Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingslocatie Utrecht
1.De procedure
2.De standpunten
3.De beoordeling
€ 92.692,80. [3]
€ 30.000,-.
4.De beslissing
€ 30.000,-(dertigduizend euro);
Rechtbank Midden-Nederland
In de ontnemingszaak tegen de verdachte, geboren op Curaçao in 1956, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 20 juni 2014 uitspraak gedaan. De verdachte was eerder veroordeeld voor medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal door twee of meer verenigde personen. De officier van justitie vorderde een bedrag van € 85.800,00 als wederrechtelijk verkregen voordeel uit de hennepteelt. De verdediging betwistte de hoogte van dit bedrag en voerde aan dat de officier onvoldoende bewijs had geleverd voor de inkomsten uit de hennepkwekerij. De rechtbank heeft de bewijsstukken en verklaringen van de verdachte en medeverdachten in overweging genomen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte voordeel had genoten van de hennepteelt, maar dat dit voordeel niet volledig aan haar was toegekomen, gezien de betrokkenheid van meerdere personen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 30.000,- en de verdachte verplicht tot betaling van dit bedrag aan de Staat. De vordering van de officier van justitie werd voor het overige afgewezen.