AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Medeplichtigheid aan hennepkwekerij en bezit van wapen met pepperspray
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 augustus 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan hennepkwekerij en het bezit van pepperspray. De verdachte was betrokken bij meerdere hennepkwekerijen in de periode van 2010 tot 2011, waarbij hij samen met anderen hennepplanten teelde en elektriciteit steelde. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gevoerd op verschillende data, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaten. De tenlastelegging is tijdens de zittingen gewijzigd en de rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft betoogd dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de feiten had gepleegd, maar de rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de verdachte medeplichtig was aan de hennepkwekerij door zijn pand ter beschikking te stellen en elektriciteit te leveren. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de meeste tenlastegelegde feiten, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan het subsidiaire feit van medeplichtigheid aan de hennepkwekerij en het bezit van pepperspray.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van 50 dagen, en een geldboete van € 250,-. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het tijdsverloop van de zaak, wat heeft geleid tot een strafvermindering. De uitspraak is gedaan in het belang van de maatschappij, gezien de ernst van de feiten en de overlast die het kweken van hennep met zich meebrengt.
Voetnoten
1.Het proces-verbaal van bevindingen, opgenomen op pagina 136, van het proces-verbaal met nummer PL091A 2011227349, van politie regio Utrecht, in de wettelijke vorm opgemaakt en doorgenummerd van pagina 1 tot en met 371.
2.Het proces-verbaal van bevindingen, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 134-135.
3.Het proces-verbaal van aangifte [aangever], namens Stedin Netbeheer BV, met als bijlagen een rapportage diefstal energie en een rapportage visuele waarneming controle netcomponenten, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 225-227.
4.Het geschrift, te weten een uitdraai van het Kadaster, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 44-45, 47-48, 49-50 en 56.
5.Het geschrift, te weten een kopie van een huurovereenkomst, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 161.
6.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1], in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 191-192.
7.De verklaring van verdachte [verdachte], afgelegd ter terechtzitting van 25 juli 2014.
8.Het proces-verbaal kennisgeving van inbeslagneming, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 16.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, in de wettelijke vorm op gemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 218.
10.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 308.