4.3Het oordeel van de rechtbank
Het bewijs ten aanzien van feit 1
Aangezien verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft bekend en geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan op grond van de volgende bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [A] en [B], brigadiers van Politie [plaats], d.d. 8 april 2014;
- het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [C], medewerker Forensische Opsporing, d.d. 9 april 2014;
- de verklaring van verdachte, afgelegd bij de rechter-commissaris, d.d. 11 april 2014.
Het bewijs ten aanzien van feit 2 en 3
Op 8 april 2014 is verdachte aangehouden in [plaats] in een zwarte Fiat Punto (kenteken [kenteken]).Voornoemde Fiat Punto is doorzocht. Daarbij zijn in een kartonnen Ikea-doos de volgende goederen aangetroffen: verdovende middelen, versnijdingsmiddelen, verpakkingsmateriaal voor verdovende middelen en een zwart digitaal weegschaaltje. Daarnaast zijn in de voornoemde Fiat 8 mobiele telefoons, een kogelwerend vest en een jammer aangetroffen. Verdachte heeft op 8 april 2014 ook gereden in een Renault Clio (kenteken [kenteken]). Dit voertuig staat op naam van een broer van verdachte.
Op 8 april 2014 is bij verdachte op het politiebureau [naam] in [plaats] een insluitingsfouillering uitgevoerd. In de jas van verdachte is een ponypack aangetroffen met daarin vermoedelijk drugs.Deze goederen zijn in beslag genomen voor nader onderzoek.
Op 9 april 2014 is door de Forensische Opsporing onderzoek gedaan naar een aantal in beslag genomen goederen. In de aangeboden partij bevindt zich onder andere: 0,73 gram wit poeder, positief getest op cocaïne (AAHD3188NL), en 0,67 gram beige/bruine brokjes, positief getest op MDMA (AAHD3187NL). Deze laatste stof is aangetroffen in de Ikea-doos.
Door het Nederlands Forensisch Instituut is geconcludeerd dat de 0,73 gram witte poeder (AAHD3188NL) cocaïne bevat en dat de 0,67 gram beige/bruine brokjes (AAHD3187NL) MDMA bevatten.
Door verdachte is op 11 april 2014 verklaard dat alle spullen die in de Fiat Punto zijn aangetroffen van hem zijn. Verdachte heeft verklaard dat de Fiat van zijn zus is.Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat de cocaïne die bij zijn insluitingsfouillering is aangetroffen voor eigen gebruik was.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 3
Verdachte heeft verklaard dat de spullen die in de Ikea-doos zijn aangetroffen te maken hebben met de strafbare feiten waarvoor hij in 2013 is veroordeeld. Verdachte zou er niet toe gekomen zijn deze goederen weg te gooien.
De rechtbank overweegt dat alle goederen die in de Ikea-doos zijn aangetroffen, duiden op voorbereidingen tot of betrokkenheid bij drugshandel. De verklaring van verdachte dat hij deze goederen had bewaard, maar dat deze thans niet bestemd waren voor drugshandel acht de rechtbank niet geloofwaardig. Zo heeft verdachte onvoldoende opheldering verschaft waarom deze goederen destijds niet door de politie in beslag zijn genomen, waarom hij voornoemde goederen niet heeft weggedaan en hij deze goederen in zijn auto heeft gelegd. Daarnaast heeft verdachte geen concrete, verifieerbare verklaring afgelegd over de 8 mobiele telefoons die bij hem zijn aangetroffen. De rechtbank overweegt dat ook deze laatstgenoemde goederen vaak worden aangetroffen bij delicten die verband houden met de handel in harddrugs. Naar het oordeel van de rechtbank kan, gelet op de kennelijke bestemming van de aangetroffen goederen, te weten voor de drugshandel, wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte het opzet had de handel in drugs voor te bereiden. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan.