Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure in de zaak 10-2581
- het tussenvonnis van 1 mei 2013
- het verzoek van MCR om tussentijds hoger beroep open te stellen tegen het tussenvonnis van 1 mei 2013
- de akte houdende bezwaar tegen dit verzoek van Achmea
- de akte uitlating productie van MCR
- het vonnis van 21 augustus 2013 waarin het verzoek ex artikel 337 lid 2 Rv is afgewezen
- de akte in reconventie van MCR van 2 oktober 2013, houdende vermindering van eis
- de akte depot van 2 oktober 2013 betreffende door MCR gedeponeerde producties, te weten de aanvraagformulieren laboratoriumonderzoeken 2007-2010
- de antwoordakte in reconventie van Achmea van 23 oktober 2012
- de akte onderbouwing onverschuldigd door Achmea betaalde bedragen tevens houdende vermindering van eis in conventie van Achmea van 8 januari 2014
- de akte in conventie van MCR van 5 maart 2014.
2.De procedure in de zaak 10-2580
- het tussenvonnis van 1 mei 2013
- de akte van [gedaagde 1] van 2 oktober 2013
- de akte van [gedaagde 2] van 2 oktober 2013
- de antwoordakte bestuurdersaansprakelijkheid tevens houdende vermindering van eis van Achmea van 8 januari 2014
- de akte van [gedaagde 1] van 5 maart 2014
- de akte van [gedaagde 2] van 5 maart 2014.
3.De verdere beoordeling
in de zaak 10-2581 in conventie
- i) Fout/onbevoegde verwijzer (€ 997.119,83)
- ii) Geen verwijsbrief (€ 256.370,85)
- iii) Onleesbaar stempel (€ 11.524,82)
- iv) Niet te vinden in BIG, Vektis of Google (€ 48.386,85).
19.266,00(6 punten × tarief € 3.211,00)
- Achmea haar rechten tegenover hem heeft verloren omdat zij niet tijdig op de voet van artikel 6:89 BW heeft geklaagd
- geen sprake is van fraude maar dat deze zaak het gevolg is van het ondoorzichtige en ingewikkelde declaratieproces
- hij niet wist en ook niet hoefde te weten hoe Mediparc namens MCR factureerde
- MCR geen opdracht aan Mediparc heeft gegeven om onjuiste informatie aan Achmea te verstrekken
- hij geen persoonlijk (financieel) voordeel heeft behaald
- als Achmea de facturen van de verzekerden niet zou hebben betaald, de patiënten/verzekerden die zelf zouden hebben betaald
- MCR voor eind 2006 zelf de declaraties voor de laboratoriumonderzoeken maakte en deze zelf naar de patiënten stuurde met het verzoek om aan haar te betalen
- MCR op verzoek van de zorgverzekeraars vanaf eind 2005 op haar facturen die betrekking hadden op laboratoriumonderzoek heeft gezet “laboratoriumonderzoek 1e lijns” of “Eerstelijnsdiagnostiek”
- Achmea MCR nooit heeft laten weten dat laboratoriumonderzoeken, aangevraagd door een huisarts of medisch specialist, wel rechtstreeks konden worden ingediend, maar onderzoeken aangevraagd door een andere arts niet
- Achmea zelf wilde dat MCR ook declaraties die betrekking hadden op laboratoriumonderzoeken, aangevraagd door een niet huisarts of medisch specialist, bij haar indiende en dat Achmea wist dat MCR laboratoriumonderzoek op verzoek van de eerste lijn doet
- het vaste praktijk is dat zorgaanbieders declareren bij de zorgverzekeraar, die dat vervolgens in rekening brengt bij de verzekerden, ook als de verzekerde geen recht heeft op vergoeding uit de basisverzekering, bijvoorbeeld in het geval van apotheken en tandartsen
- Achmea geen schade heeft geleden, althans tot een lager bedrag dan gevorderd
- de vorderingen moeten worden afgewezen op basis van eigen schuld (artikel 6:101 BW) omdat Achmea haar schadebeperkingsplicht en haar wettelijke controleplicht tot en met 2010 nauwelijks tot niet heeft uitgevoerd.
- Achmea haar rechten tegenover [gedaagde 2] heeft verloren omdat zij niet tijdig op de voet van artikel 6:89 BW heeft geklaagd
- Achmea deze procedure als afschrikwekkend voorbeeld wil stellen en dat een louter handelen uit een dergelijk motief in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is
- MCR richting Achmea uitsluitend werd vertegenwoordigd door [gedaagde 1]
- zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid niet zover gaat dat bij hem een diepgaande en gedetailleerde kennis van het elektronisch declaratieproces aanwezig mag worden geacht, temeer nu Mediparc via haar eigen systeem declareerde
- Mediparc in de voor Achmea bestemde declaraties op eigen initiatief bij de soort verwijzer de code voor een huisarts heeft ingevuld
- [gedaagde 2] niets bekend was over de wijze waarop Mediparc de declaraties indiende bij Achmea en dat MCR en haar bestuur er op mochten vertrouwen dat Mediparc te goeder trouw handelde bij de uitvoering van de op haar rustende verplichtingen en zich niet schuldig zou maken aan onrechtmatig handelen
- hij erop heeft toegezien dat [gedaagde 1], die zich met het laboratorium (geëxploiteerd door ELN) bezighield, zorg droeg dat de financiële afwikkeling tussen MCR en ELN steeds naar behoren werd geadministreerd
- Achmea dwingend verlangde dat alle aan haar verzekerden verleende zorg - dus ook zorg op aanvraag van anderen dan huisartsen en medisch specialisten - elektronisch werd gedeclareerd en dat dit ook niet ongebruikelijk was
- indien Achmea niet uitdrukkelijk anders had verzocht, het bestuur van MCR de instructie had gehandhaafd dat de betreffende declaraties naar de aanvrager of naar de patiënten zelf zouden zijn gestuurd
- de schade van Achmea lager is dan door haar gevorderd
- Achmea het verwijt dat zij [gedaagde 1] en [gedaagde 2] maakt zichzelf dient te maken omdat zij bij uitstek in staat was om in te grijpen en zij heeft verzuimd de declaraties te controleren
- Achmea al in 2009 een onderzoek is gestart naar de declaraties van MCR en dat zij de betalingen pas een jaar later heeft opgeschort, zodat de gestelde schade volledig aan Achmea zelf moet worden toegerekend.
4.Overige vaststaande feiten
geïnstrueerd heeftrubriek 0418 te vullen met code “0100 huisarts” indien de AGB-code van de verwijzer niet bij de declarerende specialist bekend is;
heeft verzochtcode “0100 huisarts” in te vullen bij rubriek 0418 wanneer Rhijnauwen niet expliciet aangeeft wie heeft verwezen; […]”
5.De verdere beoordeling
Klachtplicht
17.660,50(5,5 punten × tarief € 3.211,00)