ECLI:NL:RBMNE:2014:3376

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 april 2014
Publicatiedatum
6 augustus 2014
Zaaknummer
16-653878-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen minderjarige verdachte wegens meerdere strafbare feiten waaronder diefstal met geweld en bedreiging

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 22 april 2014, staat een minderjarige verdachte terecht voor een reeks van strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld, woninginbraak, openlijk geweld, bedreiging en vernieling. De zaak is op 20 december 2013 door de kinderrechter naar de meervoudige kamer verwezen. De inhoudelijke behandeling vond plaats op 8 april 2014, waarbij zowel de officier van justitie als de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging omvat meerdere feiten, waaronder een woninginbraak op 22 oktober 2013 in Amersfoort, waarbij de verdachte samen met anderen een grote hoeveelheid goederen heeft weggenomen. Daarnaast wordt de verdachte beschuldigd van bedreiging van [aangever 1] op 14 oktober 2013 en van diefstal van fietsen op 15 oktober 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn en dat zij bevoegd is om de zaak te behandelen. De rechtbank acht de feiten wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van de bekennende verklaringen van de verdachte en de beschikbare bewijsmiddelen. De verdachte wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke jeugddetentie van vier maanden, met bijzondere voorwaarden, en een werkstraf van 120 uur. De rechtbank houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de ernst van de feiten, en legt een combinatie van straf en begeleiding op om recidive te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummers: 16/653878-13; 16/653916-13 (ttz. gev.); 16/186498-13 (ttz. gev.); 16/660086-13 (ttz. gev.); 16/652102-14 (ttz. gev.); 16/654027-13 (ttz. gev.); 16/514163-11 (vordering na voorwaardelijke veroordeling) [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 22 april 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1997] te [geboorteplaats]
wonende te [adres], [woonplaats].
Raadsman mr. V.P.J. Tuma, advocaat te Amersfoort

1.Onderzoek van de zaak

Op 20 december 2013 heeft de kinderrechter de zaken onder de parketnummers 16/653878-13, 16/653916-13, 16/186498-13 en 16/660086-13 naar deze kamer verwezen.
De zaken zijn inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 8 april 2014, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
Ter terechtzitting is ook de vordering tot tenuitvoerlegging behandeld met bovenvermeld parketnummer.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 16/653878-13 feit 1
op 22 oktober 2013 in Amersfoort samen met anderen in een woning heeft ingebroken;
parketnummer 16/653878-13 feit 2
op 21 oktober 2013 samen met anderen een winkeldiefstal heeft gepleegd;
parketnummer 16/653916-13 feit 1
op 14 oktober 2013 [aangever 1] heeft bedreigd;
parketnummer 16/653916-13 feit 2 en parketnummer 16/186498-13
op 15 oktober 2013 een fiets heeft gestolen;
parketnummer 16/660086-13 feit 1
op 30 juni 2013 samen met anderen openlijk geweld heeft gepleegd tegen [aangever 2];
parketnummer 16/660086-13 feit 2
Op 30 juni 2013 het snoer van de koptelefoon van [aangever 2] heeft vernield;
parketnummer 16/652102-14 feit 1
op 23 oktober 2013 samen met anderen door middel van geweld en bedreiging met geweld [aangever 3] heeft beroofd, dan wel die [aangever 3] heeft bedreigd en of de Ipod van die [aangever 3] heeft gestolen;
parketnummer 16/652102-14 feit 2
op 23 oktober 2013 een beveiligingscamera heeft vernield dan wel beschadigd;
ten aanzien van parketnummer 16/654027-13
op 15 december 2013 een auto heeft vernield, dan wel beschadigd.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hem onder de parketnummers 16/653878-13 onder 1 en 2, 16/653916-13 onder 1 en 2, 16/186498-13, 16/660086-13 onder 1 en 2, 16/652102-14 onder 1 primair en 2 en 16/654027-13 ten laste gelegde feiten heeft gepleegd en baseert zich daarbij op de in de dossiers aanwezige bewijsmiddelen en de door verdachte ter terechtzitting afgelegde verklaringen.
De officier van justitie acht niet wettig en overtuigen bewezen dat verdachte het onder parketnummer 16/652102-14 onder 1 primair ten laste gelegde samen met anderen heeft gepleegd. Verdachte dient derhalve vrijgesproken te worden van dat onderdeel van de tenlastelegging.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de onder de parketnummers 16/653878-13 onder 1 en 2, 16/653916-13 onder 2, 16/186498-13, 16/660086-13 onder 2, 16/652102-14 onder 2 en , 16/654027-13 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden en refereert zich daarbij aan het oordeel van de rechtbank.
Het onder parketnummer 16/660086-13 onder 1 ten laste gelegde feit kan eveneens wettig en overtuigend bewezen worden, met uitzondering van het schoppen, nu verdachte ontkent dat hij degene is die geschopt heeft.
Voorts is de verdediging van mening dat verdachte vrijgesproken dient te worden van de onder de parketnummers 16/652102-13 onder 1 primair en 1 subsidiair en 16/653916-13 onder 1 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van voornoemde feiten bestaat voldoende wettig bewijs, echter nu verdachte deze specifieke feiten ontkent, ontbreekt de overtuiging dat verdachte voornoemde feiten heeft begaan.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
parketnummer 16/653878-13
De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de doorlopende paginanummers van het proces-verbaal nummer 2013239338C. De door de rechtbank in de voetnoten aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij de wet gestelde eisen.
Nu verdachte de ten laste gelegde feiten heeft bekend en de verdediging geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank, gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, met een opgave van de bewijsmiddelen. De rechtbank acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen gelet op:
4.3.1.1
parketnummer 16/653878-13 feit 1 (woninginbraak)
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2013; [1]
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2013; [2]
- het proces-verbaal van aangifte [aangever 4]; [3]
- het proces-verbaal van verhoor [aangever 4]; [4]
- het proces-verbaal van verhoor [aangever 4]; [5]
- het proces-verbaal van bevindingen; [6]
- het proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen; [7]
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 8 april 2014;
4.3.1.2 parketnummer 16/653878-13 feit 2 (diefstal breekijzer)
  • het proces-verbaal van aangifte [aangever 5], namens [naam] , pagina 114 en 115;
  • de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 8 april 2014;
4.3.2
parketnummer 16/653916-13
De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de doorlopende paginanummers van het proces-verbaal nummer PL0940-2013252865Z. De door de rechtbank in de voetnoten aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij de wet gestelde eisen.
4.3.2.1 parketnummer 16/653916-13 feit 1 (bedreiging)
[aangever 1] heeft verklaard dat [verdachte] (hierna te noemen: verdachte) op 14 oktober 2013 in Soest via het open raam van het klaslokaal vroeg of hij wiet wilde kopen, verdachte liet daarbij een zakje zien. Even later kwam verdachte het klaslokaal in en zei tegen hem: “Als jij mij nog één keer verraadt dan steek ik je dood, ik weet je te wonen". Hij voelde zich daardoor bedreigd en geïntimideerd. [8]
[getuige 1] zag dat [verdachte] aan [aangever 1] vroeg of hij iets wilde kopen, [verdachte] liet daarbij een zakje wiet zien. Even later kwam [verdachte] het klaslokaal binnen en zei tegen [verdachte]: “Waarom moet jij snitchen. Ik maak je dood". [9]
Verdachte heeft verklaard dat hij op 14 oktober 2013 [aangever 1] uitdaagde en hem een plastic zakje liet zien. [10]
De rechtbank acht op grond van voornoemde feiten en omstandigheden wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 14 oktober 2013 [aangever 1] heeft bedreigd.
4.3.2.2 parketnummer 16/653916-13 feit 2 (diefstal fiets)
Nu verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en de verdediging geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank, gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, met een opgave van de bewijsmiddelen. De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- het proces-verbaal van aangifte [aangever 6]; [11]
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 8 april 2014;
4.3.3
parketnummer 16/186498-13 (diefstal fiets)
Nu verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en de verdediging geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank, gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, met een opgave van de bewijsmiddelen. De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever 7] opgemaakt in de wettelijke vorm en opgenomen op pagina 14 t/m 16 van proces-verbaal nummer PL0940/2013234031;
  • de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 8 april 2014;
4.3.4
parketnummer 16/660086-13 feit 1 en feit 2 (openlijk geweld in trein en vernieling)
De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de doorlopende paginanummers van het proces-verbaal nummer 2013086463. De door de rechtbank in de voetnoten aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij de wet gestelde eisen.
[aangever 2] heeft verklaard dat hij op 30 juni 2013 in de trein van Zutphen naar Winterswijk lastig gevallen werd door drie jongens; Nog voor het perron tikte een dikke jongen hem op zijn hoofd. Deze jongen trok het snoer van zijn hoofdtelefoon kapot. Bij het station Ruurlo schopte de dikke jongen hem tegen zijn been. Een lange jongen trapte hem in zijn gezicht. [12]
[aangever 8] zag dat [verdachte] (verdachte [verdachte]) de jongen een paar keer met zijn platte hand tegen zijn hoofd sloeg en hem meerdere keren met zijn vuist op zijn achterhoofd sloeg. Hij zag dat [verdachte] een trappende beweging naar de jongen maakte en de jongen op zijn benen raakte. [getuige 2]) sloeg de jongen met zijn platte hand op zijn hoofd. [13]
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij zag [verdachte]de jongen in de trein met zijn vuist een paar keer op zijn achterhoofd sloeg. [aangever 8] sloeg de jongen met zijn platte hand meermalen op zijn hoofd. [14]
[getuige 2] heeft verklaard dat hij de jongen in de trein op zijn hoofd had geslagen. Hij zag dat [verdachte]de jongen met zijn vuist en vlakke hand tegen het hoofd sloeg. [15]
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij de jongen in de trein had geslagen samen met anderen. Ook had hij het snoer van de hoofdtelefoon van de jongen kapot getrokken. [16]
Uit voornoemde feiten en omstandigheden volgt dat verdachte [aangever 2] heeft geslagen en geschopt en dat aangever voorts is geslagen en/of geschopt door meerdere jongens uit de groep waartoe verdachte behoorde.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan openlijk geweld in vereniging gepleegd tegen [aangever 2].
Voorts acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het snoer van de hoofdtelefoon van [aangever 2] heeft vernield.
4.3.5
parketnummer 16/652102-14
De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de doorlopende paginanummers van het proces-verbaal nummer 2013086463. De door de rechtbank in de voetnoten aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij de wet gestelde eisen.
4.3.5.1
parketnummer 16/652102-14 feit 1 (diefstal met geweld)
[aangever 3] heeft verklaard dat hij op 23 oktober 2013, samen met [getuige 4] en [getuige 3] in Nijkerk was. Er kamen twee jongens op een scooter naar hen toegereden, daarachter renden twee andere jongens naar hen toe. De jongens bleven op korte afstand van hen staan. Eén jongen had een breed postuur en droeg een opvallend rode trainingsbroek. Deze nam een dreigende houding aan en schreeuwde tegen hen: “We gaan jullie neerslaan als jullie het nog een keer doen.” De jongen vroeg: “Wat hebben jullie in je zakken?” Hij zag dat de jongen naar hem toeliep en in zijn broekzakken begon te voelen en te kijken. Hij zag en voelde dat de jongen zijn Ipod van het merk Apple uit zijn broekzak pakte. [17]
[getuige 3] zag dat de jongens voor hen gingen staan. Een van de jongens die voor hen stond had hen gefouilleerd. De jongen zei tegen [aangever 3]: “Haal je zakken leeg.” De jongen haalde de zakken van [aangever 3] leeg en had een Ipod in zijn handen. [18]
[getuige 4] zag dat de jongens op de scooter voor hen stopten. De twee andere jongens kwamen er ook bij staan, een van hen droeg een rode trainingsbroek. Deze jongen doorzocht de zakken van [aangever 3] en pakte de Ipod van [aangever 3]. [19]
Verdachte heeft verklaard dat hij op 23 oktober 2013 samen met [medeverdachte 1] en twee jongens op een scooter in Nijkerk was. Hij had ruzie met een groepje jongens gekregen. Hij had bij één van die jongens in zijn broekzakken gevoeld. [20]
De rechtbank acht, gelet op voornoemde feiten en omstandigheden wettig en overtuigend bewezen dat verdachte door middel van geweld en onder bedreiging met geweld de Ipod van [aangever 3] heeft gestolen.
De rechtbank, is met de officier van justitie van oordeel, dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte voornoemde feit samen met anderen heeft gepleegd. Het dossier bevat daartoe onvoldoende aanknopingspunten. De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van dat deel van de tenlastelegging
4.3.5.2
parketnummer 16/652102-14 feit 2 (vernieling bewakingscamera)
Nu verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en de verdediging geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank, gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, met een opgave van de bewijsmiddelen. De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- het concept proces-verbaal van aangifte van [aangever 9]; [21]
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 november 2013; [22]
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting; [23]
4.3.6
parketnummer 16/654027-13 (vernieling, lopen over auto)
Nu verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en de verdediging geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank, gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, met een opgave van de bewijsmiddelen. De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 10]; [24]
- het proces-verbaal van verhoor [aangever 10]; [25]
- het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant]; [26]
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 8 april 2014;
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
ten aanzien van parketnummer 16/653878-13 feit 1
op 22 oktober 2013 te Amersfoort, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning aan de [adres], heeft weggenomen
- laptops en
- een hoeveelheid sieraden, te weten o.a. meerdere ringen en armbanden en een dasspeld en een ketting en een gouden hanger en
- horloges, o.a. van het merk Casio en
- de sleutel van voornoemde woning en sleutels behorende bij een personenauto, gekentekend [kenteken] en fietssleutels en
- mobiele telefoons, merk Nokia en LG en
- computersysteemkasten, merk HP en ACER en
- een mp3 speler, merk Apple en
- een tas, merk Bjorn Borg en
- enig geldbedrag en
- een koptelefoon, merk Sennheiser en
- een mes,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak op een raam en inklimming;
ten aanzien van parketnummer 16/653878-13 feit 2
op 21 oktober 2013 te Amersfoort, tezamen en in vereniging, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een breekijzer, toebehorende aan "[naam]";
ten aanzien van parketnummer 16/653916-13 feit 1
op 14 oktober 2013 in de gemeente Soest, [aangever 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [aangever 1] dreigend de woorden toegevoegd :"als jij mij nog één keer verraad dan steek ik je dood, ik weet te wonen" en "ik maak je dood";
ten aanzien van parketnummer 16/653916-13 feit 2
op 15 oktober 2013 te Amersfoort, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een fiets, merk Gazelle, type Ambiance, toebehorende aan [aangever 6];
ten aanzien van parketnummer 16/186498-13
op 15 oktober 2013 te Amersfoort, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets, toebehorende aan [aangever 7];
ten aanzien van parketnummer 16/660086-13 feit 1
op 30 juni 2013 te Ruurlo en/of te Vorden, op het treintraject Zutphen – Winterswijk met een anderen, in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten een treincoupe op het treintraject Zutphen - Winterswijk, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [aangever 2], welk geweld bestond uit het slaan en stompen op/tegen het (achter)hoofd van die [aangever 2] en het (met kracht) schoppen en/of trappen in het gezicht en het been van die [aangever 2];
ten aanzien van parketnummer 16/660086-13 feit 2
hij op of omstreeks 30 juni 2013 te Ruurlo en/of te Vorden, op het treintraject Zutphen – Winterswijk opzettelijk en wederrechtelijk een snoer van een hoofdtelefoon, toebehorende aan [aangever 2] heeft vernield;
ten aanzien van parketnummer 16/652102-14 feit 1 primair
op 23 oktober 2013 te Nijkerk, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een I-pod, toebehorende aan [aangever 3], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [aangever 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte tegen die [aangever 3] heeft gezegd: "We gaan jullie neerslaan, als jullie het nog een keer doen" en "Wat hebben jullie in je zakken" en "Maak je zakken leeg", althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en vervolgens bij die [aangever 3] in de broekzakken heeft gevoeld en die Ipod uit een broekzak heeft gehaald/gepakt;
ten aanzien van parketnummer 16/652102-14 feit 2
op 23 oktober 2013 te Nijkerk, opzettelijk en wederrechtelijk een beveiligingscamera's, toebehorende aan Juwelier [aangever 9] onbruikbaar heeft gemaakt;
ten aanzien van parketnummer 16/654027-13
op 15 december 2013 te Amersfoort, opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto, merk Ford Fusion, gekentekend [kenteken], toebehorende aan [aangever 11], heeft beschadigd, door toen aldaar opzettelijk en wederrechtelijk op de motorkap en het dak van die auto te lopen en te staan;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid

5.1
De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
parketnummer 16/653878-13 feit 1
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
parketnummer 16/653878-13 feit 2
diefstal door twee of meer verenigde personen;
parketnummer 16/653916-13 feit 1
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
parketnummer 16/653916-13 feit 2 en parketnummer 16/186498-13
telkens: diefstal;
parketnummer 16/660086-13 feit 1
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
parketnummer 16/660086-13 feit 2
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
parketnummer 16/652102-14 feit 1 primair
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken;
parketnummer 16/652102-14 feit 2
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, onbruikbaar maken;
parketnummer 16/654027-13
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
5.2
De strafbaarheid van verdachte
De rechtbank heeft zich over de persoon van verdachte laten voorlichten door
K.T.E. Zászlós, gezondheidszorg psycholoog, die op 12 maart 2014 een rapport heeft uitgebracht.
