ECLI:NL:RBMNE:2014:2843

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 juni 2014
Publicatiedatum
15 juli 2014
Zaaknummer
2906980 UF VERZ 14-4740
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondercuratelestelling van betrokkene door William Schrikker Groep

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 juni 2014 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondercuratelestelling van een betrokkene, ingediend door de William Schrikker Groep (WSG). Het verzoekschrift, dat op 25 maart 2014 ter griffie is ingekomen, werd behandeld op een zitting op 6 juni 2014. De betrokkene, die een IQ van 55 heeft, werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. J.J. van de Beek, en was aanwezig samen met zijn moeder en andere betrokkenen. De WSG, die tot de 18e verjaardag van de betrokkene gezinsvoogd was, stelde dat de betrokkene niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen te behartigen en dat er zorgen waren over zijn toekomst, vooral gezien de schulden van zijn familie en de analfabetisme van zijn moeder. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de WSG niet bevoegd was om het verzoek in te dienen, omdat zij niet voldoet aan de criteria van een instelling die begeleiding biedt volgens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De kantonrechter verklaarde de WSG niet-ontvankelijk in haar verzoek en oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat een beschermingsmaatregel noodzakelijk was. De betrokkene had zelf aangegeven dat hij het niet eens was met het verzoek en dat hij zijn leven wilde opbouwen zonder curatele. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. J.W. Wagenaar, kantonrechter, en kan binnen drie maanden worden aangevochten bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Bewindsbureau
Locatie Utrecht
zaaknummer: 2906980 UF VERZ 14-4740 LEJ
Beschikking op een verzoek tot ondercuratelestelling d.d. 27 juni 2014
Op verzoek van:
Inge Damhuis
werkzaam bij William Schrikker Jeugdbescherming
correspondentieadres: Postbus 12685
1100 AR Amsterdam Zuidoost.
Het verzoek strekt tot ondercuratelestelling van:
[betrokkene],
wonende te [woonplaats], [adres],
geboren te [geboorteplaats] op [1996],
hierna te noemen: betrokkene.

1.De procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 25 maart 2014,
  • de bereidverklaring(en) van de voorgestelde curator(en),
  • de akkoordverklaring(en) van belanghebbende(n).

2.De beoordeling

2.1.
Het verzoek strekt tot ondercuratelestelling van betrokkene met benoeming van Bewindvoerderskantoor Kroezen B.V., correspondentieadres: Postbus 38, 5830 AA Boxmeer, tot curator.
2.2.
Het verzoek is mondeling behandeld op de zitting van 6 juni 2014. Hierbij zijn verschenen:
  • Betrokkene en zijn advocaat mr. J.J. van de Beek;
  • Mevrouw [moeder], moeder van betrokkene;
  • De schoonzus van betrokkene;
  • Mevrouw [A], woonbegeleidster van betrokkene;
  • Mevrouw [B], werkzaam bij de William Schrikker Groep;
  • Mevrouw [C], werkzaam bij bewindvoerderskantoor Kroezen.
2.3.
Het verzoek is ingediend door de William Schrikker Groep (hierna: WSG), die tot zijn 18e verjaardag (op [2014]) gezinsvoogd is geweest voor betrokkene. Volgens WSG zijn er zorgen over de vraag of betrokkene zelf in staat zal zijn vermogensrechtelijke belangen te behartigen. Betrokkene heeft een IQ van 55, waardoor hij niet alles begrijpt. Het aanvragen van een Wajong-uitkering zal daarom moeilijk voor hem zijn. Betrokkene is makkelijk beïnvloedbaar. De moeder en de broer van betrokkene hebben schulden en zijn vader is aangemerkt als vreemdeling, waardoor hij geen gebruik kan maken van sociale voorzieningen. Verder bestaat de angst dat de moeder van betrokkene een bedrijf wil starten op naam van betrokkene. De moeder van betrokkene is echter analfabeet, waardoor de kans groot is dat dat niet goed gaat. Volgens WSG is het daarom in het belang van betrokkene dat een curator voor hem wordt benoemd.
2.4.
Betrokkene heeft zelf aangegeven dat hij het niet met het verzoek eens is. Hij is nooit met justitie in aanraking gekomen en hij heeft – anders dan zijn broer – nooit schulden gemaakt. Het feit dat zijn broer wel schulden heeft kan betrokkene niet worden tegengeworpen. Betrokkene wil graag zijn leven opbouwen en wordt hierbij begeleid door mevrouw [A].
Overigens heeft mr. Van de Beek aangegeven dat hij betwijfelt op de WSG bevoegd is het verzoek tot ondercuratelestelling in te dienen.
2.5.
Mevrouw [A] heeft verklaard dat zij de wens van betrokkene om te laten zien dat hij zijn zaken zelf kan regelen goed begrijpt. Zij snapt de motivatie van de WSG om deze maatregel aan te vragen, maar vraagt zich af of dat op dit moment al nodig is.
2.6.
De eerste vraag die moet worden beantwoord is of WSG bevoegd is om het verzoek in te dienen. De kantonrechter is van oordeel dat dit niet het geval is: per 1 januari 2014 is de kring van personen of instanties die bewindvoering kan vragen uitgebreid. Het instellen van een bewind kan nu ook worden verzocht door een instelling waar de rechthebbende wordt verzorgd of die aan de rechthebbende begeleiding biedt. Uit de memorie van toelichting hierbij blijkt dat het hierbij moet gaan om een instelling die bij of krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) aan de betrokkene begeleiding biedt, gericht op het behouden van structuur in en regie over het dagelijks leven. De WSG is niet aan te merken als een dergelijke instelling. De kantonrechter zal de WSG derhalve niet-ontvankelijk verklaren in haar verzoek.
2.7.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat hij in hetgeen door de WSG is aangevoerd op dit moment onvoldoende aanleiding zou hebben gezien om een curatele of onderbewindstelling uit te spreken. Niet gebleken is immers dat betrokkene eerder schulden heeft gemaakt of anderszins in de problemen is gekomen. Weliswaar heeft betrokkene een beperking, maar hij wordt ondersteund door een woonbegeleidster. Naar het oordeel van de kantonrechter is daarom onvoldoende komen vast te staan dat het uitspreken van een beschermingsmaatregel noodzakelijk is.

3.De beslissing

De kantonrechter:
- verklaart de WSG niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.W. Wagenaar, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2014, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend.