4.3Het oordeel van de rechtbank
Doorzoeking aanhangwagen in parkeergarage rechtmatig
De rechtbank is van oordeel dat de doorzoeking van de aanhangwagen in de parkeergarage rechtmatig is geweest. Op grond van de Wet economische delicten is het immers toegestaan om een voertuig (en in dit geval is er niet sprake van een voertuig, maar van een aanhangwagen) te doorzoeken bij het vermoeden van een strafbaar feit. Dat vermoeden was er na de pseudokoop en het ontdekken van het vuurwerk in de bestelbus, waarna op aanwijzing van verdachte zelf de aanhangwagen is gelokaliseerd.
Bewezenverklaring ten laste gelegde feiten
Op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelen acht de rechtbank de (primair) ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
Bewijsmiddelen
Q104 en Q113 zijn opsporingsambtenaren belast met opsporingsonderzoek naar handel in professioneel vuurwerk. Ten behoeve van dit onderzoek is Q113 ingezet als pseudokoper. Via mailcontact door middel van het mailadres:[naam]@hotmail.com is een afspraak gemaakt voor de aankoop en levering van 30 pakjes van 3 stuks van het type vuurwerk Cobra 6.
Op 12 december 2012 omstreeks 18:10 uur in Nieuwegein hebben verdachte en zijn medeverdachte (NN1 en NN3 in een Mercedes Vito bestelbus) een vuilniszak met als inhoud meerdere zakjes met professioneel vuurwerk, type Cobra, aan Q113 laten zien.
NN3 heeft tegen Q113 gezegd: “Ik moet even kijken hoor welke vuilniszak nou van jou is. We hebben namelijk meer bij ons”.
In de Mercedes bus (Mercedes-Bentz, type Vito met kenteken [kenteken]) zijn 36 Shells, twee vuilniszakken gevuld met Cobra Super 6 en 3 dozen gevuld met Cobra 6, met een totaalgewicht van 92 kilogram aan vuurwerk, aangetroffen.
Op aanwijzing van verdachte is in de parkeergarage van de Bazaltoever in Nieuwegein een aanhangwagen aangetroffen met daarin 220 kilogram vuurwerk bestaande uit Cobra Super 6 en Shells. De verpakkingen komen overeen met de verpakkingen van het vuurwerk dat is aangetroffen in de Mercedes bus.
Het vuurwerk is onderzocht en het betreft professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, bestaande uit het volgende vuurwerk:
- 72 stuks Shells of mortierbommen met artikelnummer SNY 100-39 en
- 480 stuks knalvuurwerk Rasta traat en
- 500 stuks knalvuurwerk, Original met artikelnummer FP3 en
- 3496 stuks knalvuurwerk, Super Cobra 6.
In totaal betreft het 311,8 kilogram vuurwerk.
Verdachte heeft verklaard dat hij illegaal vuurwerk heeft vervoerd met de bus van zijn vader, een Mercedes Vito. Hij heeft de aanhangwagen bij de aankoop samen met medeverdachte [medeverdachte] opgehaald.
Onder verdachte is een Apple Iphone 4S in beslag genomen.Het eigen nummer van de in de telefoon aanwezige SIM-kaart is +[telefoonnummer].Verdachte heeft verklaard dat de Iphone van hem is en dat hij gebruik maakt van telefoonnummer [telefoonnummer].
Uit chatberichten in de Iphone van verdachte blijkt dat verdachte vanaf 7 september 2012 tot en met 12 december 2012 meerdere malen per dag contact heeft gehad met medeverdachte [medeverdachte] in het kader van de handel in vuurwerk, over de inkoop, afspraken over leveringen en over de verdeling van de winst.
In eerdergenoemde Iphone zijn foto’s aangetroffen met daarop afbeeldingen van beeldschermen met overzichten met:
- dagen
- tijdstippen
- namen
- telefoonnummers
- omschrijvingen van onder meer hoeveelheden in KF en FC
- cijfers
- omschrijvingen.
Verdachte heeft verklaard dat het gaat om de namen van klanten en dat hij foto’s van bestellijsten van medeverdachte [medeverdachte] heeft ontvangen.Verdachte heeft verklaard dat KF betekent: Karton Fenix (nitraten) en dat KC betekent: Karton Cobra, Cobra 6.
Uit gegevens afkomstig van deze Iphone is gebleken van een levering van professioneel vuurwerk aan een persoon genaamd “[A]” met telefoonnummer [telefoonnummer]. Het telefoonnummer staat op naam van [A].
[A] heeft op 28 december 2012 verklaard dat zijn telefoonnummer [telefoonnummer] is en dat hij anderhalve maand geleden 3 dozen Cobra en 1 doos nitraten (Feniks) voor
€ 3.000,00 heeft gekocht bij een jongen in Nieuwegein.
Uit de gegevens van bovengenoemde Iphone van verdachte is ook gebleken van een levering van professioneel vuurwerk aan het telefoonnummer [telefoonnummer] op naam van “[naam]”. Dit telefoonnummer staat op naam van [B].
