Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[eiser],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- de rolbeslissing van 14 mei 2014,
- de akte nadere uitlating van eisers.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, gaat het om een geschil tussen Hoya Lens Nederland B.V. en verschillende gedaagden, waaronder een besloten vennootschap en haar bestuurders. Hoya, leverancier van brillenglazen, vordert schadevergoeding van de gedaagden op basis van bestuurdersaansprakelijkheid en onrechtmatige daad. De rechtbank heeft vastgesteld dat Hoya op krediet heeft geleverd aan HWB, een opticien die in financiële problemen verkeerde. Hoya stelt dat de gedaagden, als bestuurders van HWB, wisten of hadden moeten weten dat HWB niet in staat zou zijn om haar verplichtingen na te komen. De rechtbank oordeelt echter dat Hoya niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagden op het moment van de bestellingen wisten dat HWB niet zou kunnen betalen. De vorderingen van Hoya worden afgewezen, en Hoya wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden.
Daarnaast vordert [eiser], de verhuurder van het pand waarin HWB was gevestigd, betaling van huur door [gedaagde 1]. De rechtbank overweegt dat [gedaagde 1] een lege vennootschap is en dat de bestuurder van [gedaagde 1] mogelijk aansprakelijk kan zijn voor de huurverplichtingen. De rechtbank laat [gedaagde 2] toe om bewijs te leveren dat zij aan [eiser] heeft duidelijk gemaakt dat [gedaagde 1] niet in staat was om aan haar verplichtingen te voldoen. De zaak wordt aangehouden voor bewijslevering en verdere beoordeling van de vorderingen van [eiser].