Uit dit rapport blijkt dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de zin van een gedragsstoornis beginnend in zijn vroege kindertijd. Tevens is sprake van een bedreigde persoonsontwikkeling met anti sociale trekken. In de thuissituatie is sprake van ouder-kind relatieproblemen in de zin van pedagogisch onmachtige ouders. Deze gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis waren ten tijde van het tenlastegelegde aanwezig.
Verdachte weigert over de ten laste gelegde delicten te praten, een verband tussen zijn stoornis en de delicten kan hierdoor niet worden aangetoond.
De deskundige onthoudt zich derhalve van een uitspraak over de mate van toerekeningsvatbaarheid van betrokkene.
De rechtbank neemt de voormelde conclusies over en maakt deze tot de hare.
Nu uit het rapport of anderszins niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit, is verdachte strafbaar.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen:
  • vier maanden jeugddetentie, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar met daarbij als bijzondere voorwaarde de Maatregel Hulp en Steun, ook als dat inhoudt dat verdachte mee zal werken aan een behandeling bij De Waag;
  • een werkstraf van 120 uur, subsidiair 60 dagen vervangende jeugddetentie, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Daarnaast vordert de officier van justitie dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdedig heeft bepleit bij de bepaling van de strafmaat verdachte rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden en de positieve wending die verdachte inmiddels aan zijn leven heeft gegeven. De verdediging heeft verzocht verdachte een werkstraf van 240 uren op te leggen, waarvan 120 uren voorwaardelijk met daarbij de bijzondere voorwaarde zoals door de officier van justitie geëist.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft zich in een relatief korte periode schuldig gemaakt aan een groot aantal strafbare feiten.
Verdachte heeft samen met zijn medeverdachten ingebroken in een woning. Zij hebben na het voornemen om in te breken, een woning uitgezocht en daar vervolgens ingebroken, waarbij de gehele woning overhoop gehaald werd en er een groot aantal goederen en voorwerpen werden weggenomen. Woninginbraken maken een grote inbreuk op de privacy van de slachtoffers.
Voorts heeft verdachte samen met anderen [aangever 2], zonder dat daartoe enige aanleiding was, mishandeld en heeft verdachte [aangever 3] met geweld beroofd van zijn telefoon. Verdachte heeft daarmee een forse inbreuk op de lichamelijke integriteit van zijn slachtoffers gemaakt. Daarnaast heeft verdachte [aangever 1] bedreigd. Het is algemeen bekend dat de slachtoffers van dergelijke feiten nog lang de gevolgen hiervan kunnen ondervinden.
Voorts veroorzaken dergelijke feiten bij de slachtoffers, en ook in de maatschappij, gevoelens van onrust en onveiligheid.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan diverse diefstallen en vernielingen. Verdachte heeft daarmee geen enkel respect getoond voor de eigendommen van een ander. Daarnaast zorgen dergelijke feiten voor overlast en financiële schade bij de slachtoffers.
Uit voornoemd rapport van K.T.E. Zászlós d.d. 12 maart 2014 volgt dat verdachte sinds zijn thuisplaatsing na zijn verblijf in ’s Heeren Loo probleemgedrag op uiteenlopende gebieden laat zien. Op school liet hij dreigend en intimiderend gedrag naar leraren en medeleerlingen zien. Op straat zocht hij probleemjongeren op en pleegde de ten laste gelegde delicten. Een voortzetting van de jeugdreclasseringsbegeleiding is van belang. Daarnaast is ambulante hulpverlening van noodzakelijk. Belangrijke aandachtspunten in deze zijn: zijn zwakke impuls- en agressieregulatie, zelfbepalende houding, moeite met regels en gezag en onrijpe morele ontwikkeling. Het recidive risico is hoog.
