steroïde. De rechtbank is van oordeel dat uit het voorgaande volgt dat in de doos met daarin verpakkingen voorzien van het etiket ‘Hairstyle Products’ verpakkingen hebben gezeten met Clenbuterol. Clenbuterol bevat volgens het NFI geen anabole steroïden. Hierdoor kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verpakkingen met daarop het etiket ‘Hairstyle Products’ anabole steroïden bevatten. Verdachte wordt derhalve ook van het derde aandachtsstreepje in feit 4 vrij gesproken.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij op 06 maart 2012 in de gemeente [woonplaats], meermalen, opzettelijk in voorraad heeft gehad een zeer grote hoeveelheid anabole steroïden, verpakt in ampullen en pillenstrips en flesjes en doosjes en potjes, zijnde een geneesmiddel, waarvoor geen handelsvergunning geldt;
2.
hij op 06 maart 2012 in de gemeente [woonplaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad, 138 XTC pillen/eenheden, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op 06 maart 2012 in de gemeente [woonplaats], een wapen van categorie II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
Van het onder 1, 2 of 3 meer of anders ten laste gelegde zal verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.

6.KWALIFICATIE

Het bewezene levert op:
Onder 1:
Overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 40, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan.
Onder 2:
Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Onder 3:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet Wapens en Munitie.

7.STRAFBAARHEID

De feiten en verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.

8.STRAFOPLEGGING

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van een op te leggen straf aangevoerd dat, gelet op het tijdsverloop en het feit dat enkel het voorhanden hebben van anabole steroïden, XTC pillen en een stroomstootwapen kan worden bewezen, kan worden volstaan met de tijd die door de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, aangevuld met een voorwaardelijke sanctie of een geldboete.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Verdachte heeft een zeer grote hoeveelheid anabole steroïden in voorraad gehad. Gelet op de mogelijke schadelijke bijwerkingen zijn deze middelen in Nederland alleen op doktersvoorschrift verkrijgbaar. Het valt verdachte te verwijten dat de gebruikers die middelen via het illegale circuit verkrijgen, aanzienlijke gezondheidsrisico’s kunnen lopen. Verdachte heeft eveneens een groot aantal xtc-pillen voorhanden gehad. Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs grote gevaren opleveren voor de gezondheid van gebruikers. Bovendien gaat de handel in en het gebruik van verdovende middelen gepaard met verschillende vormen van overlast en criminaliteit, waardoor de samenleving ernstige schade wordt berokkend. Daarnaast heeft verdachte een stroomstootwapen voorhanden gehad.
De rechtbank heeft rekening gehouden met het uittreksel justitiële documentatie d.d. 5 augustus 2014 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten met politie en justitie in aanraking is gekomen.
De rechtbank is gelet op het bovenstaande van oordeel dat in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig. De rechtbank legt een gedeelte van de gevangenisstraf voorwaardelijk op, ter voorkoming dat verdachte opnieuw soortgelijke delicten zal plegen.

9.TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 10, 27, 57 en 91 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie, de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en de artikelen 1 en 40 van de Geneesmiddelenwet, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart niet bewezen hetgeen onder 4 aan verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat onder 1, 2 of 3 meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar en kwalificeert deze zodanig als hierboven onder 6 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
16 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot
8 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 jaar niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.D. van Heffen, voorzitter, mr. drs. S.M. van Lieshout en mr. K.G. van de Streek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.J. Arends, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 september 2014.

Voetnoten

1.Het door de verbalisant [A] op 6 maart 2012 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek met nummer PL2562 2011063535-67, pagina 1.
2.Het door de inspecteur van de Inspectie voor de Gezondheidszorg [inspecteur] op 29 maart 2012 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met nummer 12-018, pagina 3 tot en met 5.
3.Het rapport identificatie van het Nederlands Forensisch Instituut, opgesteld door rapporteur [B] op 29 juni 2012, pagina 1 tot en met 4.
4.Het door de inspecteur van de Inspectie voor de Gezondheidszorg [inspecteur] op 29 maart 2012 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met nummer 12-018, pagina 7.
5.Het door de verbalisanten [C] en [D] op 6 maart 2012 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor met nummer 06032012.1300.1650.VE, inhoudende de verklaring van verdachte, pagina 4 en 5.
6.Het door de verbalisanten [E] en [F] op 8 maart 2012 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verdovende middelen met nummer PL2562 2011063535-72, pagina 1 en 2.
7.Het rapport identificatie van drugs en precursoren van het Nederlands Forensisch Instituut, opgesteld door rapporteur [G]op 16 maart 2012, pagina 1 en 2.
8.Het door de verbalisanten [H] en[I] op 8 maart 2012 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor met nummer 2012030811255958, inhoudende de verklaring van verdachte, pagina 2.
9.Het door de verbalisant [F] op 8 maart 2012 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met nummer PL2562 2011063535-67, pagina 1.
10.Het door de verbalisanten [H] en [I] op 8 maart 2012 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor met nummer 2012030811255958, inhoudende de verklaring van verdachte, pagina 2.