[B] heeft op 28 december 2012 verklaard dat hij enkele maanden daarvoor vuurwerk in Nieuwegein heeft gekocht. Het vuurwerk betrof 11 doosjes van ieder 20 stuks Poolse nitraten, merk Fenix en 5 zakjes met ieder 3 stuks Cobra’s. Dit kostte een paar honderd euro. [B] heeft het vuurwerk gekocht van een jongen van ongeveer 17 of 18 jaar oud met lengte 1.70 m. De jongen reed in een Mercedes Vito bestelbus. Toen [B] hem het geld liet zien overhandigde een andere jongen, ongeveer 20 jaar oud met halflang blond haar, hem het vuurwerk. [B] heeft het mailadres: [naam]@hotmail.com gebruikt en zijn telefoonnummer is: [telefoonnummer].
Bewijsoverwegingen
Professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik
De rechtbank acht niet aannemelijk dat het in beslag genomen vuurwerk geen professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik is, zoals ten laste is gelegd. De rechtbank gaat uit van de juistheid van het onderzoek aan het in beslag genomen vuurwerk door het Centraal Onderzoeksteam Vuurwerk (COV) en ziet in hetgeen de verdediging hieromtrent heeft aangevoerd geen reden om hieraan te twijfelen, nu op geen enkele wijze is gebleken dat het vuurwerk niet de verwachte uitwerking heeft gehad.
Medeplegen
Op grond van het hiervoor weergegeven bewijs acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte betrokken is geweest bij de handel in en het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk bestemd voor particulieren. Het is vervolgens de vraag hoe de rol van verdachte dient te worden gekwalificeerd.
Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van medeplegen dan wel medeplichtigheid - zoals door de verdediging is bepleit - is met name van belang de mate van betrokkenheid van verdachte bij de voorbereiding en de uitvoering van de misdrijven en de afspraken die zijn gemaakt. Verdachte heeft over de samenwerking verklaard dat hij de bestelbus aan medeverdachte ter beschikking heeft gesteld voor vervoer van het vuurwerk en dat hij zelf ook vuurwerk vervoerd heeft. Uit de chatgesprekken tussen verdachte en zijn medeverdachte blijkt echter van een veel groter aandeel van verdachte in het geheel.
Uit de chatgesprekken blijkt een intensief contact tussen verdachten. Er is sprake van een rolverdeling in die zin dat verdachte zich meer bezighield met het vervoer van het vuurwerk en dat medeverdachte [medeverdachte] de inkoop, de contacten met de leveranciers en afnemers en de financiën regelde. Ieder had zijn eigen rol in het geheel. Uit de chatgesprekken volgt een afspraak over de winstverdeling van 75% (medeverdachte [medeverdachte]) - 25 % (verdachte). Op grond van de inhoud van de chatgesprekken is de rechtbank dan ook van oordeel dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking en gezamenlijke uitvoeringshandelingen.
Op grond hiervan acht de rechtbank het bestanddeel van medeplegen bewezen.
Ter beschikking stellen vuurwerk door verdachten
Uit bovengenoemde bewijsmiddelen - in onderling verband en samenhang bezien - volgt voorts dat verdachten het vuurwerk aan de pseudokoper, [A] en [B] ter beschikking hebben gesteld. De verkoop en levering van het vuurwerk gebeurde op dezelfde manier: het contact maken via de mailadressen op internet, het gebruik van het telefoonnummer van verdachte, de plaats van levering in Nieuwegein, de Mercedes Vito bestelbus en hetzelfde soort vuurwerk. Daarbij geven [A] en [B] beschrijvingen van de jongens die het vuurwerk verkochten die overeenkomen met de uiterlijke kenmerken van verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte].
De rechtbank acht bewezen dat bij de pseudokoop het vuurwerk door verdachten ter beschikking is gesteld aan de verbalisant. Dit volgt uit het tonen van de vuilniszak aan Q113 en de woorden die daarvoor zijn geuit: “Ik moet even kijken hoor
welke vuilniszak nou van jou is.” Hieruit blijkt dat Q113 de beschikkingsmacht had over het getoonde vuurwerk.
Voorhanden hebben van vuurwerk zonder omgevingsvergunning of melding als bedoeld in Vuurwerkbesluit buiten een daarvoor geschikte inrichting.
Het vuurwerk is aangetroffen in een bestelbus en in een aanhangwagen in een parkeergarage. Evident is dat voor een bestelbus en een aanhangwagen in een parkeergarage geen omgevingsvergunning is afgegeven of een melding is gedaan als bedoeld in artikel 2.2.4 van het Vuurwerkbesluit.
Nu voorts ook niet is gesteld of gebleken dat voor de onderhavige parkeergarage het geval was, stelt de rechtbank vast dat verdachte het vuurwerk voorhanden heeft gehad buiten een daarvoor geschikte inrichting. De rechtbank acht het onder feit 3 ten laste gelegde dan ook bewezen.
Samenloop feiten 2 en 3
De rechtbank constateert dat hetgeen onder 2 en 3 bewezen wordt geacht, betrekking heeft op dezelfde partijen vuurwerk. Daarbij is niet alleen sprake van een gelijktijdigheid van handelen, ook wat betreft de strekking van het te beschermen rechtsbelang komt hetgeen onder 2 en 3 bewezen wordt geacht overeen.
De van toepassing zijnde artikelen van het Vuurwerkbesluit beogen immers allen dat handhavend kan worden opgetreden tegen diegenen die professioneel vuurwerk in strijd met het besluit hebben bestemd voor gebruik door particulieren. De rechtbank acht dan ook artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing en concludeert tot eendaadse samenloop.