ECLI:NL:RBMNE:2014:3597
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze wrakingszaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 augustus 2014 uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van de kantonrechter mr. D.C.P.M. Straver door mr. M.J.P. Leenders, gemachtigde van verzoeker. Het wrakingsverzoek is ingediend naar aanleiding van een zitting op 23 juli 2014, waarbij mr. Leenders de rechter gewraakt heeft vanwege vermeende vooringenomenheid. De rechter zou geïrriteerd zijn geweest door de late aankomst van verzoeker en zou een schorsing hebben geweigerd, wat volgens mr. Leenders de mogelijkheid om adequaat te reageren op de conclusie van antwoord in reconventie heeft belemmerd.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom het wrakingsverzoek zorgvuldig beoordeeld. De rechter heeft schriftelijk gereageerd op het verzoek en aangegeven dat zij niet in de wraking berust. Zij heeft verklaard dat zij heeft gewacht op de komst van verzoeker en dat de inhoudelijke behandeling nog niet was begonnen toen verzoeker arriveerde. De rechter heeft geprobeerd om het procesbelang van beide partijen te dienen en heeft geen aanleiding gezien om mr. Leenders de gelegenheid te bieden om verder te reageren op de conclusie.
De rechtbank oordeelt dat de aangevoerde wrakingsgrond, namelijk de bejegening door de rechter en het niet toestaan van een schorsing, niet voldoende is om te concluderen dat er sprake is van vooringenomenheid. De rechtbank stelt vast dat het enkele feit dat er irritatie is ontstaan tussen de rechter en de advocaat niet automatisch leidt tot een gebrek aan onpartijdigheid. De rechtbank wijst het verzoek tot wraking af en draagt de griffier op om deze beslissing aan de betrokken partijen toe te zenden.