Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
Beslissing
Rechtbank Midden-Nederland
Op 6 juni 2014 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zitting houdende in Utrecht, een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De verdachte, geboren op Curaçao in 1992, was niet verschenen op de zitting. Zijn raadsman, mr. S. de Korte, verklaarde zich niet gemachtigd om de verdediging te voeren. Het onderzoek ter terechtzitting was eerder op 12 april 2013 gestart, maar was toen voor onbepaalde tijd geschorst.
De tenlastelegging omvatte vier feiten. Ten eerste werd de verdachte verweten dat hij in de periode van 24 februari 2011 tot en met 21 juli 2011 samen met anderen hennep had gekweekt of 501 hennepplanten aanwezig had gehad in een pand te [plaats]. Ten tweede werd hem verweten dat hij in dezelfde periode elektriciteit had gestolen van Stedin Netbeheer BV. Ten derde had hij op 21 juli 2011 een ploertendoder en een nabootsing van een pistool voorhanden gehad. Ten slotte had hij op dezelfde datum twee busjes traangas in zijn bezit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de oproeping voor de zitting van 6 juni 2014 niet aan de verdachte was betekend, waardoor de verdachte niet op de zitting kon verschijnen. Gezien deze omstandigheid heeft de rechtbank de oproeping nietig verklaard. Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige strafkamer, onder leiding van voorzitter mr. M.A.E. Somsen, en in aanwezigheid van de andere rechters, mrs. P.P.C.M. Waarts en R.L.M. van Opstal, en griffier mr. G.C. van de Ven-de Vries.