Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van 3 juni 2014
- het verweerschrift van 3 juli 2014
- de producties 8 tot en met 17 van [verzoekster]
- de pleitnotities van [verzoekster]
- de mondelinge behandeling van 10 juli 2014.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
"toolingoplossingen"dient te worden verstaan, en indien deze complex zijn, waaruit die complexiteit dan wel bestaat. Evenmin heeft zij inzichtelijk gemaakt om welke reden [verweerster] niet, en de aangenomen collega's wel aan de functievereisten die in het functieprofiel zijn vermeld onder
"Kennis"en
"Ervaring"zijn genoemd, voldoen. Voldoende aannemelijk is dat [verweerster] in ieder geval ervaring heeft met projectmanagement, het geven van trainingen, projectmanagement en het geven van adviesgesprekken. Via het afnemen van een assessment door een extern bureau zou de keuze van [verzoekster] objectiever onderbouwd zijn geweest. Zo stelt [verzoekster] in haar nadere toelichting in haar e-mailbericht van 11 december 2013 aan [verweerster]:
"Qua advieskracht en commerciële gerichtheid vinden we dat je in vergelijking met andere collega's minder impact hebt en zien we je minder effectief in vergelijking met anderen". Een dergelijk algemeen oordeel is zonder concrete invulling niet inzichtelijk. Dit geldt ook voor een aantal andere kwalificaties in dit e-mailbericht.
0,00 +