6.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft zijn echtgenote met een fles op haar hoofd geslagen en haar vervolgens met een mes in haar bovenlichaam gestoken, waarbij er een aanmerkelijke kans was dat zij ten gevolge daarvan zou kunnen komen te overlijden.
Verdachte heeft daarmee niet alleen inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en gezondheid van zijn echtgenote, maar ook het vertrouwen dat zij in verdachte als haar partner stelt, beschadigd. Bovendien is dit gebeurd in de vertrouwde omgeving van de woning van het slachtoffer, terwijl dit een plek is waar zij zich bij uitstek veilig moet kunne voelen. Daarnaast zorgen dergelijke feiten voor onrust en een gevoel van onveiligheid in de samenleving.
De rechtbank deelt de conclusies van de reclassering, zoals verwoord in het rapport d.d. 25 februari 2014, en de psychiater, dat het van belang is dat verdachte zijn behandeling bij het UMC afmaakt. Voorts wordt geadviseerd verdachte verplicht reclasseringscontact op te leggen en, teneinde een terugval bij verdachte te voorkomen en daarmee recidive te voorkomen, verdachte aansluitend aan zijn behandeling door het UMC te laten behandelen bij De Waag of een soortgelijke instelling.
De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat verdachte ten tijde van het ten laste gelegde feit verminderd toerekeningsvatbaar was en houdt voorts rekening met het blanco strafblad van verdachte.
De rechtbank weegt mee dat verdachte na het incident zelf 112 heeft gebeld en hulp heeft gevraagd voor zijn vrouw. In de periode voorafgaand aan het tenlastegelegde verkeerde verdachte in een situatie waarin hij geconfronteerd werd met frustratie, angst, wanhoop en slaapgebrek. Verdachte verblijft nu al geruime tijd op de psychiatrische afdeling van het UMC te Utrecht, waar hij behandeld en begeleid wordt. De echtgenote van verdachte heeft geen aangifte willen doen en heeft ter zitting het woord gevoerd. Zij heeft aangeven dat het gebeurde een enorme impact op haar, het gezin en hun dierbaren heeft gehad. Na een hele moeilijke periode gaat het nu beter met verdachte. Zij en de kinderen willen samen verder met verdachte.
Verdachte heeft ter zitting oprecht zijn spijt betuigd en heeft verklaard er alles aan te willen doen om er voor te zorgen dat hij er weer kan zijn voor zijn vrouw, gezin en familie. Verdachte heeft verklaard open te staan voor begeleiding en behandeling.
Een dergelijk misdrijf rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank in beginsel een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Echter de rechtbank is, met de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat, gelet op voornoemde aard en omstandigheden van deze strafzaak, een dergelijke straf niet aangewezen is.
De rechtbank acht een gevangenisstraf van 210 dagen, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan 183 voorwaardelijk, passend.
Het voorwaardelijk deel van de straf maakt de noodzakelijke en gewenste behandeling en begeleiding van verdachte mogelijk en dient als stok achter de deur voor verdachte om mee te werken aan die begeleiding en behandeling.
Een hogere voorwaardelijke straf, zoals door de officier van justitie is geëist, is naar het oordeel van de rechtbank niet aangewezen, gelet op de persoon van verdachte en zijn positieve houding ten aanzien van behandeling en begeleiding.