Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1],
[naam]voerende,
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 12],
1.De procedure
in de zaak 11-1953 tegen [gedaagde]
2.De feiten
in beide zaken
7 maart 2012 en 13 juli 2012 (hierna: de exhibitievonnissen) gedeeltelijk toegewezen.
3.Het geschil
in de zaak 11-1953 tegen [gedaagde]
4.De beoordeling
“Werknemer treedt in dienst in de functie van Managing Director van Nipparts B.V. Werknemer rapporteert aan de heer [B], Chief Executive Officer van Sator Holding B.V. De statutaire directie van (…) Nipparts B.V. zal worden gevoerd door Sator Holding. Aan de “Managing Director” zal een passende procuratie worden verleend,welke ook bij de Kamer van Koophandel zal worden geregistreerd”(artikel 1). Deze bewoordingen lijken erop te duiden dat de bedoeling was dat [gedaagde sub 1] per de zomer van
2005 titulair bestuurder van Nipparts zou worden. Uit de handelsregisterhistorie van Nipparts, die Sator c.s. in reactie op het standpunt van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] bij repliek in het geding heeft gebracht (productie 165), blijkt echter dat [gedaagde sub 1] van 8 augustus 2002 – via [gedaagde sub 3] en van 15 april 2006 in privé – tot 1 augustus 2010 als zelfstandig bevoegd directeur van Nipparts in het handelsregister was ingeschreven. Dat is een aanwijzing dat [gedaagde sub 1] na de overname van Nipparts door Sator statutair bestuurder is gebleven. Voorts is gesteld noch gebleken dat [gedaagde sub 1] niet wist dat zij na ingang van haar arbeidsovereenkomst opnieuw, in privé, als zelfstandig bevoegd directeur van Nipparts is ingeschreven. Het moet er dan ook voor worden gehouden dat [gedaagde sub 1] met die inschrijving heeft ingestemd.
“De werknemer zal namens Sator belast worden met leidinggevende werkzaamheden binnen Sator en de tot Sator behorende werkmaatschappijen. Zonder daartoe beperkt te zijn, zullen zijn werkzaamheden bestaan uit leidinggevende activiteiten bij één of meer tot Sator behorende ondernemingen (thans zijnde Commercieel Directeur van Nipparts B.V.) en is hij belast met toezicht op/realisatie van de gestelde doelen. Deze doelen zullen samen met de statutaire directie van de betreffende werkmaatschappij worden geformuleerd”(artikel 2). Uit de tekst van dit artikel valt af te leiden dat de bedoeling van partijen was dat [gedaagde sub 2] per de zomer van 2005 titulair bestuurder van Nipparts zou worden, en zou defungeren als statutair bestuurder. Uit niets blijkt evenwel dat aan dat voornemen uitvoering is gegeven, en in elk geval blijkt uit bovengenoemde handelsregisterhistorie dat [gedaagde sub 2] van tot 1 oktober 2011 als zelfstandig bevoegd directeur van Nipparts in het handelsregister ingeschreven is gebleven. Derhalve wordt voorlopig aangenomen dat ook [gedaagde sub 2] tot aan de uitschrijving uit het handelsregister statutair bestuurder van Nipparts is gebleven.
2 december 1994 (NJ 1995, 288, Poot/ABP). In dat arrest is de algemene regel neergelegd dat alleen de vennootschap schadevergoeding kan vorderen van een derde die aan die vennootschap vermogensschade toebrengt. Hierop is een uitzondering gemaakt indien jegens de aandeelhouder(s) een specifieke zorgvuldigheidsnorm is geschonden. Een aandeelhouder heeft derhalve slechts recht op schadevergoeding indien rechtstreeks jegens hem een onrechtmatige daad of wanprestatie is gepleegd.
“[gedaagde sub 12] heeft 10% gekregen voor zijn giga schijvenorder. Dit is wat aan de matige kant. Vorig keer hebben we 15% gedaan. Graag nog 5% over het bedrag van de grote recente orders crediteren.”In reactie daarop schrijft [gedaagde sub 12] aan [gedaagde sub 2]:
“goed bezig [gedaagde sub 2] !!”Uit deze e-mail kan worden opgemaakt dat er door Nipparts achteraf een korting wordt verstrekt op een order van [gedaagde sub 11].
