ECLI:NL:RBMNE:2014:3613
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot aansprakelijkstelling na aanrijding met scooter
In deze zaak verzoekt [verzoeker] de kantonrechter om te verklaren dat [verweerster] aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van een aanrijding op 10 december 2013. [verzoeker] was op zijn scooter betrokken bij een aanrijding met een personenauto bestuurd door [verweerster]. Na de aanrijding heeft [verzoeker] [verweerster] aansprakelijk gesteld en verzocht om de schade bij haar verzekeraar te melden. Echter, [verweerster] heeft nauwelijks gereageerd op de verzoeken van [verzoeker], wat leidt tot de vraag of er al sprake is van onderhandelingen in het kader van de deelgeschilprocedure.
De kantonrechter overweegt dat de deelgeschilprocedure is bedoeld om de buitengerechtelijke afhandeling van letselschade te versnellen, maar dat hiervoor wel een begin van onderhandelingen tussen partijen vereist is. In dit geval heeft [verweerster] slechts één keer gereageerd op de verzoeken van [verzoeker], waardoor er geen sprake is van een begin van onderhandelingen. De kantonrechter concludeert dat het verzoek van [verzoeker] niet voldoet aan de voorwaarden voor een deelgeschilprocedure en verklaart hem niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Daarnaast merkt de kantonrechter op dat, zelfs als [verzoeker] ontvankelijk zou zijn verklaard, de vorderingen op basis van de overwegingen in deze beschikking zouden zijn afgewezen. De kantonrechter wijst erop dat de deelgeschilprocedure niet bedoeld is voor situaties waarin de aansprakelijkgestelde niet reageert, en dat [verzoeker] geen belang heeft bij zijn verzoek om [verweerster] te verplichten de schade bij haar verzekeraar te melden, aangezien hij zelf recht heeft op schadevergoeding van de verzekeraar op basis van de wet.