ECLI:NL:RBMNE:2014:3406

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 juni 2014
Publicatiedatum
7 augustus 2014
Zaaknummer
16-600733-11 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietige oproeping in ontnemingszaak

Op 6 juni 2014 vond de zitting plaats in de ontnemingszaak tegen de verdachte, geboren op Curaçao in 1992. De verdachte was niet verschenen, en zijn raadsman, mr. S. de Korte, verklaarde zich niet gemachtigd om de verdediging te voeren. Het onderzoek ter terechtzitting was eerder op 12 april 2013 gestart, maar was voor onbepaalde tijd geschorst. Tijdens de zitting op 6 juni 2014 bleek dat de oproeping niet aan de verdachte was betekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de oproeping nietig was, omdat de verdachte niet op de hoogte was gesteld van de zitting. De rechtbank heeft vervolgens de oproeping nietig verklaard. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Midden-Nederland, met mr. M.A.E. Somsen als voorzitter en mrs. P.P.C.M. Waarts en R.L.M. van Opstal als rechters, in aanwezigheid van griffier mr. G.C. van de Ven-de Vries.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16-600733-11 (ontneming)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 6 juni 2014
in de ontnemingszaak tegen
[verdachte],
geboren te Curaçao op [1992],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[woonplaats], [adres].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft eerst plaatsgevonden op 12 april 2013. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting destijds geschorst voor onbepaalde tijd. Vervolgens heeft het onderzoek ter terechtzitting plaatsgevonden op 6 juni 2014. De verdachte is ter terechtzitting van 6 juni 2014 niet verschenen.
Verschenen is mr. S. de Korte, raadsman van verdachte, die verklaarde zich niet uitdrukkelijk gemachtigd te achten om namens zijn cliënt de verdediging te voeren.

2.De oproeping

Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de oproeping niet aan de verdachte is betekend. Nu de verdachte niet is verschenen zal de rechtbank de oproeping nietig verklaren.

3.Beslissing

De rechtbank:
verklaart de oproeping nietig.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.A.E. Somsen , voorzitter,
mrs. P.P.C.M. Waarts en R.L.M. van Opstal, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. G.C. van de Ven-de Vries, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 juni 2014.