Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna te noemen: Dura Vermeer
hierna te noemen: ProRail,
hierna te noemen: Strukton,
gevestigd te Utrecht,
tussenkomende partij,
advocaat mr. L.C. van den Berg,
hierna te noemen: Dura Vermeer
verwerende partij,
hierna te noemen: ProRail,
1.De procedure
- de dagvaarding in de hoofdzaak tussen Dura Vermeer en ProRail,
- producties 1 tot en met 11 van Dura Vermeer,
- de mondelinge behandeling van 15 juli 2014,
- de pleitnota van Dura Vermeer,
- de pleitnota van ProRail,
2.De feiten
ProRail heeft uitgeschreven voor de uitvoering van het project “SAAL”:
Infrawijzigingen korte termijn (2013-2016) Flevolijn(hierna: de opdracht).
hoofdstuk 1: Omvang en werkwijze van de aanbesteding,
hoofdstuk 2: De aanbestedingsprocedure,
hoofdstuk 3: Aanbiedingsfase,
hoofdstuk 4: Gunningsfase,
hoofdstuk 5: Aanvullende voorwaarden,
hoofdstuk 6: Bijlagen aanbestedingsleidraad.
3.3.1 De aanbesteding(…)
Uw aanbieding dient volledig en rechtsgeldig ondertekend vóór het in paragraaf 2.2. genoemde tijdstip te zijn ingediend via TenderNed. (…)
(…)
In afwijking van artikel 18.5 van het ARN2013 dienen alle in paragraaf 3.3.2. genoemde gegevens direct bij de aanbesteding te worden verstrekt.
(…)
3.3.2 In te dienen documentenDe aanbieding wordt ingediend via TenderNed. (…)
(…)
• CO2-prestatieladder:
° Indien gegadigde in het bezit is van een CO2-bewustcertificaat, een kopie van het
certificaat, om in aanmerking te komen voor de fictieve korting op de inschrijfsom
(…).
4.Gunningsfase4.1 GunningscriteriumHet gunningscriterium is de economisch meest voordelige aanbieding. De economisch meest voordelige aanbieding is de aanbieding met de laagste evaluatieprijs. De evaluatieprijs wordt als volgt berekend:
CO2-bewustkorting : €…………..-
Veiligheidsbewustkorting1 : €…………..Correctie prestatiemeting1 :€ …………..-----------------------------------------------------
Evaluatieprijs : €…………...
(…)
4.3. Verzoek tot opheldering (VTO)Indien ProRail onduidelijkheden aantreft in de aanbieding kan een verzoek tot opheldering (VTO) worden verstuurd aan de inschrijver. De inschrijver dient dit verzoek afdoende te beantwoorden.
Het certificaat van Dura Vermeer is op 24 februari 2014 door een daartoe gecertificeerde onderneming afgegeven en is geldig tot 21 maart 2017.
Het certificaat van Movares is op 29 maart 2014 door een daartoe gecertificeerde onderneming afgegeven en is geldig tot 28 maart 2017.
Beide certificaten vermelden als niveau trede 5.
2.10. Dura Vermeer heeft bij haar aanbieding wel haar eigen
CO2-bewustkortingscertificaat bijgevoegd, maar niet dat van Movares.
Uit paragraaf 4.1 van de aanbestedingsleidraad volgt duidelijk dat wanneer een gegadigde een beroep heeft gedaan op de geschiktheid en bekwaamheid van één of meerdere genomineerde onderopdrachtnemers, de inschrijver zowel een kopie van zichzelf als van de genomineerde onderopdrachtnemer moeten indienen bij de inschrijving en dat geen kortingspercentage wordt toegekend indien hieraan niet wordt voldaan. ProRail zou in strijd handelen met de beginselen van aanbestedingsrecht als zij Dura Vermeer zou toestaan om in strijd met het bepaalde in de aanbestedingsleidraad, later alsnog de bij de inschrijving voorgeschreven maar ontbrekende documenten in te dienen.
2.14. Dura Vermeer heeft daarna nog een (informeel) overleg gehad met ProRail.
In het kader van dit overleg heeft zij de door ProRail als productie in het geding gebrachte e-mailcorrespondentie aan ProRail verstrekt. Het betreft een e-mailwisseling van
11 mei 2014 tussen Arnout van den Bosch en Koene Talsma, beiden werkzaam bij
Dura Vermeer. Deze e-mail luidt, voor zover voor de beoordeling van deze zaak van belang, als volgt:
(…)
Zoals gezegd kunnen we ook betogen dat het niet-indienen van het CO2-certificaat van Movares reparabel is. Het toeval wil dat in 2012 een kort geding is gevoerd tussen Strukton en ProRail over een vergelijkbaar geval (…), waarbij Strukton gelijk kreeg van de rechter. In dat geval was Strukton vergeten het CO2-certificaat van Oranjewoud (als genomineerde onderopdrachtnemer) bij inschrijving toe te voegen.
dat het CO2-certificaat bijgevoegd moest worden en was nog niet duidelijk genoeg wat het gevolg zou zijn als dit certificaat niet zou worden bijgevoegd.
(…)
ProRail zal, doordat de Aanbestedingsleidraad nu in deze aanbesteding wel duidelijk is, niet verplicht kunnen worden alsnog het CO2-certificaat van Movares op te vragen, maar wel wordt duidelijk dat ProRail geen (of slechts gering) risico loopt door dit alsnog te doen. De volgende twee argumenten gelden immers ook in dit geval:
1) Het opvragen van het certificaat is niet in strijd met het concurrentiebeginsel aangezien het
certificaat door een onafhankelijke instelling wordt afgegeven en Dura Vermeer daar geen invloed
2) Het opvragen van het certificaat kan niet worden aangemerkt als onderhandelen, maar slechts als
verduidelijking van de inschrijving teneinde de evaluatieprijs te kunnen berekenen.”.
3.De vorderingen
primair, wordt geboden om de opdracht aan Dura Vermeer te gunnen, althans wordt verboden de opdracht te gunnen aan Strukton of aan enig ander dan Dura Vermeer, voor zover zij de opdracht nog in de markt wenst te zetten, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom,
subsidiair, wordt verboden de opdracht aan Strukton of enig ander te gunnen en wordt geboden om Dura Vermeer alsnog in de gelegenheid te stellen om het certificaat van Movares in te dienen én vervolgens, met inachtneming van dit certificaat, tot een herbeoordeling van de ontvangen inschrijvingen over te gaan, dit met inachtneming van
het in deze zaak te wijzen vonnis, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom,
meer subsidiair, wordt verboden de opdracht aan Strukton of enig ander te gunnen en wordt geboden tot herbeoordeling van de ontvangen inschrijvingen over te gaan, dit met inachtneming van het in deze zaak te wijzen vonnis, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom,
uiterst subsidiair, wordt verboden de opdracht aan Strukton of enige ander te gunnen en wordt geboden de aanbestedingsprocedure te staken en gestaakt te houden en voor zover ProRail de opdracht nog in de markt wenst te plaatsen deze opnieuw aan te besteden conform de toepasselijke aanbestedingsrechtelijke regels, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom.
Daarnaast vordert Dura Vermeer dat ProRail wordt veroordeeld tot betaling van de
proceskosten en nakosten.
vorderingen van Dura Vermeer worden afgewezen,
b) ProRail wordt geboden om haar uitgesproken voornemen om de opdracht aan Strukton te
gunnen daadwerkelijk tot uitvoering te brengen,
c) Dura Vermeer en/of Prorail worden/wordt veroordeeld in de proceskosten.
4.De beoordeling
Dura Vermeer en ProRail te mogen tussenkomen is, nadat alle partijen zich daarover hebben kunnen uitlaten en aan de voorzieningenrechter te kennen hebben gegeven daartegen geen bezwaar te hebben, tijdens de mondelinge behandeling toegewezen.
Deze vordering strekt ertoe dat ProRail wordt geboden om de opdracht alsnog aan
Dura Vermeer te gunnen, voor zover zij de opdracht nog in de markt wil zetten.
ProRail heeft Dura Vermeer ten onrechte 0% korting toegekend op het subgunningscriterium “CO2-bewustkorting”. Dura Vermeer heeft aanspraak op de
maximale (fictieve) korting van 10% op haar inschrijfsom, hetgeen meebrengt dat zij met een evaluatieprijs van € 25.993.800,-- de economisch meest voordelige inschrijving heeft gedaan. Zowel Dura Vermeer als Movares scoren de voor de 10% korting benodigde
“trede niveau 5” op de CO2-prestatieladder.
Het feit dat Dura Vermeer bij inschrijving niet het CO2-bewustcertificaat van Movares heeft ingediend, kan er niet toe leiden dat Dura Vermeer 0% korting toegekend krijgt.
Primair, omdat dit certificaat – gelet op het bepaalde in 3.3.1 en 3.3.2 van de aanbestedingsleidraad bezien in relatie met het bepaalde in artikel 18.5 ARN 2013 – niet al bij de inschrijving hoefde te worden ingediend, maar (ook) kon worden ingediend binnen twee dagen na een daartoe strekkend verzoek van ProRail.
Subsidiair, omdat sprake is van een geringe omissie, welke gelet op de vaste jurisprudentie kan worden hersteld. ProRail is gelet op de aanbestedingsbeginselen bovendien verplicht om
Dura Vermeer in de gelegenheid te stellen om deze geringe omissie te herstellen.
Volgens vaste rechtspraak (HvJ 29 april 2004, zaak C-496/99 PbEG 2004 C 118
(Succhi di Frutta) en HR 4 november 2005, NJ 2006, 204) kent het aanbestedingsrecht
twee centrale beginselen: het beginsel van gelijke behandeling van inschrijvers en het daarvan afgeleide transparantiebeginsel.
CO2-bewustcertificaat van de onderopdrachtnemer moest worden ingediend. Diende dit certificaat te worden ingediend – zoals Dura Vermeer betoogt – binnen uiterlijk twee dagen na het daartoe strekkende verzoek van ProRail of – zoals ProRail en Strukton betogen – bij de inschrijving.
CO2-bewustcertificaat dient te voegen en dat wanneer hij dit niet doet hij niet in aanmerking komt voor de fictieve korting op de inschrijfsom. Tussen partijen bestaat hierover overigens ook (terecht) geen discussie.
Dura Vermeer, zoals gedeeltelijk geciteerd in 2.14, erop wijst dat Dura Vermeer dat ook zo heeft begrepen.
De stelling van Dura-Vermeer dat aan deze interne e-mail geen waarde kan worden toegekend, omdat deze is opgesteld door personen die niet bij de aanbestedingsprocedure betrokken zijn geweest en geen verstand daarvan zouden hebben, komt de voorzieningenrechter ongeloofwaardig voor. Vaststaat immers dat Dura Vermeer deze
e-mail in een kader van een overleg met ProRail vrijwillig en uit eigen beweging aan ProRail heeft verstrekt.
ProRail heeft gelet op het bepaalde in paragraaf 4.1 van de aanbestedingsleidraad dan ook, in beginsel, terecht geen fictieve korting toegepast.
de verschillende gegadigden gelijk en op loyale wijze behandelen;
dienst kennis heeft genomen van alle inschrijvingen;
dezelfde situatie verkeren, en
overeenstemmen met de technische specificaties van het bestek.
Een aanbestedende dienst dient immers nauwgezet de door hemzelf vastgestelde criteria in acht te nemen”, aldus moet worden uitgelegd dat er geen mogelijkheid tot herstel mag worden geboden wanneer in de aanbestedingsstukken aan het verstrekken van de ontbrekende stukken een sanctie is verbonden.
Daartoe is het volgende redengevend.
Vervolgens wordt in rechtsoverweging 39, 40 en 42 het volgende overwogen:
Een aanbestedende dienst dient immers nauwgezet de door hemzelf vastgestelde criteria in acht te nemen” dient als motivering voor de door het HvJ EU aangenomen regel dat er in ieder geval geen gelegenheid tot herstel mag worden geboden wanneer het ontbrekende stuk of de ontbrekende informatie op straffe van uitsluiting moet worden verstrekt. Deze zinsnede heeft dus geen zelfstandige betekenis.
in de uiteindelijke beantwoording van de prejudiciële vraag, biedt daarvoor een sterke aanwijzing.
4.21. Vaststaat dat op het niet bij de inschrijving verstrekken van het
CO2-bewustcertificaat van de onderopdrachtnemer niet als sanctie staat “uitsluiting van inschrijving”.
Het is aannemelijk dat aan de voorwaarden zoals geformuleerd in het SAG-arrest is voldaan.
Het alsnog door Dura Vermeer verstrekken van het CO2-bewustcertificaat van Movares leidt er – anders dan ProRail en Strukton menen – niet toe dat in werkelijkheid een nieuwe inschrijving wordt voorgesteld.
Het ontbreken van het CO2-bewustcertificaat van Movares heeft in dit geval niet tot uitsluiting van de inschrijving van Dura Vermeer geleid, maar tot het niet toekennen van de fictieve kortingsprijs, waarop zij wel recht zou hebben gehad wanneer zij het certificaat bij de inschrijving had ingediend.
Het na de inschrijving indienen van het CO2-bewustcertificaat van Movares brengt dan ook geen inhoudelijke wijziging van de inschrijving van Dura Vermeer met zich mee. De inschrijving van Dura Vermeer blijft hetzelfde, alleen de uitkomst wordt anders doordat gelet op het feit dat Movares CO2-bewustcertificaat alsnog fictieve korting op de inschrijfprijs wordt toegekend. De inschrijfprijs op zichzelf verandert dus niet. Daarbij wordt nog in aanmerking genomen dat het CO2-bewustcertificaat een objectief document betreft en dat het certificaat van Movares voor de inschrijfdatum door een daartoe gecertificeerd bedrijf is verleend.
Het is dus niet zo dat ProRail op grond van de aanbestedingsleidraad kan worden verplicht om een mogelijkheid tot herstel te bieden.
ProRail heeft niet toegelicht waarom zij Dura Vermeer deze herstelmogelijkheid niet wil bieden, terwijl zij dit, zoals hiervoor is overwogen, wel mag doen op grond van de aanbestedingsbeginselen. Dit heeft tot resultaat dat ProRail de opdracht gaat gunnen aan een opdrachtgever die ongeveer € 3.000.000,-- duurder is dan Dura Vermeer.
Dit is niet in overeenstemming met de doelstelling van een aanbestedingsprocedure, namelijk het bevorderen van de concurrentie opdat de aanbestedende dienst daardoor de opdracht kan gunnen aan de voordeligste en kwalitatief beste opdrachtgever.
Dura Vermeer en aan haar zal de opdracht moeten worden gegund, indien althans
ProRail deze opdracht wil blijven gunnen (in de markt wil blijven plaatsen). De voorzieningenrechter ziet dan ook geen aanleiding dat ProRail zelf nog tot een herbeoordeling overgaat, wat besloten ligt in de subsidiaire en verdere vorderingen. Hij zal de primaire vordering van Dura Vermeer toewijzen. De in verband met deze vordering gevorderde dwangsom zal eveneens worden toegewezen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat ProRail geen verweer tegen het opleggen van deze dwangsom heeft gevoerd.
816,00
5.De beslissing
in de hoofdzaken:
- € 131,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen, indienbetekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een
bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het
vonnis,
mr. J.M. Eelkema op 29 juli 2014. [1]