ECLI:NL:RBMNE:2014:3595
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze wrakingszaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 augustus 2014 uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. L. Jongen, kantonrechter, door verzoekster B.V. De wraking werd aangevraagd door mr. W.L.R. Schuurmans, die stelde dat de rolbeslissingen van 9 en 16 juli 2014, waarbij een akte wijziging/vermeerdering van eis niet werd toegelaten, in strijd waren met de goede procesorde en de schijn van partijdigheid wekten. De rechtbank heeft de procedure uitvoerig behandeld, waarbij op 5 augustus 2014 een mondelinge behandeling plaatsvond. Tijdens deze zitting werd het wrakingsverzoek toegelicht door mr. C.J. Bungay, terwijl de gewraakte rechter niet aanwezig was. V&D B.V. was ook vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. A. de Fouw.
De rechtbank heeft de feiten van de hoofdzaak in overweging genomen, waarin verzoekster de eisende partij was en V&D de gedaagde. De rechtbank oordeelde dat de rolbeslissingen niet onbegrijpelijk waren en dat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid van de rechter. De rechtbank benadrukte dat een negatieve procesbeslissing op zich geen grond voor wraking vormt, tenzij er duidelijke aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid. De rechtbank concludeerde dat de door verzoekster aangevoerde feiten en omstandigheden geen grond gaven voor de vrees dat de rechter niet onpartijdig was.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot wraking afgewezen, met de beslissing dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze uitspraak. De griffier werd opgedragen deze beslissing toe te zenden aan de betrokken partijen en de voorzitter van de afdeling Civiel recht.