De deskundige adviseert aan verdachte een deels voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarde begeleiding door de jeugdreclassering en behandeling bij De Waag.
Dhr R. Verhoek, raadsonderzoeker, heeft ter zitting het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 26 maart 2014 toegelicht. De Raad voor de Kinderbescherming sluit zich aan bij de conclusies en het advies zoals verwoord in het voornoemde rapport van K.T.E. Záslós, met dien verstande dat de Raad voor de Kinderbescherming adviseert de MHS uit te laten voeren door de William Schrikker Groep (WSG).
De heer [K] (WSG) heeft ter zitting aangegeven dat verdachte veel moeite heeft om hetgeen hij geleerd heeft in de praktijk toe te passen. Verdachte is inmiddels overgestapt naar het ATC match, met hen wordt gezocht naar een goede dagbesteding voor verdachte. Hij zou, mede afhankelijk van het verloop van deze zitting, via het ATC naar een uitzendbureau kunnen gaan om zodoende ergens geplaatst te worden en aan het werk te gaan. In de thuissituatie gaat het thans goed en ook de wijkagent is tevreden. Verdachte zal moeten laten zien dat hij de ingezette positieve lijn kan vasthouden. Een behandeling bij De Waag is nodig voor het bespreken van zijn delictgedrag en behandeling van zijn problematiek.
De rechtbank heeft voorts rekening gehouden met het strafblad van verdachte, waaruit blijkt dat verdachte eerder voor een vermogensdelict is veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf, van welk vonnis verdachte ten tijde van het plegen van voornoemde strafbare feiten nog in een proeftijd liep.
Een forse onvoorwaardelijke jeugddetentie zou gelet op het grote aantal feiten en de ernst van diverse feiten passend en geboden zijn. De rechtbank zal hier gelet op de persoon van verdachte, zijn jonge leeftijd en hetgeen ter zitting is besproken, niet toe overgaan.
De rechtbank acht alles afwegende een straf zoals door de officier van justitie is geëist, passend en geboden, tet weten 4 maanden jeugddetentie, geheel voorwaardelijk en een werkstraf van 120 uren. De rechtbank zal verdachte eveneens de geadviseerde begeleiding en behandeling op leggen, met dien verstande dat de uitvoering in handen van de William Schrikker Groep wordt gesteld.
De voorwaardelijk straf dient voor verdachte als stok achter de deur, teneinde hem er van te weerhouden zich in de toekomst opnieuw schuldig te maken aan het plegen van strafbare feiten en maakt voort de gewenste en noodzakelijke begeleiding en behandeling van verdachte mogelijk.
De rechtbank acht - gelet op artikel 77za Wetboek van Strafrecht – de dadelijke uitvoerbaarheid aangewezen, nu verdachte misdrijven heeft gepleegd die gericht zijn tegen onaantastbaarheid van een persoon en er bovendien ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

7.De benadeelde partij

7.1
[aangever 4], parketnummer 16/653878-13
De benadeelde partij [aangever 4] vordert een schadevergoeding van € 300,00, ter zake het eigen risico betreffende de schade aan haar auto.
7.1.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partij niet ontvankelijk te verklaring in haar vordering.
7.1.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gesteld dat de vordering van de benadeelde partij toegewezen kan worden.
7.1.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is, met de officier van justitie, van oordeel dat de vordering ziet op schade aan de auto ten gevolge van de diefstal van die auto, hetgeen niet aan verdachte is tenlastegelegd. Voorts is niet is gebleken dat de schade door de aan verdachte ten laste gelegde feiten is toegebracht. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. Zij kan haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
7.2
[aangever 3], parketnummer 16/652102-14
De benadeelde partij [aangever 3] vordert een schadevergoeding van € 189,00 voor feit 1.
7.2.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij geheel toe te wijzen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
7.2.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht, gelet op de bepleite vrijspraak, de benadeelde partij niet ontvankelijk te verklaren in zijn vordering.
