Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 september 2014 met 18 producties,
- de brief van 11 september 2014 van de zijde van Darkness Reigns en [gedaagde sub 2] met
- de mondelinge behandeling van 15 september 2014,
- de pleitnota van de Staat,
- de pleitnota van Darkness Reigns en [gedaagde sub 2].
2.De feiten
3.Het geschil
- de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv vast te stellen op zes maanden na de datum van dit vonnis;
- Darkness Reigns en [gedaagde sub 2] op de voet van artikel 1019h Rv te veroordelen in de proceskosten aan de zijde van de Staat, vermeerderd met griffierecht en explootkosten, zulks met bepaling dat daarover de wettelijke rente verschuldigd is met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis
- Darkness Reigns en [gedaagde sub 2] te veroordelen in de nakosten;
- Darkness Reigns en [gedaagde sub 2] te veroordelen in de proceskosten, zulks met bepaling dat daarover de wettelijke rente verschuldigd is met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis;
- Darkness Reigns en [gedaagde sub 2] te veroordelen in de nakosten.
4.De beoordeling
4.212,=