Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 8;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van [eiseres].
2.De feiten
De procedure wordt pro forma aangehouden tot 7 augustus 2014.
Voor de duur van de aanhouding wordt het volgende afgesproken:
Partij [gedaagde 1] gaat ermee akkoord dat de gemeente een muur laat maken tussen de woningen aan de [adres 2] en [adres 1] te [woonplaats], waardoor de woning op nummer [adres 1] niet meer bereikbaar is vanuit nummer [adres 2].
Partij [gedaagde 1] gaat ermee akkoord dat een derde werkzaamheden gaat verrichten in de woning met nummer [adres 1] in verband met verbouwing en bewoning
Partij [gedaagde 1] zal zowel het perceel als de woning aan de [adres 1] niet meer betreden.
Partij [gedaagde 1] zal gedogen dat nutsvoorzieningen worden gesplitst en hij zal voor deze en andere noodzakelijke werkzaamheden toegang verlenen tot de woning met nummer [adres 2] voorzover dit voor deze werkzaamheden nodig is.
Partijen zullen in overleg treden over de verplaatsing van de blokhut naar het perceel dat door partijen wordt aangeduid G 8867 en 8865.
Partijen zullen tussentijds, wanneer de onder 2 vermelde afspraken niet worden nagekomen, vonnis kunnen vragen.
Partijen dienen de rechter in ieder geval een week voor 7 augustus 2014 te berichten of het kort geding als ingetrokken kan worden beschouwd. (…)”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Vorderingen ten aanzien van [gedaagde 1]
816,00