ECLI:NL:RBMNE:2014:3213

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juni 2014
Publicatiedatum
28 juli 2014
Zaaknummer
16-655119-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van ontucht met minderjarigen na inconsistenties in verklaringen

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 26 juni 2014, is verdachte vrijgesproken van ontuchtige handelingen met twee minderjarigen, [benadeelde 1] en [benadeelde 2], die in de periode van 13 tot en met 15 september 2013 zouden hebben plaatsgevonden. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 12 juni 2014 gehouden, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De tenlastelegging hield in dat verdachte ontuchtige handelingen zou hebben gepleegd met de minderjarigen, die op dat moment de leeftijd van 16 jaar nog niet hadden bereikt en in een staat van verminderd bewustzijn verkeerden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor de ontuchtige handelingen met [benadeelde 1] en heeft vrijspraak gevorderd. De verdediging heeft eveneens vrijspraak bepleit, stellende dat de verklaringen van de minderjarigen inconsistent waren en onvoldoende steunbewijs bevatten.

De rechtbank heeft de verklaringen van [benadeelde 1] en [benadeelde 2] kritisch beoordeeld. Beide minderjarigen waren verstandelijk beperkt en hun verklaringen vertoonden inconsistenties. De rechtbank concludeerde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen andere getuigen waren die de ontuchtige handelingen hadden waargenomen en dat het NFI-rapport geen bewijs opleverde voor de beschuldigingen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde en de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de schade voortvloeide uit de vrijgesproken feiten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken, vooral wanneer het gaat om ernstige beschuldigingen zoals ontucht met minderjarigen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/655119-13
vonnis van de meervoudige strafkamer van 26 juni 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1946],
wonende aan de [adres], [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 juni 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen verdachte en de advocaat, mr. B.J. Tieman, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 13 tot en met 15 september 2013 te[woonplaats] met [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2]die toen de leeftijd van 16 jaar nog niet hadden bereikt en die in staat van verminderd bewustzijn verkeerden, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte met [benadeelde 1] (hierna aan te duiden als [benadeelde 1]) ontuchtige handelingen heeft gepleegd en heeft gevorderd verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging vrij te spreken. Ook acht de officier van justitie niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich door [benadeelde 2](hierna aan te duiden als [benadeelde 2]) anaal heeft laten penetreren, zich heeft laten aftrekken door [benadeelde 2] en zijn geslachtsdeel heeft laten strelen door [benadeelde 2]. De officier van justitie heeft dan ook gevorderd verdachte eveneens van die onderdelen van de tenlastelegging vrij te spreken. De overige ten laste gelegde ontuchtige handelingen met [benadeelde 2] acht de officier van justitie gelet op de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen wel wettig en overtuigend bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en heeft vrijspraak van de ten laste gelegde ontuchtige handelingen met [benadeelde 2]en [benadeelde 1] bepleit. De verdediging heeft er daarbij op gewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft ontkend en dat alleen uit de verklaring van [benadeelde 1] zou kunnen volgen dat verdachte de ten laste gelegde ontuchtige handelingen heeft gepleegd. Nu [benadeelde 1] echter wisselend heeft verklaard en voor zijn verklaringen onvoldoende steunbewijs in het dossier aanwezig is, kan het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen worden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Met betrekking tot [benadeelde 1]
Evenals de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is waaruit zou kunnen volgen dat verdachte zich aan het ten laste gelegde met betrekking tot [benadeelde 1] schuldig heeft gemaakt. Verdachte zal dan ook van het ten laste gelegde met betrekking tot [benadeelde 1] worden vrijgesproken.
Met betrekking tot [benadeelde 2]
De rechtbank stelt voorop dat als vaststaand kan worden aangemerkt -nu dit zowel door [benadeelde 2]als [benadeelde 1] en door verdachte is verklaard- dat [benadeelde 2]en [benadeelde 1], die toen 14 jaar oud waren, op 14 september 2013 met verdachte mee naar zijn woning zijn gegaan, dat [benadeelde 2]en [benadeelde 1]in de woning van verdachte, onder toezicht van verdachte, een joint hebben gerookt en alcoholhoudende drank hebben gedronken en dat verdachte samen met [benadeelde 2]en [benadeelde 1]in zijn bed heeft geslapen.
Dat er onder voornoemde omstandigheden ontuchtige handelingen zouden hebben plaatsgevonden tussen verdachte en [benadeelde 2], zoals de officier van justitie bepleit, is met name op de verklaringen van [benadeelde 2]en [benadeelde 1] gebaseerd, nu verdachte ontkennend heeft verklaard en er op dat moment verder geen personen in de woning van verdachte aanwezig waren.
[benadeelde 2] heeft wisselend verklaard over het gebeurde in de woning van verdachte. In eerste instantie heeft hij tegenover zijn moeder verklaard dat er niets is gebeurd tussen hem en verdachte, vervolgens heeft hij verklaard dat hij is gezoend en gestreeld door verdachte en in zijn laatste verhoor op 22 mei 2014 heeft hij wederom verklaard dat verdachte de tenlastegelegde ontuchtige handelingen niet heeft gepleegd. De verklaringen van [benadeelde 1] komen op verschillende punten niet overeen met de verklaringen van [benadeelde 2], ook niet daar waar de verklaring van [benadeelde 2] belastend is jegens verdachte. [benadeelde 1]heeft verklaard dat er verdergaande handelingen hebben plaatsgevonden tussen verdachte en [benadeelde 2]dan door [benadeelde 2]is verklaard. Volgens [benadeelde 1]gingen [benadeelde 2]en verdachte op het bed op elkaar rijden, heeft [benadeelde 2]verdachte in zijn kont geneukt en heeft verdachte aan het geslachtsdeel van [benadeelde 2]getrokken en gezogen.
Gezien de inconsistenties tussen de verklaringen kunnen deze verklaringen niet zonder meer als betrouwbaar worden beoordeeld. In dat verband is tevens van belang dat [benadeelde 2]en [benadeelde 1]beiden verstandelijk beperkt zijn. Gelet hierop moet met behoedzaamheid met deze verklaringen worden omgegaan, met name ten aanzien van de vraag welke gedragingen al dan niet hebben plaatsgevonden.
De rechtbank stelt verder vast dat er geen overige directe getuigen zijn die ontuchtige handelingen hebben waargenomen, dat de in het dossier aanwezige overige getuigenverklaringen verklaringen betreffen van wat deze getuigen van [benadeelde 2]en/of [benadeelde 1] hebben gehoord dan wel verklaringen betreffen van wat deze getuigen van verdachte zouden hebben gehoord. Ook op basis van het NFI rapport van 18 maart 2014
-waarin de onderbroek van [benadeelde 2]op twee plaatsen is onderzocht op de aanwezigheid van sperma(vloeistof)- kan niet worden vastgesteld dat er ontuchtige handelingen tussen verdachte en [benadeelde 2] hebben plaatsgevonden.
De rechtbank heeft om voorgaande redenen niet de overtuiging dat de ten laste gelegde feiten door verdachte zijn begaan. Nu de rechtbank onder deze omstandigheden niet buiten redelijke twijfel kan vaststellen dat er ontuchtige handelingen hebben plaatsgevonden tussen [benadeelde 2] en verdachte in het weekend van 14 en 15 september 2013, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het ten laste gelegde.

5.De benadeelde partijen

De vordering van [benadeelde 2]
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van benadeelde partij [benadeelde 2]van € 1.500,--, geheel toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. De verdediging heeft verzocht de vordering niet ontvankelijk te verklaren, gelet op de bepleite vrijspraak.
Zoals hiervoor is overwogen, is verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde waaruit de schade zou zijn ontstaan. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
De vordering van [benadeelde 1]
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van benadeelde partij [benadeelde 1] van € 1.000,--, geheel toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. De verdediging heeft verzocht de vordering niet ontvankelijk te verklaren, gelet op de bepleite vrijspraak.
Zoals hiervoor is overwogen, is verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde waaruit de schade zou zijn ontstaan. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.

6.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het tenlastegelegde;
Benadeelde partij[benadeelde 2]
- verklaart de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij voorts in de kosten door verdachte gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
- verklaart de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.L.M. van Opstal, voorzitter, mrs. J.P.W. Helmonds en
H.A. Brouwer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.J.C.J. Evers, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 juni 2014.
BIJLAGE : De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 13 tot en met 15 september 2013 te [woonplaats], gemeente Utrechtse Heuvelrug,, althans in het arrondissement Midden-Nederland, met [benadeelde 1] en/of[benadeelde 2], beiden geboren op [1998], - die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt en/of - waarvan hij wist dat die in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn en/of lichamelijke onmacht verkeerde(n) en/of dat zij (hierdoor) niet of onvolkomen in staat was/waren om zijn/hun wil daaromtrent te bepalen en/of kenbaar te maken, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft hij, verdachte, ontuchtig
- voornoemde [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2](naakt) bij hem in bed laten slapen en/of
- de geslachtsdelen van voornoemde [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2]vastgepakt en/of betast en/of gestreeld en/of
- zich laten aftrekken en/of zijn geslachtsdelen laten vastpakken en/of
betasten en/of strelen door voornoemde [benadeelde 2]en/of
- zich anaal laten penetreren door voornoemde [benadeelde 2]en/of die [benadeelde 2](naakt) op hem, verdachte laten liggen en/of rijdende bewegingen op hem, verdachte laten maken, nadat hij voornoemde [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2]één of meerdere
joints had laten roken en/of alcoholhoudende drank had laten drinken;
art 247 Wetboek van Strafrecht