ECLI:NL:RBMNE:2014:3024
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter mr. S.G.M. Buys in civiele procedure
In deze wrakingszaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], op 4 juli 2014 een verzoek ingediend tot wraking van mr. S.G.M. Buys. Dit verzoek is ingediend naar aanleiding van de behandeling van verschillende zaken op 19 mei 2014, waarbij verzoeker en zijn echtgenote zich benadeeld voelden door de rechterlijke behandeling. Verzoeker stelde dat mr. Buys partijdig en vooringenomen was, omdat zij en haar echtgenoot nauwelijks aan het woord waren gekomen tijdens de zitting, terwijl de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg naar zijn mening te veel spreektijd kregen. Verzoeker betoogde dat mr. Buys zich enkel had verdiept in de stukken van de tegenpartij en niet in die van hem, wat leidde tot de conclusie dat de rechter haar beslissingen al voor de zitting had genomen.
Mr. Buys heeft het wrakingsverzoek betwist en stelde dat het verzoek niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat zij eindbeslissingen had genomen in de behandelde zaken. Daarnaast gaf zij aan dat zij de gebruikelijke procesrechtelijke orde had gehanteerd en dat er geen feiten of omstandigheden waren die duiden op partijdigheid of vooringenomenheid.
De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank concludeerde dat verzoeker niet in het wrakingsverzoek kon worden ontvangen voor de eindbeslissingen, maar dat het verzoek tot wraking in het kader van de deelbeslissing wel ontvankelijk was. Na beoordeling van de feiten en omstandigheden, kwam de rechtbank tot de conclusie dat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid van mr. Buys. Het wrakingsverzoek werd dan ook afgewezen.