Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 januari 2014
- het proces-verbaal van comparitie van 3 juli 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
. Het was vrijdagavond, 15 oktober 2010. (...) Ik liet mijn hond uit en ik liep langs haar caravan. (...) [eiseres] nodigde mij uit op haar veranda. We kwamen in gesprek. Het was gezellig. (...), maar op een gegeven moment kreeg ze een telefoontje van haar ex [K]. (...) [eiseres] vertelde mij na afloop van het telefoontje, dat [K] haar verteld had, dat hij een aanval had gehad. [K] zou namelijk een mes in de radio hebben gestoken. Meer zei [eiseres] hier niet over. Ik zag dat [eiseres] behoorlijk in de war was van het telefoontje. Ik vond dat ze erg heftig reageerde op het telefoontje. Ik zag dat ze onrustig was. Ik hoorde haar zeggen dat ze bang was dat [K] nu naar haar toe zou komen en haar iets zou aandoen. Hierna vernam ik dat ze vervelende ervaringen met haar ex had gehad. Zo zou hij haar ooit met een honkbalknuppel achterna hebben gezeten.
als betrokken [O] waren in de caravan van [eiseres](Rb: dit is [eiseres])
aanwezig om te zoeken naar een mogelijke afscheidsbrief van [eiseres]. Beiden zeggen geen aanleiding te hebben of te geloven dat [eiseres] van plan was om afscheid te nemen van het leven.
“tijdelijk verlies van bewustzijn, gezichtsvermogen, concentratie of geheugen”. Dat bij [eiseres] sprake is van geheugenverlies, in die zin dat ze geen herinneringen heeft aan het ongeluk en wat daaraan vooraf is gegaan, wordt door ASR niet weersproken, zodat de rechtbank hiervan uit zal gaan. [eiseres] lijkt hier echter uit af te leiden dat zij zich ten tijde van het Ongeval niet bewust was van haar rijgedrag. Deze conclusie kan naar het oordeel van de rechtbank niet zo maar getrokken worden. Het geheugenverlies van [eiseres] lijkt ook heel goed te kunnen worden verklaard door het gegeven dat zij een heftige frontale aanrijding heeft meegemaakt, waarbij zij ernstig gewond is geraakt en enige tijd in het ziekenhuis kunstmatig in coma is gehouden, zo begreep de rechtbank van [eiseres] tijdens de comparitie. Mogelijk doelt [eiseres] op een black-out in de zin van een
“tijdelijk verlies van bewustzijn”. Dat hiervan sprake is geweest blijkt echter nergens uit. In de door [eiseres] overgelegde bladzijden uit verslagen van psychiaters, staat enkel vermeld dat [eiseres] geen herinneringen heeft aan het ongeval, waarbij – zo neemt de rechtbank aan – zal zijn uitgegaan van wat [eiseres] hier zelf over heeft verklaard. Bovendien komt het de rechtbank voor dat bij algeheel verlies van bewustzijn ook niet meer gehandeld kan worden.
- Uit de eigen verklaring van [eiseres] bij de politie en de onder 4.7. t/m 4.12. weergegeven verklaringen en bevindingen van de politie komt naar voren dat [eiseres] al langere tijd psychische problemen heeft, daarvoor medicijnen moet gebruiken, onder psychiatrische behandeling staat of heeft gestaan en diverse keren opgenomen is geweest in psychiatrische instellingen.
- De politie heeft met diverse mensen uit de omgeving van [eiseres] gesproken. Uit hun verklaringen maakt de rechtbank op dat [eiseres] begin oktober 2010 nog wel in goede doen leek, maar dat zij met name in het weekend voor maandag 18 oktober 2010 onrustig en verward overkwam.
- Verschillende van deze mensen hebben verklaard dat ze het niet aannemelijk vinden dat [eiseres] zelfmoord heeft willen plegen, zeker niet op deze manier.
- Tijdens de comparitie verklaarde de schadebehandelaar van ASR dat hij er vanuit ging dat [eiseres] zichzelf had willen beschadigen dan wel doden. Als reactie hierop verklaarde [eiseres] dat zij in de periode voor het Ongeval
- Zowel de vader van [eiseres] als haar vriendin [Z] hebben melding gemaakt van een eerdere aanrijding waarbij [eiseres] betrokken is geweest. [Z] verklaarde dat [eiseres] haar achteraf had verteld dat zij toen stemmen in haar hoofd had gehoord en dat een stem gezegd had dat zij zonder handen aan het stuur moest gaan rijden.
- [eiseres] heeft de laatste twee bladzijden overgelegd van een
5.De beslissing
24 september 2014voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage,