ECLI:NL:RBMNE:2014:3025

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 juni 2014
Publicatiedatum
18 juli 2014
Zaaknummer
C/16338414 / HAZA 13-125
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake verbetering van een eerder vonnis in een civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 juni 2014 een herstelvonnis gewezen in de zaak tussen twee besloten vennootschappen. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.F.J. Jacobs, had de rechtbank verzocht om verbetering van een eerder vonnis dat op 30 april 2014 was gewezen. Dit verzoek was ingediend omdat in het dictum van het eerdere vonnis een kennelijke fout was gemaakt met betrekking tot de opeisbaarheid van een geldlening. Eiseres verzocht om te bepalen dat de geldlening vanaf 14 mei 2014 opeisbaar was, in overeenstemming met een eerdere rechtsoverweging.

De rechtbank heeft gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.P.M. Laat, in de gelegenheid gesteld om op het verzoek te reageren. Gedaagde heeft echter geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke fout in het eerdere vonnis, die eenvoudig te herstellen was.

In het herstelvonnis heeft de rechtbank bepaald dat de eerdere veroordeling van gedaagde om aan eiseres een bedrag van € 903.846,00 te betalen, gewijzigd moest worden. De nieuwe bepaling stelt dat gedaagde dit bedrag uiterlijk op 13 mei 2014 moet betalen, met wettelijke handelsrente vanaf die datum. De rechtbank heeft ook gelast dat partijen de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis aan de griffie van de rechtbank moeten retourneren. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A.M. Loots en is openbaar gemaakt op 25 juni 2014.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel Recht
Handelskamer
Locatie Utrecht
Zaaknummer / rolnummer: C/16338414 / HAZA 13-125

Herstelvonnis van 25 juni 2014

In de zaak van
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
Gevestigd te [vestigingsplaats],
Eiseres in reconventie,
Verweerster in reconventie,
Advocaat mr. A.F.J. Jacobs te Amsterdam
Tegen
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
Gevestigd te [vestigingsplaats],
Gedaagde in conventie,
Eiseres in reconventie
Advocaat mr. R.P.M. Laat te Utrecht.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.
1.
Het verzoek tot verbetering
1.1.
Bij brief van 5 mei 2014 is namens [eiseres] de rechtbank verzocht om verbetering van het op 30 april 2014 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat in 5.5. van het dictum, overeenkomstig rechtsoverweging 4.26, wordt beslist dat de geldlening vanaf 14 mei 2014 opeisbaar is.
1.2.
De rechtbank heeft [gedaagde] in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten, binnen twee weken na 6 mei 2013, aldus voor 20 mei 2014.
Bij brief van 15 mei 2014 heeft mr. Laat verzocht om een verlenging van twee weken van de gestelde reactietermijn. . Dit is door de rechtbank toegestaan, zodat [gedaagde] tot 3 juni 2014 de gelegenheid had te reageren. [gedaagde] heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
2.
De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 30 april 2014 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen als volgt.
3
De beslissing
De rechtbank
3.1.
bepaalt dat nr. 5.2. van het op 30 april 2014 tussen [eiseres] en [gedaagde] gewezen vonnis, waar staat
"veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] uiterlijk op 13 juli 2014 te betalen een bedrag van € 903.846,00 (negenhonderddrieduizend achthonderdzesenveertig euro), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 14 juli 2014 als bedoeld in art. 6: ll9a BW tot de dag van volledige betaling; "
wordt gewijzigd in
"veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] uiterlijk op 13 mei 2014 te betalen een bedrag van € 903.846,00 (negenhonderddrieduizend achthonderdzesenveertig euro), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 14 mei 2014 als bedoeld in art. 6: 119a BW tot de dag van volledige betaling;"
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 25 juni 2014 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 30 april 2014;
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 30 april 20 14 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Loots en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2014.