AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Medeplegen van hennepkwekerij en bezit van een gasdrukpistool
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 20 juni 2014, stond de verdachte terecht voor het medeplegen van het kweken van hennep en het voorhanden hebben van een gasdrukpistool. De tenlastelegging omvatte twee feiten: het kweken van 779 hennepplanten in de periode van 31 mei 2012 tot en met 9 augustus 2012, en het voorhanden hebben van een gasdrukpistool op 15 augustus 2012. Tijdens de zittingen op 21 maart en 6 juni 2014 werden de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.
De rechtbank concludeerde dat er voldoende bewijs was voor het eerste feit, waarbij de verdachte samen met anderen hennep had gekweekt. Dit werd onderbouwd door de vondst van een professionele hennepkwekerij in een pand dat door de verdachte werd gehuurd. De rechtbank achtte de verklaring van de verdachte, dat hij niet op de hoogte was van de kwekerij, niet geloofwaardig. Voor het tweede feit, het bezit van het gasdrukpistool, oordeelde de rechtbank eveneens dat de verdachte verantwoordelijk was, gezien de omstandigheden waaronder het wapen werd aangetroffen.
De rechtbank legde de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden op, met een proeftijd van twee jaar, en een werkstraf van 140 uren. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de hennephandel, die vaak gepaard gaat met geweld en andere strafbare feiten. De beslissing is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet, en de rechtbank sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten.
Voetnoten
1.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 augustus 2012, opgemaakt in de wettelijke vorm en opgenomen op pagina 3 en 4 van proces-verbaalnummer PL0960 2012163502.
2.Afschrift addendum I, behorende bij een huurovereenkomst tussen [X] B.V. en [Y] B.V., vertegenwoordigd door [verdachte].
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 augustus 2012, opgemaakt in de wettelijke vorm en opgenomen op pagina 22 en 24 van proces-verbaalnummer PL0960 2012163502.
4.Proces-verbaal sporenonderzoek, opgemaakt in de wettelijke vorm en opgenomen op pagina 76 t/m 78 van proces-verbaalnummer PL091A 2013021844.
5.Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een afschrift van een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 27 augustus 2012.
6.Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een afschrift van een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 14 maart 2013.
7.Processen-verbaal uitslag sporenonderzoek d.d. 31 augustus 2013, opgemaakt in de wettelijk vorm door [A].
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 augustus 2012, pagina 89 en 90.
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 augustus 2012, met bijlagen, pagina 175 en 175a.
10.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], pagina 35 en 36.
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], pagina 36; proces-verbaal van bevindingen pagina 89.
12.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 augustus 2012, met bijlagen, pagina 175 en 175a, met bijlage pagina 179.