7.2.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vordering zal worden toegewezen voor een bedrag van € 189,00, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 23 oktober 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

8.De vordering tot tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft gevorderd dat de voorwaardelijke werkstraf van die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van de kinderrechter d.d. 1 maart 2012 ten uitvoer zal worden gelegd.
De raadsman heeft zich ten aanzien van de vordering na voorwaardelijke veroordeling gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een nieuw strafbaar feit en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden toegewezen.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 77a, 77g, 77h, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77dd, 77gg, 77za, 141, 285, 310, 311, 312 en 350 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 16/653878-13 feit 1
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
parketnummer 16/653878-13 feit 2
diefstal door twee of meer verenigde personen;
parketnummer 16/653916-13 feit 1
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
parketnummer 16/653916-13 feit 2 en parketnummer 16/186498-13
telkens: diefstal;
parketnummer 16/660086-13 feit 1
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
parketnummer 16/660086-13 feit 2
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
parketnummer 16/652102-14 feit 1 primair
diefstal, voorafgegaan en vergezeld geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken;
parketnummer 16/652102-14 feit 2
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, onbruikbaar maken;
parketnummer 16/654027-13
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot:
-
een jeugddetentie van 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 jaren de navolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als algemene voorwaarden dat veroordeelde:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, tweede lid, Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde:
* zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die in het kader van de Maatregel Hulp en Steun worden gegeven door of namens de William Schrikker Groep, ook als dat inhoudt dat verdachte een behandeling bij De Waag, of een soortgelijke instelling, zal volgen;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan veroordeelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- een werkstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen vervangende jeugddetentie
Dadelijk uitvoerbaar
- verklaart de op grond van artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis van de kinderrechter d.d. 1 maart 2012 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 16/514163-11
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten:
- een werkstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen vervangende jeugddetentie;
De benadeelde partijen
parketnummer 16/653878-13
- verklaart de benadeelde partij [aangever 4] niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
parketnummer 16/652102-14
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 3] van
€ 189,00, ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 23 oktober 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 3], € 189,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 23 oktober 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 3 dagen jeugddetentie, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Voorlopige hechtenis parketnummer 16/653878-13
Heft het - reeds geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte op.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A.A. van Kalveen, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. L.M.G. de Weerd en mr. P.J.M. Mol, rechters, in tegenwoordigheid van G. van Engelenburg, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 22 april 2014.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
16/653878-13
1
hij op of omstreeks 22 oktober 2013 te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning aan de [adres], heeft weggenomen
- één of meer laptop(s) (merk ASUS) en/of
- een hoeveelheid sieraden (te weten o.a. meerdere ringen en/of armbanden en/of een dasspeld en/of een ketting en/of een (gouden) hanger) en/of
- één of meer horloge(s) (te weten o.a. van het merk Casio) en/of
- de sleutel van voornoemde woning en/of een of meer sleutel(s) behorende bij een personenauto (gekentekend [kenteken]) en/of één of meer fietssleutel(s) en/of
- één of meer mobiele telefoon(s) (merk Nokia en/of LG) en/of
- één of meer computersysteemkast(en) (merk HP en/of ACER)
- een mp3 speler (merk Apple) en/of
- een tas (merk Bjorn Borg) en/of
- ( ongeveer) 420 euro, in elk geval enig geldbedrag, en/of
- een koptelefoon (merk Sennheiser) en/of
- een (keuken)mes,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak/verbreking van een raam en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 21 oktober 2013 te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een breekijzer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan "[naam]", in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
16/653916-13
1.
hij op of omstreeks 14 oktober 2013 in de gemeente Soest, althans in het arrondissement Midden-Nederland, [aangever 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [aangever 1] dreigend de woorden toegevoegd :"als jij mij nog één keer verraad dan steek ik je dood, ik weet te wonen"
en/of "ik maak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 15 oktober 2013 te Amersfoort, althans in het arrondissement Midden-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een fiets (merk Gazelle, type Anbiance), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
16/186498-13
hij op of omstreeks 15 oktober 2013 te Amersfoort, althans in het arrondissement Midden-Nederland met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
16/660086-13
1.
