ECLI:NL:RBMNE:2014:3304

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 juli 2014
Publicatiedatum
1 augustus 2014
Zaaknummer
16-661481-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrijging en bezit van kinderpornografisch materiaal met een gewoonte

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 juli 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het in bezit hebben, verwerven en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 20 januari 2012 tot en met 22 november 2012 te Utrecht, 332 kinderpornografische afbeeldingen en 8 kinderpornografische films in zijn bezit had. De verdachte heeft tijdens de rechtszitting op 25 juni 2014 verklaard dat hij deze afbeeldingen en films had verworven door middel van downloaden, maar dat hij niet had verspreid of aangeboden. De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft betoogd dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal, wat door de rechtbank werd onderschreven, met uitzondering van de beschuldiging van verspreiding, waar de verdachte partieel vrijgesproken werd. De rechtbank heeft de ernst van de feiten in overweging genomen, evenals de psychologische rapporten die de verdachte als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar beschouwden. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Tevens zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en verplichtingen tot behandeling. De rechtbank heeft ook besloten tot onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen computer, aangezien het wissen van kinderpornografisch materiaal niet gegarandeerd kon worden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/661481-13 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 9 juli 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1953],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres], [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 25 juni 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en zijn advocaat, mr. C.C.W. Plaat, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
332 kinderpornografische afbeeldingen en 8 kinderpornografische films in bezit heeft gehad, heeft verspreid, verworven en zich tot die afbeeldingen en films de toegang heeft verschaft, van welke misdrijven hij een gewoonte heeft gemaakt.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft betoogd dat verdachte 332 kinderpornografische afbeeldingen en 8 kinderpornografische films heeft verspreid, verworven, in zijn bezit heeft gehad en zich tot deze afbeeldingen en films de toegang heeft verschaft. De officier van justitie is van mening dat ook kan worden bewezen dat verdachte hiervan een gewoonte heeft gemaakt.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte de afbeeldingen en films in zijn bezit heeft gehad en deze heeft verworven door middel van het downloaden van voornoemde afbeeldingen en films. Van het verspreiden, aanbieden of verwerven anders dan door downloaden van deze afbeeldingen en films is, naar de mening van de raadsman, geen sprake.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Partiële vrijspraak ten aanzien van het verspreiden
Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting verklaard dat hij tijdens een chatsessie wel eens kinderpornografische afbeeldingen heeft laten zien aan degene met wie hij chatte. Door de rechtbank kan echter niet worden vastgesteld of dit plaatsvond binnen de ten laste gelegde periode. De officier van justitie heeft in dit verband ook gewezen op pagina 65 van het dossier. Weliswaar kan hieruit worden afgeleid dat tijdens een chatsessie op 05-10-2012, door het account dat verdachte gebruikte, bestanden zijn gedeeld, maar niet kan worden vastgesteld dat juist deze bestanden een kinderpornografisch karakter hadden.
Gelet op het voorgaande kan, naar het oordeel van de rechtbank, niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte kinderpornografische afbeeldingen of films heeft verspreid. De rechtbank zal verdachte hiervan dan ook partieel vrijspreken.
De bewijsmiddelen
Aangezien verdachte het ten laste gelegde feit voor het overige heeft bekend en geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op grond van de volgende bewijsmiddelen:
 het proces-verbaal inbeslaggenomen goed, d.d. 2 april 2013, opgemaakt door [verbalisant 1], brigadier van politie Midden-Nederland, en [verbalisant 2], inspecteur van politie Midden-Nederland, met bijlagen, waaronder bijlage II (collectiescan aangetroffen kinderpornografisch materiaal) en bijlage III en IIIa (overzicht aantallen kinderpornografische foto’s/films); [2]
 het proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 1 maart 2013; [3]
 de verklaring van verdachte ter terechtzitting, d.d. 25 juni 2014.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
in de periode van 20 januari 2012 tot en met 22 november 2012 te Utrecht, meermalen een groot aantal afbeeldingen, te weten 332 foto's en 8 video's/films en een gegevensdrager bevattende die afbeeldingen, te weten een computer en een harddisk, heeft
- verworven en
- in bezit gehad en
- zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaft,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen (zakelijk weergegeven) bestonden
uit:
het met de penis en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt
en
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis en/of de mond/tong oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon
en
het met de penis en/of met vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of
poseert in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in een (erotisch getinte) houding en/of met (een) sadomasochistische element(en) (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en
waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van
zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft/hebben en/of strekt/strekken tot seksuele prikkeling
en
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft/hebben en/of strekt/strekken tot seksuele prikkeling,
van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
een afbeelding - of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding - van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, van welke misdrijven hij een gewoonte heeft gemaakt.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Met betrekking tot de strafbaarheid van de verdachte heeft de rechtbank kennis genomen van het rapporten van mr. drs. R.A. Sterk, psycholoog, gedateerd 20 mei 2014.
De deskundige concludeert dat bij verdachte sprake is van een ziekelijk stoornis van de geestvermogens in de vorm van pedofilie en een aanpassingsstoornis met depressieve stemming. Daarnaast is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een persoonlijkheid met ontwijkende trekken. Ook tijdens het plegen van het ten laste gelegde waren deze ziekelijke stoornis en de gebrekkig ontwikkeling van de geestvermogens aanwezig. Verdachte moet in staat worden geacht de wederrechtelijkheid van het ten laste gelegde in te kunnen zien. Als gevolg van de geconstateerde problematiek kan hij echter niet goed in staat worden geacht zijn wil overeenkomstig dit inzicht geheel in vrijheid te kunnen bepalen. Gelet hierop adviseert de deskundige de rechtbank verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
De rechtbank kan zich verenigen met de conclusie van de deskundige.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar, zij het dat de rechtbank bij het bepalen van de straf rekening zal houden met de enigszins verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De officier van justitie heeft daarbij gevorderd als bijzondere voorwaarden op te leggen dat verdachte zich zal melden bij de reclassering, zich zal houden aan de aanwijzingen van de reclassering en dat verdachte inzage zal geven in zijn computer en andere gegevensdragers.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht aan verdachte een werkstraf op te leggen in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven en het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal en heeft hiervan een gewoonte gemaakt. Dit is een zeer ernstig feit. Bij de productie van kinderpornografische afbeeldingen worden kinderen op aangrijpende wijze seksueel misbruikt door volwassenen die hen juist tegen dit soort handelen in bescherming behoren te nemen. Het behoeft geen betoog dat dergelijk misbruik zeer nadelige gevolgen kan hebben (in de zin van psychische, emotionele en lichamelijke schade) voor deze kinderen en dat zij hierdoor ernstig kunnen worden geschaad in hun verdere ontwikkeling.
Verdachte heeft met het downloaden en het in bezit hebben van deze bestanden een bijdrage geleverd aan de instandhouding van de productie daarvan.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank acht geslagen op het aantal afbeeldingen dat verdachte in bezit had, de leeftijd van de kinderen op de afbeeldingen en de aard van de handelingen waartoe de kinderen zijn gedwongen. De rechtbank overweegt dat een aantal afbeeldingen betrekking heeft op zeer ernstige vormen van misbruik en dat in een aantal gevallen sprake is van zeer jonge kinderen. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij dergelijke afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 10 januari 2014, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
De rechtbank heeft ten aanzien van de persoon van verdachte daarnaast acht geslagen op het onder 7 genoemde psychologische rapport van deskundige Sterk, waaruit blijkt dat verdachte als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd. In dit rapport wordt tevens geadviseerd de behandeling die verdachte op dit moment volgt bij De Waag voort te zetten.
Voorts heeft de rechtbank gelet op een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland d.d. 28 mei 2014. De reclassering adviseert om aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden: een verplicht reclasseringscontact, een behandelverplichting en de verplichting om inzage te verlenen in zijn computer en andere apparaten voor mediaopslag.
In het voordeel van verdachte neemt de rechtbank bij het bepalen van de strafmaat in aanmerking dat hij niet eerder is veroordeeld. Bovendien heeft verdachte zich al in 2013 onder behandeling laten stellen bij De Waag. De rechtbank vindt het positief dat verdachte hierin zijn verantwoordelijkheid heeft genomen.
Met betrekking tot de strafmodaliteit heeft de rechtbank gelet op artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht. Ingevolge dit artikel is het niet mogelijk aan verdachte, zoals door de raadsman is bepleit, een taakstraf in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Ook gelet op de ernst van het feit, waaronder met name de aard van het aangetroffen kinderpornografische materiaal, kan, naar het oordeel van de rechtbank, niet worden volstaan met een andere dan een vrijheidsbenemende straf.
De rechtbank ziet, gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden, wel aanleiding bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, passend en geboden. De rechtbank zal daarbij de bijzondere voorwaarden opleggen, zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd.

9.Het beslag

9.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen computer (merk: Paradigit) te onttrekken aan het verkeer. De officier van justitie heeft daarbij opgemerkt dat het volledig wissen van alle kinderpornografische bestanden namelijk niet kan worden gegarandeerd.
9.2
Het oordeel van de rechtbank
Het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp is vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Gebleken is dat het bewezen verklaarde feit is begaan met betrekking tot dit voorwerp. De rechtbank zal dan ook besluiten tot onttrekking aan het verkeer van dit voorwerp.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36b, 36c en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:

een afbeelding - of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding - van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, van welke misdrijven hij een gewoonte heeft gemaakt;

- verklaart verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 9 (negen) maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaren;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* omdat verdachte geen medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd (een van) de bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte gedurende de proeftijd onder toezicht en leiding van de Reclassering Nederland (Vivaldiplantsoen 200 te Utrecht) blijft en zich naar de door of namens die instelling te geven aanwijzingen gedraagt en zich zal melden zolang en zo frequent de reclassering dit noodzakelijk acht;
* dat verdachte zich (verder) zal laten behandelen bij De Waag of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
* dat verdachte inzage zal geven in zijn computer en/of andere apparaten voor mediaopslag, indien en voor zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer het inbeslaggenomen voorwerp, te weten: één computer, merk Paradigit (goednummer: PL0987-2011049104-770713).
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Bos, voorzitter, mrs. N.E.M. Kranenbroek en C.S.K. Fung Fen Chung, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 juli 2014.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 20 januari 2012 tot en met 22 november 2012
te Utrecht, in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens)
een ((groot) aantal) afbeelding(en), te weten 332 foto's en/of 8 video's/
films en/of
(een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te weten één of meer
computer(s) en/of (een) harddisk(s), heeft
- verspreid en/of
- aangeboden en/of
- openlijk tentoongesteld en/of
- verworven en/of
- in bezit gehad en/of
- zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) (zakelijk weergegeven) bestond(en)
uit:
het met de penis en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong oraal en/of
vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt
en/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft
bereikt met de penis en/of de mond/tong oraal en/of vaginaal penetreren van
het lichaam van een (ander) persoon
en/of
het met de penis en/of met vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de
mond/tong betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en de billen van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken
van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon
gekleed is en/of
opgemaakt is en/of
poseert in een omgeving en/of
met (een) voorwerp(en) en/of
in een (erotisch getinte) houding en/of
met (een) sadomasochistische element(en)
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of
waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van
zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door
het camerastandpunt en/of
de (onnatuurlijke) pose en/of
de wijze van kleden van deze persoon en/of
de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s)
nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld
gebracht worden
(waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft/hebben en/of strekt/strekken tot seksuele prikkeling
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt terwijl
op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
(waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft/hebben en/of strekt/strekken tot seksuele prikkeling,
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 240b lid 2 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende proces-verbaal, nummer 2011049104, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (pagina 1 tot en met 90). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 42 tot en met 55.
3.Pagina 70 tot en met 81.