“Kunnen jullie dit leveren met heel veel verlies !! De prijzen staan erachter en zijn meestal echt het max. wat ik kan betalen ! Zo ja, mag morgen op de dag weg !”Daarop antwoordt [gedaagde sub 2]:
“kan echt niet maar ik doe het toch. Dan verwacht ik wel dat je de rest kwb afneemt.”Productie 62 m betreft een e-mail van [gedaagde sub 2] aan[gedaagde sub 12] ([gedaagde sub 11]) van 3 oktober 2007 waarin hij schrijft:
“Ik wordt net gebeld door de grote baas zelf dat we de accu’s veel te goedkoop leveren aan jou. Er wordt nu met verlies verkocht. (…).”Deze producties lijken erop te duiden dat Nipparts tegen onzakelijke prijzen heeft geleverd aan [gedaagde sub 11]/[vennootschap 1].
“You have to send Nipparts a letter that you will make a new start with a new shareholder (do not mention any name! Say he is from Norway if somebody asks) Say that you have very ambitious plans but that you need a much better pricelevel than before to obtain a big marketshare. Also ask for a bonus scheme and marketing support.”Uit deze productie volgt dat [gedaagde sub 2] de directeur van SAP heeft geïnstrueerd betere inkoopprijzen bij Nipparts te regelen vanwege een nieuwe aandeelhouder. Deze nieuwe aandeelhouder is [vennootschap 2], waarvan [gedaagde sub 2] (en [gedaagde sub 12]) zelf aandeelhouders is (zijn). In een e-mail van 17 april 2008 (productie 133 i) deelt [gedaagde sub 2] vervolgens aan de directeur van SAP (en in cc aan[gedaagde sub 12]) mede:
“With the new Nipparts prices the margin increased from 35% to 80%!”Beide e-mails zijn in cc aan [gedaagde sub 12] gestuurd. Uit deze productie kan worden afgeleid dat SAP daadwerkelijk betere inkoopprijzen van Nipparts heeft gekregen.
op dit puntnog een antwoordakte nemen, waarmee zij hetzij de verlangde gegevens, indien toepasselijk, verschaft, hetzij toelicht waarom zij deze niet kan verschaffen of meent dat zwaarwichtige belangen zich daartegen verzetten. Indien [gedaagde sub 1] c.s. en./of[gedaagde sub 12] c.s. in hun akte(s) hebben aangegeven dat zij de eventueel door Sator c.s. verlangde gegevens niet kunnen of willen verschaffen, mag Sator c.s.
ook op dat puntreageren. Wanneer partijen daarop vonnis vragen, zal in dat vonnis de schade nog niet worden begroot en zullen partijen nog gelegenheid krijgen om zich over de schade uit te laten, al dan niet na een door de rechtbank te geven bevel op de voet van artikel 22 of 162 Rv, een te gelasten deskundigenonderzoek of een andere bewijsinstructie. Het vonnis kan wel reeds een schadebegroting inhouden indien alle partijen zich in hun aktes reeds over de schade hebben uitgelaten zonder informatieverzoeken, als hiervoor bedoeld, te doen. Het staat partijen natuurlijk vrij – dit zou te prefereren zijn – om zich voorafgaande aan de door hen te nemen aktes met elkaar te verstaan over eventueel over en weer verlangde informatie, en deze voor zover mogelijk te wisselen, teneinde zich reeds bij de aktes zonder meer over de schade te kunnen uitlaten.
€ 23.000,00 op naam van zijn familiebedrijf Technostate Gas aan Nipparts gezonden (productie 33a van Sator c.s.). Dit bedrag is door Nipparts uitbetaald. Op 7 december 2009 heeft Griffioen Holding voor datzelfde bedrag een factuur aan Technostate Gas verzonden met de beschrijving “Management services” (productie 33b van Sator c.s.). Verder staat vast dat [F] en zijn echtgenote zowel in 2004 (productie 39) als in 2008 (productie 40) geld hebben geleend van [gedaagde sub 2] en[gedaagde sub 1].
[gedaagde sub 5]. [H] krijgt een deel van de commissie inkomsten. Dat moet dus van de bedragen PT Selamat worden afgetrokken.” In het licht van deze e-mail had het op de weg van [gedaagde sub 2] ([gedaagde sub 5]) en [gedaagde sub 1] ([gedaagde sub 3]) gelegen om hun verweer nader te onderbouwen. [gedaagde sub 2] ([gedaagde sub 5]) en [gedaagde sub 1] ([gedaagde sub 3]) zijn echter in het geheel niet op de
e-mail ingegaan, noch hebben zij geconcretiseerd waarop de betalingen van Selamat in het tijdvak waarop de vorderingen op dit onderdeel zien, betrekking hebben. Aangezien de door Sator c.s. overgelegde financiële overzichten afkomstig zijn uit de administratie van [gedaagde sub 2] ([gedaagde sub 5]) en [gedaagde sub 1] ([gedaagde sub 3]) zelf, had dit wel van hen mogen worden verwacht. Eén en ander brengt met zich dat de stelling van [gedaagde sub 2] ([gedaagde sub 5]) en [gedaagde sub 1] ([gedaagde sub 3]) dat van ten onrechte verkregen commissies geen sprake is, als onvoldoende onderbouwd dient te worden gepasseerd.
“Alle huidige arbeidsvoorwaarden blijven onverkort van kracht. Dit betekent dat niet alleen de huidige arbeidsovereenkomst van19 juli 2005 zijn geldigheid zal behouden, ook de anciënniteit van [gedaagde sub 2] blijft gehandhaafd”en een addendum bij de arbeidsovereenkomst (productie 147 van Sator c.s.) dat vermeldt:
“In aanvulling op de arbeidsovereenkomst tussen Sator en [gedaagde sub 2] komen partijen het navolgende Long Term Incentive Bonus Plan (“Bonusplan”) overeen.”Uit het arrest van de Hoge Raad van 28 maart 2008 (NJ 2008, 503) volgt echter dat aan het schriftelijkheidsvereiste niet is voldaan als de werknemer zich schriftelijk akkoord verklaart met de inhoud van een document waarin een concurrentiebeding voorkomt als dat document niet als bijlage bij de akkoordverklaring was gevoegd. Gesteld noch gebleken is dat de arbeidsovereenkomst bij de door Sator overgelegde stukken was gevoegd. Derhalve kan niet worden geconcludeerd dat het concurrentiebeding rechtsgeldig is. De gevorderde verklaring voor recht is in zoverre toewijsbaar. Dat [gedaagde sub 2] bekend was met het concurrentiebeding en richting derden meermalen heeft aangegeven dat hij aan een concurrentiebeding gebonden is, zoals Sator heeft gesteld, doet aan dit oordeel niet af.
een periode van twee jaar na afloop van deze overeenkomst”.De termijn van het concurrentiebeding is derhalve aangevangen op 1 augustus 2010, de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd en loopt tot 1 augustus 2012. Ook het subsidiaire standpunt gaat derhalve niet op.
5.De beslissing
woensdag 2 april 2014teneinde Nipparts in de gelegenheid te stellen bij akte aan te geven op welke wijze zij bewijs wil leveren;
in de drie maanden nadienverhinderd zijn; zij dient bij die opgave ten minste vijftien dagdelen vrij te laten waarop het getuigenverhoor zou kunnen plaatsvinden;
;
woensdag 2 april 2014voor het nemen van een akte door Sator c.s. over hetgeen is vermeld onder rechtsoverwegingen 4.41, 4.42, 4.52, 4.56 en 4.63, waarna [gedaagde sub 1] c.s. en[gedaagde sub 12] c.s. op de rol van zes weken daarna een antwoordakte kunnen nemen;