hij op of omstreeks 30 juni 2013 te Ruurlo en/of te Vorden, althans in de gemeente Berkelland, in elk geval op het treintraject Zutphen – Winterswijk met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Stationsstraat, in elk geval op of aan de openbare weg en/of een voor het publiek toegankelijke
plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten een treincoupe op het treintraject Zutphen - Winterswijk, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [aangever 2], welk geweld bestond uit het slaan en/of stompen op/tegen het (achter)hoofd en/of het lichaam van die [aangever 2]
en/of het (met kracht) schoppen en/of trappen in/op/tegen het hoofd/gezicht en/of het been van die [aangever 2];
2
hij op of omstreeks 30 juni 2013 te Ruurlo en/of te Vorden, althans in de gemeente Berkelland, in elk geval op het treintraject Zutphen – Winterswijk opzettelijk en wederrechtelijk een (snoer van een) hoofdtelefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
16/652102-14
1.Primair
hij op of omstreeks 23 oktober 2013 te Nijkerk, althans in het arrondissement Oost-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een I-pod, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte en/of zijn mederdader(s) toen daar opzettelijk gewelddadig en/of bedreigend naar die [aangever 3] is/zijn toegelopen en/of (op een scooter) is/zijn toegereden en/of om en/of bij die [aangever 3] is/zijn gaan staan en/of tegen die [aangever 3]
heeft/hebben gezegd: "We gaan jullie neerslaan, als julie het nog een keer doen" en/of "Wat hebben jullie in je zakken" en/of "Maak je zakken leeg", althans woorden van soorgelijke aard en/of strekking en/of (vervolgens) bij die [aangever 3] (in) de (broek)zakken heeft/hebben gevoeld en/of die Ipod uit
een (broek)zak heeft/hebben gehaald/gepakt;
Subsidiair
a. a) hij op of omstreeks 23 oktober 2013 te Nijkerk, althans in het arrondissement Oost-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [aangever 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend tegen die [aangever 3] gezegd/geroepen: "We gaan jullie neerslaan als jullie het nog een keer doen", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
en/of
b) hij op of omstreeks 23 oktober 2013 te Nijkerk, althans in het arrondissement Oost-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een I-pod, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [aangever 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
2.
hij op of omstreeks 23 oktober 2013 te Nijkerk, althans in het arrondissement Oost-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk één of meer beveiligingscamera's, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Juwelier [aangever 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
16/654027-13
hij op of omstreeks 15 december 2013 te Amersfoort, althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een (personen)auto (merk Ford Fusion, gekentekend [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 11], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, door toen aldaar opzettelijk en wederrechtelijk op de motorkap en/of het dak van die auto te lopen en/of te staan en/of te stampen en/of te springen;

Voetnoten

1.het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2013, pagina 28 en 29.
2.het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2013, pagina 30 en 31.
3.het proces-verbaal van aangifte [aangever 4], pagina 75 en 76.
4.het proces-verbaal van verhoor [aangever 4], pagina 78 t/m 81.
5.het proces-verbaal van verhoor [aangever 4], pagina 107 en 108.
6.het proces-verbaal van bevindingen, pagina 96.
7.het proces-verbaal van bevindingen pagina 97, met bijlagen pagina 99 t/m 104.
8.Proces-verbaal van aangifte [aangever 1], pagina 16 en 17.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], pagina 19.
10.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 8 april 2014.
11.Proces-verbaal van aangifte [aangever 6], pagina 6 en 7.
12.Proces-verbaal van aangifte [aangever 2], pagina 39 en 40.
13.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2], pagina 51 en 52.
14.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3], pagina 57.
15.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 4], pagina 61.
16.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 8 april 2014.
17.Proces-verbaal van aangifte [aangever 3], pagina 5 t/m 7.
18.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3], pagina 12 en 13.
19.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4], pagina 14 en 15.
20.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 8 april 2014.
21.Proces-verbaal van aangifte [aangever 9], pagina 10 en 11.
22.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 42 en 43, met bijlagen.
23.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 8 april 2014.
24.Proces-verbaal van aangifte [aangever 10], opgemaakt in de wettelijke vorm en opgenomen op pagina 8 van proces-verbaal nummer PL0940-2013282369.
25.Proces-verbaal van verhoor [aangever 10], opgemaakt in de wettelijke vorm en opgenomen op pagina 10 van proces-verbaal nummer PL0940-2013282369.
26.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 december 2013, opgemaakt in de wettelijke vorm door [verbalisant] en opgenomen op pagina 14 van proces-verbaal nummer PL0940-2013282369.