ECLI:NL:RBMNE:2014:3306

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juli 2014
Publicatiedatum
1 augustus 2014
Zaaknummer
16-703037-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in gijzelingszaak met bemiddelende rol van verdachte

In de zaak van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 9 juli 2014, is verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde ontvoering van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek ter terechtzitting op 25 juni 2014 heeft plaatsgevonden, waarbij de officier van justitie heeft gevorderd om verdachte vrij te spreken. De verdediging heeft betoogd dat verdachte enkel als bemiddelaar heeft opgetreden om de gegijzelden vrij te krijgen, wat door zijn verklaringen en het politieonderzoek werd ondersteund. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om te stellen dat verdachte opzettelijk betrokken was bij de gijzeling. De gesprekken die verdachte voerde met de familie van de gegijzelden konden niet eenduidig worden geïnterpreteerd als belastend. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er een verdenking bestond, de aard van de betrokkenheid van verdachte niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld. Daarom werd verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. De beslissing van de rechtbank benadrukt het belang van bewijs en de rol van de verdachte in deze complexe zaak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/703037-13 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 9 juli 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Dominicaanse Republiek) op [1980],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres] [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 25 juni 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en zijn advocaat, mr. P.R. van de Water, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
samen met anderen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft ontvoerd, dan wel medeplichtig is geweest aan deze ontvoering.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het primair en subsidiair ten laste gelegde. De officier van justitie heeft daarbij opgemerkt dat uit het dossier niet met voldoende zekerheid kan worden afgeleid of verdachte de contacten met de familie van de gegijzelden heeft gelegd om het losgeld te krijgen of om de vrijlating van de gegijzelden te bespoedigen. Gelet hierop ontbreekt het opzet en moet verdachte worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen. Het doel van verdachte was de gegijzelden vrij te krijgen, dat is ook de reden dat hij contact heeft gezocht met hun familie. Verdachte heeft dit meteen verklaard bij de politie. Deze verklaring van verdachte is door het politieonderzoek steeds bevestigd. De frasen in de tapgesprekken die voor verdachte belastend zouden zijn, zijn vertaald uit het Spaans. Daardoor kan niet goed worden beoordeeld of dit in het betreffende gesprek exact zo gezegd is en evenmin in welke context ze precies gezegd zijn. Verdachte is als onschuldige derde in dit geschil betrokken geraakt. Alles overziend kan niet worden vastgesteld dat verdachte een strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt, zodat hij moet worden vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en zal hem dan ook integraal vrijspreken.
Uit het dossier blijkt dat verdachte enkele telefoongesprekken heeft gevoerd met de familieleden van de gegijzelden om te bewerkstelligen dat het geëiste losgeld aan de gijzelaars kon worden betaald. Verdachte heeft zijn rol zelf omschreven als bemiddelaar. Hij heeft benadrukt dat hij dit deed om de gegijzelden vrij te krijgen.
In het dossier zijn enkele tapgesprekken opgenomen die in het nadeel van verdachte kunnen worden geïnterpreteerd. Deze gesprekken zijn, naar het oordeel van de rechtbank, echter ook niet onverenigbaar met de verklaring die verdachte heeft afgelegd over zijn rol in deze zaak.
Naar het oordeel van de rechtbank bestaat er weliswaar een verdenking, maar kan de aard van de betrokkenheid van verdachte bij deze gijzelingszaak met onvoldoende zekerheid uit het dossier worden afgeleid. Niet uitgesloten kan worden dat verdachte inderdaad alleen een bemiddelende rol heeft gespeeld, zoals hij steeds heeft verklaard.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen verklaard dat verdachte het (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op de gijzeling van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het primair en subsidiair ten laste gelegde.

5.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het primair en subsidiair ten laste gelegde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.S.K. Fung Fen Chung, voorzitter, mrs. N.E.M. Kranenbroek en G.A. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 juli 2014.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
Primair
hij in of omstreeks de periode van [2013] tot en met [2013]
te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats]
en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, opzettelijk één of meer personen, genaamd [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd
en/of beroofd gehouden, met het oogmerk (een) ander(en), te weten [A]
(zijnde de zuster van die [slachtoffer 1] en/of de moeder van
die [slachtoffer 2]) en/of [B] (zijnde de vrouw van
die [slachtoffer 2]), te dwingen iets te doen of niet te doen, immers
heeft hij, verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gedwongen om naar
een woning in [plaats] te gaan en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] tegen hun wil vastgehouden en/of opgesloten in
die woning en/of
- naar die [A] gebeld en/of tegen die [A]
hebben/heeft gezegd dat zij, [A] 87.000 euro of de waarde daarvan
in papieren moest betalen om te voorkomen dat die [slachtoffer 1] en/of
die [slachtoffer 2] vermoord zou worden en/of dat het serieus was
en/of dat zij er geen politie bij moest halen en/of
- die [slachtoffer 2] laten bellen naar die [A] en/of
die [B] en/of tegen die [A] en/of die [B]
laten zeggen dat er betaald moest worden en dat het serieus was en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, in het gezicht en/of
tegen het hoofd geslagen en/of gestompt;
art 282a lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van [2013]
tot en met [2013] te [plaats] en/of te [plaats] en/of
te [plaats] en/of te [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in
vereniging met elkaar, althans alleen, opzettelijk één of meer personen,
genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], wederrechtelijk
van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, met het oogmerk (een)
ander(en), te weten [A] (zijnde de zuster van die [slachtoffer 1]
en/of de moeder van die [slachtoffer 2]) en/of [B]
(zijnde de vrouw van die [slachtoffer 2]), te dwingen iets te
doen of niet te doen, immers hebben/heeft die een of meer onbekend gebleven
perso(o)n(en) tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen,
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gedwongen om naar
een woning in [plaats] te gaan en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] tegen hun wil vastgehouden en/of opgesloten in
die woning en/of
- naar die [A] gebeld en/of tegen die [A] gezegd dat
zij, [A] 87.000 euro of de waarde daarvan in papieren moest
betalen om te voorkomen dat die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2]
vermoord zou worden en/of dat het serieus was en/of dat zij er
geen politie bij moest halen en/of
- die [slachtoffer 2] laten bellen naar die [A] en/of
die [B] en/of tegen die [A] en/of die [B]
laten zeggen dat er betaald moest worden en dat het serieus was en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, in het gezicht/tegen
het hoofd geslagen en/of gestompt;
tot en/of bij bij het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of behulpzaam is
geweest door opzettelijk in of omstreeks de periode van [2013] tot
en met [2013] te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats]
en/of te [plaats] en/of elders in Nederland
- ( telefonisch) contact op te nemen en/of te onderhouden met die [A]
en/of die[B] teneinde die [A] en/of die
[B] te bewegen tot betaling van het gevraagde geldbedrag en/of
de overdracht van de gevraagde papieren te verkrijgen en/of
- die [slachtoffer 1] (per auto) te vervoeren naar [plaats] teneinde die
[A] en/of die [B] en/of anderen te laten zien,
althans duidelijk te maken, dat er geweld was gebruikt tegen die [slachtoffer 1]
(met de bedoeling om die [A] en/of die [B]
en/of die anderen [verder] onder druk te zetten teneinde voornoemde
betaling en/of voornoemde overdacht te bewerkstelligen en/of
- een of meer gesprek(ken) tussen die een of meer onbekende perso(o)n(en) en
die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te vertalen en/of te
vertolken;
art. 48 Wetboek van Strafrecht
art 282a lid 1 Wetboek van Strafrecht