ECLI:NL:RBMNE:2014:4323

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 september 2014
Publicatiedatum
19 september 2014
Zaaknummer
3230263 UT VERZ 14-4983
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing machtigingsverzoek tot schenking in het kader van bewindvoering

Op 19 september 2014 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een machtigingsverzoek tot schenking. Verzoekster, in haar hoedanigheid van bewindvoerder, vroeg om toestemming om een bedrag van € 3.000,- per persoon te schenken aan de zes kinderen van de rechthebbende. De rechthebbende, geboren in 1933, was niet in staat om zelf haar wil te bepalen. De procedure begon met een verzoek van verzoekster op 9 juli 2014, waarna de kantonrechter op 13 augustus 2014 aangaf voornemens te zijn het verzoek af te wijzen. Verzoekster herhaalde haar verzoek op 2 september 2014, maar de kantonrechter bleef bij zijn standpunt.

De kantonrechter overwoog dat een verzoek om machtiging tot schenkingen doorgaans wordt afgewezen als er geen schenkingstraditie kan worden aangetoond. Verzoekster had bankafschriften overgelegd waaruit bleek dat de rechthebbende in mei 2012 en september 2013 schenkingen had gedaan aan haar kinderen. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de schenking in september 2013 niet meetelt, omdat de rechthebbende ten tijde van de zitting niet in staat was haar mening te geven over de ondercuratelestelling. Dit leidde tot de conclusie dat er slechts één schenking was gedaan vóór het bewind, wat onvoldoende was om een schenkingstraditie aan te tonen.

De kantonrechter weigerde daarom het verzoek om machtiging tot schenking en gaf aan dat verzoekster een nieuw verzoek kon indienen voor de uitbetaling van de kindsdelen in de nalatenschap van de vader van de kinderen. De beschikking werd gegeven door mr. A.M. Crouwel en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bewindsbureau
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 3230263 UT VERZ 14-4983 SL/1509
bewindnummer: 13758

Beschikking van 19 september 2014

inzake het verzoek van

[verzoekster],

wonende te [woonplaats],
verzoekster.
Het verzoek strekt tot machtiging betreffende het vermogen van de rechthebbende:

[rechthebbende],

wonende te [woonplaats],
geboren te [geboorteplaats] op [1933],
hierna te noemen: rechthebbende.
Verzoekster heeft het verzoek gedaan in haar hoedanigheid van bewindvoerder.

De procedure

Bij brief van 9 juli 2014 heeft verzoekster machtiging gevraagd voor schenking van een bedrag van € 3.000,- per persoon aan de zes kinderen van rechthebbende in 2014.
De griffier heeft bij brief van 13 augustus 2014 aan verzoekster bericht dat de kantonrechter voornemens is dat verzoek af te wijzen.
Bij brief van 2 september 2014 heeft verzoekster nogmaals gevraagd machtiging te verlenen door de schenking van € 3.000,- per persoon aan de zes kinderen.

De overwegingen van de kantonrechter

De kantonrechter overweegt dat een verzoek om te worden gemachtigd tot het doen van schenkingen namens een rechthebbende die zijn wil niet kan bepalen, als hoofdregel zal worden afgewezen als geen schenkingstraditie wordt aangetoond. Dit beleid volgt uit de Aanbevelingen meerderjarigenbewind, vastgesteld door het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton.
Uit de door verzoekster overgelegde bankafschriften blijkt dat rechthebbende in mei 2012
€ 3.000,- per persoon aan haar kinderen heeft geschonken.
Verder blijkt uit de bankafschriften dat op 13 september 2013 € 5.000,- per persoon is overgemaakt aan de zes kinderen. Echter, in mei 2013 heeft verzoekster verzocht tot ondercuratelestelling van rechthebbende. In een ongedateerde brief, ter griffie ingekomen op 21 augustus 2013, schrijft verzoekster dat rechthebbende niet aanwezig kan zijn bij de mondelinge behandeling van het verzoek tot ondercuratelestelling vanwege haar medische situatie. Rechthebbende is over het verzoek tot ondercuratelestelling niet gehoord, omdat zij ten tijde van de zitting op 10 september 2013 niet meer in staat was haar mening kenbaar te maken. Daarom is de kantonrechter van oordeel dat bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een schenkingstraditie, op de overmaking van € 5.000,- per persoon op 13 september 2013 geen acht kan worden geslagen.
Als geen acht wordt geslagen op de overmaking van 13 september 2013 aan de kinderen, volgt uit de door verzoekster overgelegde bescheiden dat voorafgaand aan het bewind sprake is geweest van slechts één schenking aan de kinderen, te weten in 2012. De kantonrechter is van oordeel dat één schenking voorafgaand aan het bewind niet maakt dat sprake is van een schenkingstraditie. Daarom zal de kantonrechter het verzoek om machtiging tot het doen van een schenking van € 3.000,- per persoon aan de zes kinderen afwijzen.
In de brief van 2 september 2014 herhaalt verzoekster haar machtigingsverzoek voor de schenking van € 3.000,- per persoon aan de zes kinderen, omdat de kinderen nog een vordering hebben op rechthebbende als gevolg van het overlijden van hun vader, die zij tot op heden niet hebben opgeëist. De kantonrechter is van oordeel dat een dergelijke vordering er niet toe leidt dat machtiging kan worden verleend voor de gevraagde schenkingen, omdat daarvoor van belang is dat een schenkingstraditie wordt aangetoond. Wel staat het verzoekster vrij een met stukken onderbouwd machtigingsverzoek in te dienen voor de uitbetaling van de kindsdelen in de nalatenschap van hun vader.

De beslissing

De kantonrechter:
weigert de gevraagde machtiging.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Crouwel, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 19 september 2014.
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend..