Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 januari 2014
- de brief van 2 mei 2014 van mr. de Groot met daarbij de producties 19 en 20
- de brief van 5 mei 2014 van mr. Langerak met daarbij productie 42
- de brief van 15 mei 2014 van mr. Langerak met daarbij productie 43
- het proces-verbaal van comparitie van 20 mei 2014.
2.De feiten
- [eiseres sub 2] verkoopt en levert haar aandelen in [gedaagde sub 5] aan [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 2] tegen een verkoopprijs van € 375.000,--, welke koopprijs wordt verrekend met de rekening-courant vordering van [gedaagde sub 5] op [A];
- [eiseres sub 2] verkoopt en levert haar aandelen in [gedaagde sub 7] aan [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 2] tegen een verkoopprijs van € 300.000,--;
- [A] heeft een vordering op [gedaagde sub 10] C.V. van € 1.500.000,--;
- aan een aantal appartementsrechten in het [project] (genaamd: [naam]), waartoe in ieder geval één ligplaats voor een boot behoort, is een waarde toegekend van € 3.792.250,-- Deze appartementsrechten zullen door [gedaagde sub 9] C.V. worden overgedragen aan [eiseres sub 2];
- betaling van de koopprijs door [eiseres sub 2] zal plaatsvinden door inbetalinggeving van de verkoopprijs van de aandelen [gedaagde sub 7] en door inbetalinggeving van de vordering van [A] op [gedaagde sub 10] C.V. Dit resulteert in een totaalbedrag van € 1.800.000,--. Het resterende deel ad. € 1.992.250,-- blijven [eiseressen c.s.] schuldig aan [gedaagde sub 9] C.V.;
- ten behoeve van de aflossing van het bovengenoemde resterende deel kan [eiseres sub 2] een renteloze lening afsluiten met [gedaagde sub 9] C.V., met als zekerheid een eerste recht van hypotheek op de te leveren appartementsrechten. Indien [A] van deze mogelijkheid geen gebruik maakt en bij levering de koopprijs aflost, heeft hij recht op een rentekorting van
3.De vordering in conventie
4.De vordering in reconventie
1 november 2011tot en met de dag van algehele voldoening. [eiseressen c.s.] hebben op 14 mei 2012 voldaan. [gedaagden c.s.] missen daarmee echter de terugbetaling van de wettelijke rente van 4 januari 2011 tot 1 november 2011, hetgeen een bedrag is van € 12.801,63. [gedaagden c.s.] vorderen dit bedrag op grond van onverschuldigde betaling ex artikel 6:203 lid 2 BW terug.
5.De beoordeling
in conventie en reconventie
mission impossible’nu door tijdsverloop nakoming van één van de verbintenissen uit de Ontvlechtingsovereenkomst (het leveren van vijf appartementen in ‘[naam]’) niet meer mogelijk is. [gedaagden c.s.] hebben zelf immers ter comparitie verklaard dat van deze vijf appartementen er inmiddels drie zijn verkocht aan derden. Het zoeken naar ‘equivalenten’ om alsnog tot uitvoering van de Ontvlechtingsovereenkomst te komen, zoals [gedaagden c.s.] ter comparitie hebben opgemerkt baten hen niet, omdat het resultaat van de te voeren onderhandelingen in strijd met de geest van de oorspronkelijke Ontvlechtingsovereenkomst is.
ten tijdevan de niet-nakoming door de tot de prestatie gerechtigde is geleden, ten opzichte van de situatie waarin hij zou zijn geraakt bij behoorlijke nakoming van de verbintenis. Deze uitleg sluit, ander dan [eiseressen c.s.] ingang willen doen vinden, niet uit dat er achteraf geen berekening van de (netto contante) waarde van de vijf appartementen ten tijde van de beoogde overdracht kan worden gemaakt. Met een dergelijke berekening kunnen risico’s, zoals die zich destijds voordeden of voorzienbaar waren, worden verdisconteerd. Bij behoorlijke nakoming van de verbintenis immers zou [eiseressen c.s.] de overeengekomen, op dat moment nog te realiseren, appartementsrechten geleverd hebben gekregen en vanaf dat moment ook het risico van waardevermindering ervan hebben gelopen. Zeker het feit dat de appartementsrechten nog gebouwd moesten worden, hield een fors risico in, hetgeen [A] als ervaren projectontwikkelaar wist dan wel moest weten.
gerealiseerdekoopprijzen, maar met de
verwachtekoopprijs op het moment dat er diende te worden nagekomen. Aldus is er geen discrepantie met hetgeen de Hoge Raad in [naam]/[naam] heeft overwogen.
deurwaarderdient af te geven. De daartoe strekkende vordering van [eiseressen c.s.] (weergegeven in rechtsoverweging 3.1 onder 3) strekt echter tot betaling van het bedrag aan
[eiseres sub 3]en niet aan de deurwaarder. Ter comparitie hebben [eiseressen c.s.] ook verklaard dat in de vordering afgifte aan de deurwaarder had moeten staan. Nu de eis van [eiseressen c.s.] niet dienovereenkomstig is gewijzigd dient deze vordering van [eiseressen c.s.] te worden afgewezen. Voorts is onvoldoende gesteld om de vordering op een andere rechtsgrond toe te wijzen.
persoonlijk, ernstig verwijt aan het adres van [gedaagde sub 1] jegens
[eiseres sub 3]als schuldeiser van [gedaagde sub 5]. Alle verwijten die [eiseressen c.s.] [gedaagde sub 1] maken zien toe op mogelijk onrechtmatig handelen van [gedaagde sub 1] jegens de
gezamenlijkeschuldeisers van [gedaagde sub 5]. Nu [gedaagde sub 5] is gefailleerd ligt het op de weg van de curator om namens deze gezamenlijke schuldeisers te ageren. Deze vordering van [eiseressen c.s.] zal dan ook worden afgewezen.
6.De beslissing
24 september 2014voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage.