AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Twee woninginbraken in Utrecht en Driebergen-Rijsenburg met veroordeling tot gevangenisstraf
Op 29 juli 2014 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij twee woninginbraken in de nacht van 2 april 2014, één in 't Goy en één in Driebergen-Rijsenburg. De verdachte, geboren in Litouwen en verblijvende in een Justitieel Complex, werd op 15 juli 2014 ter terechtzitting bijgestaan door zijn advocaat, mr. E.H. Bokhorst. De tenlastelegging omvatte diefstal van sieraden en een camera uit een woning in 't Goy, en een laptop uit een woning in Driebergen-Rijsenburg. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie stelde dat het primair ten laste gelegde bewezen kon worden, terwijl de verdediging betwistte dat de verdachte samen met anderen had gehandeld.
De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de woninginbraken had gepleegd. Bewijsmiddelen omvatten getuigenverklaringen, DNA-onderzoek en de vondst van gestolen goederen in de auto van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat de verdachte samen met anderen had gehandeld, ondanks zijn ontkenning. De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan beide feiten en dat de bewezen feiten strafbaar waren volgens de wet.
De rechtbank legde een gevangenisstraf van 9 maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd en de persoon van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte geen respect had voor andermans eigendommen en dat hij in georganiseerd verband had gehandeld. De rechtbank verklaarde ook de auto van de verdachte verbeurd, aangezien deze was gebruikt om de misdrijven te plegen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, met de voorzitter en twee andere rechters.
Voetnoten
1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om proces-verbaal nr. PL0960-2014076641, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 10.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 44.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 45.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 45.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 10.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 11.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 128.
9.Proces-verbaal van aangifte, p. 26.
10.Proces-verbaal van bevindingen herkenning goed, p. 205.
11.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 115.
12.NFI rapport DNA onderzoek d.d. 10 juni 2014, opgesteld en ondertekend door ing. A.P.M. van Dijk, p. 231.
13.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 114.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 143.
15.Proces-verbaal van aangifte, p. 130.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 128.
17.Proces-verbaal van bevindingen goed Driebergen, p. 217.